JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Zending op Irian Jaya

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending op Irian Jaya

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is belangrijk regelmatig zendingswerk op de verenigng aan de orde te stellen om de betrokkenhied van van onze kinderen met het het zendingswerk te bevorderen. Deze keer stellen we op de kinderclubs Irian Jaya centraal. Als achtergrondinformatie vindt u hieronder een uittreksel van het artikel: "Die eertijds verre waren...!" van ds. C.G. Vreugdenhil uit het boek "Zie, Ik zend u".

Die eertijds verre waren!

Voor het begin van het zendingswerk moeten we in gedachten terug naar het begin van de zestiger jaren, toen ds. Kuijt, de man van het eerste uur, wat betreft de Zending van de Gereformeerde Gemeenten, een zendingsroeping gevoelde met betrekking tot het voormalige Nederland Nieuw Guinea, het huidige Irian Jaya. Hijzelf zegt: "... ik mocht geloven en was er innerlijk van overtuigd, dat ik het Evangelie moest gaan brengen aan mensen, die het nog nooit hebben gehoord, gegrond op Romeinen 15, welke tekst tot me gesproken heeft: Niet waar Christus verkondigd werd, opdat ik ook niet zou bouwen op het fundament van een ander. Met andere woorden, ons zendingswerk zou een pionierskarakter gaan dragen, dat is me in de loop der jaren wel duidelijk geworden".

Op 15 februari 1962 vond in de Ahoy-hallen in Rotterdam de bevestiging en uitzending van ds. Kuijt plaats en op 21 februari vertrok hij samen met enkele andere zendingsarbeiders naar Indonesië. Na verschillende oriëntatiereizen trok hij in oktober 1963 met zijn vrouw en hun helpers uit Pyramid lopend de binnenlanden in om in de Yalimo-vallei het Evangelie te verkondigen. Na een tocht van twee dagen (vanaf Pyramid) kwamen zij aan in Abenaho. Ds Kuijt vertelde over de eerste contacten: "De mensen daar waren nooit bereikt met het Evangelie, ze wisten ook niet wie ze in hun vallei kregen. Dat waren in dit geval mijn vrouw en ik en onze helpers. Ik zal nooit het eerste contact vergeten. We hadden twee dagen gelopen vanuit de dichtsbijzijnde zendingspost, over hel hooggebergte, toen we het eerste contact hadden met twee Jali's, die we nu goed kennen. Eén van hen is een trouw christen geworden, de ander niet. Hun eerste woorden waren: 'wa, wa, wa!' Wij wisten niet wat dat betekende, maar uiteindelijk bleek het een groet te zijn. We hebben die groet zonder meer beantwoord. Deze ontmoeting had plaats aan een rivier, waarvan we nu weten, dat hij de Pion heet. We zouden de plek kunnen aanwijzen. Al springend over de stenen kwamen deze mensen naar ons toe..."

Groot was de vreugde onder de werkers toen Engkenma, een dorpshoofd, in ruil voor een bijl, 80 meter grond kwam verkopen voor het vliegveld. Er is gezwoegd en gezweet door de werkers. Eindelijk, op 31 augustus 1964 was het zover, dat de eerste geslaagde landing in Pass Vally (zo noemden de Amerikaanse piloten de vallei) kon worden uitgevoerd. Langzamerhand groeide de belangstelling voor het Evangelie. Op een zondag kwamen er veertig mannen en jongens in het huis van de zendeling om te luisteren naar de verhalen uit de Bijbel. Ook Liok, het oude oorlogshoofd was gekomen. De zondag daarna waren er 65 luisteraars en de zondag daarop vormde een climax, want toen waren er 200 mannen, vrouwen en kinderen op het vliegveldje in de openlucht samengekomen om het Woord van God te horen.

Op 28 december 1969 vond de eerste doopdienst plaats. Een onvergetelijke gebeurtenis. De eerstelingen werden in de gemeente ingelijfd. Of liever, voor het eerst werd in de Yalimo-vallei een gemeente tot aanzijn geroepen. Op die dag werden 96 volwassenen en 51 kinderen gedoopt. Wat was God goed! Ds. Kuijt schrijft zelf hierover: "Van sommigen geloof ik zeker, dat de Heilige Geest hen een nieuw hart gegeven heeft. Onder hen is Kok pan, die bij ogenblikken, zoals ik dat onder het spreken van Gods Woord heb kunnen waarnemen, het Woord Gods als het ware heeft opgegeten. Voordat wij tot de doopbediening kwamen, na voorafgaand onderwijs uit de Bijbel, hebben velen hun zonden in het openbaar beleden, sommigen onder tranen. Bij velen is een vast voornemen om bij de leer te blijven, die hen overgeleverd is."

In 1969 wordt door dhr. Fahner een begin gemaakt met het vertalen van de Bijbel in de stamtaal van de Jali's. Dit werk is zeer voorspoedig gegaan. Reeds in 1976 konden de eerste exemplaren van het Nieuwe Testament in de Jali-taal gedrukt worden. Enkele jaren later kon een uitgebreide bloemlezing van het Oude Testament onder de Jali's worden verspreid. De leiders van de nationale kerk zijn nu door hun opleiding zelf in staat om de resterende gedeelten van het Oude Testament in hun eigen stamtaal over te zetten.

Landikma

In dezelfde vallei als Pass Valley, ongeveer een dag lopen er vandaan in de richting van het noordelijk laagland, ligt Landikma. Daar hadden de Jali's gehoord van hetgeen zich afspeelde in Abenaho, het gebied van hun aartsvijanden. Toch kwam van de Landikma'ers op zekere dag de roep tot ds. Kuijt: "Kom over en help ons!". Na wat schermutselingen met een andere zendingsorganisatie, die ook wel in Landikma wilde gaan werken, kwam het toch zover dat onze zending gehoor kon geven aan de roep om hulp. Aan het eind van 1968 werd in Landikma een vliegveldje geopend toen de eerste landing daar gemaakt kon worden. Nadat ook in Landikma de afgoden waren verbrand en het onderwijs uit de Bijbel zijn eerste vruchten begon te dragen, kon op 26 december 1971 de eerste doopdienst worden gehouden, waarbij 58 volwassenen en 17 kinderen werden ingelijfd in de gemeente van Christus. Sindsdien is het aantal gemeenteleden toegenomen tot ver boven de duizend.

In 1974 ben ik met mijn gezin in Landikma komen wonen, om daar na een periode van inwerken en wennen de eigenlijke taak ter hand te nemen, waarvoor we naar het zendingsveld waren uitgezonden: de toerusting van de pas ontstane gemeenten door het opleiden van een jong kader, dat in staat moest zijn in de toekomst zelf de leiding over die gemeenten te hebben, die als vrucht van ons zendingswerk op Irian zouden ontstaan.

Nipsan

Met de hulp van veertig arbeidskrachten uit de moedergemeente van Pass valley heeft ds. Kuijt in 1971 met behulp van een helikopter van een Amerikaanse kopermaatschappij de post Nipsan geopend. Vanaf die eerste komst in Nipsan is het werk veel tegengestaan. Eén van de helpers, Jesaja uit Landikma, werd zelfs vermoord. Een provisorisch opgezette woning voor de familie Kuijt werd door de bliksem getroffen en de kleine nederzetting van de werkers is een keer door de bevolking aangevallen, waarbij een poging werd gedaan om de 'nieuwe indringers' te verdrijven. Toch kwam er na enkele jaren een kleine doorbraak zodat in verschillende dorpen het Evangelie mocht worden verkondigd aan enkele honderden mensen. Niemand vermoedde dat bij de ouderen groot verzet aan het groeien was tegen de zending. Zij begroetten al die 'nieuwigheden' niet met gejuich, vooral omdat de jongere generatie de oudere voorbijstreefde met leren lezen, schrijven en het omgaan met allerlei nieuwe gebruiksvoorwerpen.

Op 11 mei 1974 kwam plotseling het ontstellende bericht binnen dat tijdens het verlof van ds. Kuijt zes evangelisten met hun gezinnen waren vermoord en opgegeten door de plaatselijke bevolking. Ook de hele zendingspost werd verwoest. Zo kleurde het eerste martelarenbloed van de evangelisten uit de moedergemeente in de jonge zendingskerk, de aarde in Nipsan rood. Twee jaar lang is er toen geen contact opgenomen met de bevolking. Ieder was er van overtuigd dat zo'n afkoelingsperiode noodzakelijk was. Daarna is er begonnen met 'voedseldrops' toen we hoorden dat er door de bevolking honger werd geleden. Ds. Kuijt heeft daarna contact gezocht met de bevolking. Verschillende keren heeft hij met de helikopter van de M.A.F. inspectievluchten gemaakt boven Nipsan om het vliegveldje te inspecteren en geschenken in enkele dorpen te brengen. De eerste van deze vluchten vond plaats in 1976. En langzamerhand kwam er weer contact.

Daarna is daadwerkelijk met de heropening van het verwoeste Nipsan begonnen. Op 27 november 1978 zijn Sabonwarek en drie mannen uit Kosarek (een nabijgelegen zendingspost van de GKI) naar het dorpje Tapla gevlogen en daar gebleven. Daar stonden ze, Sabonwarek met zijn medestrijders, in een afgesloten wereld, te midden van mensen die enkele jaren geleden hun vrienden hadden gedood en opgegeten. Die avond is er heel wat afgepraat in de hut van de hoofdman van Tapla. Drie dagen later heeft ds. Kuijt zich met veel andere werkers bij hen gevoegd. De heropening kon beginnen. Langzamerhand werd het geestelijk werk weer ter hand genomen zoals de prediking in de dorpen en het opzetten van een bijbelklas. Inmiddels is Sabonwarek predikant in dit gebied en heeft als zendingspredikant in Nipsan nog steeds de hoge achting van heel de bevolking. In 1985 beginnen de meer dan 20 evangelisten, die in dit gebied werkzaam zijn, de eerste vruchten op de verkondiging van het Evangelie te zien. Het was dan ook een bijzondere dag toen op 7 februari 1988 voor de eerste keer aan 61 volwassenen en op 21 maart aan 21 kinderen het sacrament van de Heilige Doop mocht worden bediend.

Langda

Het gebergte om Langda heen is ongeveer 12.000 voet hoog. In dat prachtige gebied was het, dat de heer Louwerse met zijn vrouw en 35 helpers uit Abenaho op 12 juli 1973 voor het eerst voet aan de grond zette. In 1977 worden de erste meldingen gedaan van verbrandingen van de afgoden. Onder leiding van een voormalig geestenhoofd zijn de laatste officiële afgoden op een brandstapel buiten het dorp Langda aan de vlammen prijsgegeven. In 1978 kon de eerste doopdienst worden gehouden. Dat was het begin van de christelijke gemeente in Langda.

Bommela

Vanuit het Langda-gebied werden in 1975 al de eerste evangelisatietochten gemaakt naar de Sayn-vallei, waarin Bommela ligt. Dhr. Looijen en ik zijn daar als eerste blanken heen gelopen om een onderkomen voor de familie Kuijt op te zetten. Nipsan was verwoest en daarom heeft ds. Kuijt medio 1976 Bommela geopend. Hij en zijn helpers hebben daar het zaad van het Woord gestrooid. En het keerde niet ledig weder! Eind novermber 1978 is ds. Kuijt uit Bommela vertrokken naar Nipsan en op 18 januari 1979 was het zover dat zuster Van Moolenbroek definitief het lieflijke, zonnige Landikma verwisselde voor het mistige en weerbarstige Bommela, niet vertrouwend op mensen of angstig voor de dreiging en moord van het heidendom, maar vertrouwend op de God van haar leven. Op 26 februari 1982 deed Onggawarlog Yare als gembala zijn intrede in Bommela. Samen met tien andere evangelisten draagt hij vanaf dat moment de verantwoordelijkheid voor het geestelijke werk. Na enkele maanden taalstudie kan hij al beginnen met een eenvoudige bijbelklas in de plaatselijke taal. Op zaterdag 21 augustus 1982 werd in Bommela de eerste doopdienst gehouden. En zo mocht ook hier het Woord doorwerken in de harten van velen. In 1984 werden contacten gelegd met de bewoners van het meer zuidelijk gelegen laagland en het jaar daarop konden de eerste studenten van de plaatselijke bijbelschool in Bommela toegelaten worden tot de Centrale Bijbelschool in Pass Valley.

Sumtamon

Sumtamon werd de zesde post die geopend mocht worden. Sumtamon ligt vanaf Langda ongeveer een kwartier vliegen in oostelijke richting. In de jaren 1977 en 1978 werd vanuit Langda al begonnen met de eerste evangelisatietochten in dit gebied. Na verloop van tijd werd hier een analfabetenschool opgericht, werden er polikliniekjes gebouwd zodat er medische hulp aan de bevolking kon worden gegeven en is op 28 juli 1982 zelfs de eerste doopdienst gehouden. In 1985 zijn er heel wat spanningen geweest in Sumtamon in verband met het optreden van een bevrijdingsorganisatie die de bevolking wilde opzetten tegen de Indonesische overheid. Toch mocht in februari 1986 kandidaat Pieter Wabdaron door ds. Kuijt onder grote belangstelling in de gemeente van Langda tot predikant worden bevestigd om uitgezonden te worden naar Sumtamon.

Erkenning van de jonge zendingskerk

In de week van 18 tot 22 juni 1984 is de eerste synodevergadering van de nationale kerk gehouden in Pass Valley, de oudste post van de Zending der Gereformeerde Gemeenten in Irian. En op die eerste synodevergadering is de leiding oficieel overgedragen aan de jonge kerk. Daar is uiteraard een lange voorbereidingsfase aan vooraf gegaan en er is op verschillende classisvergaderingen uitvoerig over gesproken. Ook de eerste Synode stond helemaal in het kader van die zelfstandigwording. Daar is de naam van de kerk veranderd in "Gereja Jemaat Protestan di Irian Jaya" (G.J.P.I.) hetgeen we kunnen vertalen met "Kerk van de protestantse gemeente op Irian Jaya". Verder is er op die Synode een werkplan opgesteld voor de toekomst, de kerkorde is vastgesteld, de opleidng van de evangelisten en predikanten is besproken en nog vele andere kerkelijke zaken. Zo mocht er na ruim twintig jaar zendingswerk onder de schriftloze volken in de binnenlanden van Irian een zelfstandige kerk ontstaan.

Het Woord gaat voort

En zo mag de jonge kerk met haar eigen mensen de boodschap van verlossing verder brengen. Ook in het oostelijk bergland. In Seradela heeft een evangelisatieteam een poosje gewerkt, maar na ongeregeldheden en dreiging met moord zijn ze weer vertrokken. Medio 1987 is men onder leiding van ds. Kuijt in Seradela weer begonnen met evangeliseren en het aanleggen van een landingsbaan. Ook in Samboka wordt gewerkt. Dat gebied ligt meer ten zuiden van Bommela. En zo liggen er daar in het zuiderland "open plekken" in het oerwoud waar het heet en vochtig is en waar malariamuskieten hun verwoestend werk doen. Waar mensen leven in moerassen en bij grote rivieren, mensen zoals u en ik, alleen veel kleiner, met een andere huidskleur en nog in het stenen tijdperk, maar toch mensen die hetzelfde nodig hebben als wij om welgetroost te kunnen leven en zalig te kunnen sterven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1990

Mivo -12 | 39 Pagina's

Zending op Irian Jaya

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1990

Mivo -12 | 39 Pagina's