JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Verwachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwachting

2 minuten leestijd

De kleine Efraïm klemt zich stevig vast aan vader. Ze zijn onderweg naar het feest in Jeruzalem. Ieder jaar reizen ze voor de nationale feestdagen een aantal keer naar Jeruzalem. Het grootste deel van de reis is reuzegezellig. De pelgrims reizen in groepen, al zingend en soms dansend, de weg naar Jeruzalem. Ze zingen dan de ‘liederen van de opgang’ (Hamaäloth). Dat zijn de psalmen 120 tot en met 134.

Maar dit punt op de reis is altijd spannend. Ze zijn bijna in Jeruzalem, maar moeten nog over de hoge heuvels die rondom Jeruzalem liggen. Het is hier gevaarlijk, want er dwalen wilde dieren. Maar dat is niet alles. Er huizen ook gevaarlijke roversbenden die de weg onveilig maken. Zij weten ook dat er pelgrims met offergeschenken over deze weg komen. Daarom leggen zij valstrikken en deinzen er niet voor terug om groepen pelgrims te overvallen.

Efraïm voelt aan de klamme hand van vader dat hij ook gespannen is. Maar dan hoort hij het zachte neuriën van een bekend lied. Hij kijkt achterom. Er speelt een glimlach om moeders lippen. Ze begint harder te neuriën en al gauw vallen anderen haar bij: ‘k Sla d’ogen naar ’t gebergte heen, vanwaar ik dag en nacht des Hoogsten bijstand wacht!’

Jij kent Psalm 121 vers 1 wel uit je hoofd, toch? Ik heb nooit zo begrepen waarom de psalmdichter met verwachting naar de bergen kijkt. Mijn Hebreeuws lezende SGP-collega legde het pasgeleden in een dagopening uit. Ken je de Naardense vertaling? Dat is een Bijbelvertaling die de Hebreeuwse Bijbel letterlijk vertaalt. De Naardense vertaling vertaalt Psalm 121 met: ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal komen mijn hulp?’ Dus de psalmdichter heeft juist behoefte aan hulp als hij naar de bergen kijkt!

Nu je begrijpt dat die bergen zo gevaarlijk zijn, snap je ook de noodschreeuw van de psalmdichter. Hij kijkt naar die gevaarlijke bergen. Hoe moet hij daar ooit veilig overheen komen?

Maar dan ziet hij iets hoger, naar de Hoogste. Ja, zijn hulp is van de Hoogste! Die is hoger dan de bergen en zal hem veilig in Jeruzalem brengen.

Zeg eens, waar reis jij naartoe? Zie jij ook de gevaren onderweg naar het hemelse Jeruzalem? En verwacht jij jouw hulp en bijstand van de Heere? Lees Psalm 121 eens. Heb jij hetzelfde zekere vertrouwen in de Heere?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025

Daniel | 40 Pagina's

Verwachting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025

Daniel | 40 Pagina's