Opa
Dertien jaar geleden stierf mijn opa. Inmiddels zijn al mijn opa’s en oma’s er niet meer. Hoe is dat bij jou? Heb jij je grootouders nog? Of heb je al afscheid moeten nemen?
Opa was een man vol levenslust. Ook na verschillende beroertes. Die weerhielden hem er niet van met de computer aan de slag te gaan. Praten werd moeilijker, maar hij gaf niet op. Jarenlang gaf hij les op een technische school. Hij schreef verschillende studieboeken. Kennis doorgeven, jonge mensen vormen, dat was zijn passie. Ik zie hem nog zitten, met een twinkeling in zijn ogen, als hij sprak over ‘zijn jongens’ op school. “Daar ligt mijn hart,” zei hij eens.
Als kind keek ik tegen hem op. Ik herinner me nog dat ritje in de metro. We keken hoe de stations voorbijschoten: Blaak, Hofplein, Marconiplein. Toen de machinist omriep: “Beste reizigers, het volgende station is Macaroniplein,” proestten we het uit van het lachen. Of die keer dat ik op zijn schoot zat en mocht ‘autorijden’. Een automaat, natuurlijk, maar toch. Mijn handen op het stuur, zijn handen eromheen. Ik voelde me heel wat. Opa had de controle, maar liet mij het gevoel hebben dat ik reed.
Maar de controle over het leven had hij niet. Zijn gezondheid ging achteruit. Vroeger, toen hij in de Tweede Wereldoorlog moest werken in Duitsland, brachten zijn voeten hem overal. Nu voelden ze niets meer. Opa had pijn aan open wonden. Er waren dagen waarin hij geen lust meer had. Te moe om nog te strijden.
En toen kwam het moment van afscheid. Ik las hem Psalm 23 voor, de Herderspsalm. Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij. Zijn ogen waren vaak gesloten, zijn kracht bijna op. Maar terwijl ik dit las, gebeurde er iets. Opa’s ogen lichtten op. Zijn handen knepen in de mijne. Hij probeerde iets te zeggen. Een geluid kwam uit zijn mond, onverstaanbaar. Hij wilde me iets duidelijk maken. Wat? Ik wist het niet. Een machteloos gevoel overviel me. Een paar dagen later ging hij heen. Zijn jaren waren gelijk aan het getal van de psalm die leert dat ook hij zijn ziel niet kon redden van het graf.
Dertien jaar is lang. En toch voelt het kort. De generaties voor mij verdwijnen. Ik schuif een generatie op. En jij? Heb jij daar weleens over nagedacht? Jij en ik, wij zijn de volgende. Maar hoe lang duurt het nog? Niet iedereen wordt oud. De dood kan ons overvallen, jong of oud. Ben jij bereid God te ontmoeten? Ooit ben jij aan de beurt. Waar zal jij dan zijn?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025
Daniel | 44 Pagina's