Het Tweestammenrijk Juda

Het ontstaan

Aan het einde van zijn leven valt koning Salomo in afgoderij. Als straf op deze zonde vindt na zijn overlijden een scheuring plaats binnen het koninkrijk. Het volk wordt verdeeld in het Tien- en Tweestammenrijk. Deze scheiding vond plaats rond 931 voor Christus. Jeróbeam wordt koning over het noordelijke deel, het Tienstammenrijk Israël. De twee stammen Juda en Benjamin vormen samen het zuidelijke deel, onder leiding van koning Rehábeam.

Gods belofte

Koning Jeróbeam gaat de koningen van het Tienstammenrijk voor in de afval van de dienst van de HEERE. In 722 voor Christus wordt het Tienstammenrijk door de Assyriërs in ballingschap gevoerd. De HEERE blijft ondanks de ontrouw van het volk trouw aan Zijn belofte aan David. Doch uw huis zal bestendig zijn en uw koninkrijk tot in eeuwigheid voor uw aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid (2 Sam. 7:16). Binnen het Tweestammenrijk zal altijd een koning uit de lijn van David op de troon blijven. Kort na de scheiding ontstaan binnen het koningshuis grote verschillen in godsdienstige houding. Het gevolg is dat zowel godvrezende als goddeloze koningen aan de macht zijn gekomen.

Het Tweestammenrijk wordt in een latere periode door de Babyloniërs voor zeventig jaar in ballingschap gehouden. Door de zonden lijkt het met Juda en het huis van David op dezelfde wijze af te lopen als met het Tienstammenrijk Israël. God verbreekt Zijn verbond echter niet. Het openingswoord van Nieuwe Testament luidt namelijk als volgt: Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham (Matth. 1:1) Gods belofte is met Jezus’ komst, de Zoon van David, vervuld.

Bronnen: Bijbel met uitleg; Studiebijbel; The Land of Israel, Dr. C. Mariottini.

Koningen van het Tweestammenrijk Juda vanaf de scheuring van het Tien- en Tweestammenrijk (931)

Godvrezende koning Koning die goede, maar ook verkeerde keuzes heeft gemaakt Goddeloze koning

931-914 Rehábeam

914-912 Abía

912-870 Asa

870-848 Jósafat

848-841 Jehóram

841 Aházia

841-835 Athália

835-795 Joas

795-789 Amázia

789-749 Uzzia

749-734 Jotham

734-718 Achaz

718-698 Hizkia

698-642 Manasse

642-640 Amon

640-609 Josía

609 Jóahaz

609-598 Jójakim

598-597 Jójachim

597-586 Zedekía

Voor alle jaartallen geldt BC, ‘voor Christus’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen