De Heilige geest leidt de weg
Pinksteren is het laatste feest van het kerkelijke jaar. Hierbij wordt de uitstorting van de Heilige Geest herdacht. Toch is de Geest meer dan dat alleen. Dominee G. van Manen uit Elspeet vertelt hoe de Heilige Geest werkt, Wie Hij is en hoe je Zijn zaligmakende genade kunt ervaren. Ook geeft hij een blik in zijn hart als het gaat over de leiding van deze derde Persoon in zijn leven, waarbij niet de mens, ook niet de Geest, maar de Zaligmaker het middelpunt is.
De predikant, wonend op de Veluwe, kiest zorgvuldig zijn woorden. Hij geeft aan dat God één in Wezen is en drie in Personen. “God de Vader is de eerste, God de Zoon de tweede en God de Heilige Geest de derde Persoon. De Geest gaat uit van de Vader en de Zoon. De Heilige Geest voltooit Gods werk.”
Hoe werkt de Geest?
“Zijn algemene werk zie je bijvoorbeeld terug in de schepping: de Geest zweefde op de wateren en maakte deze vruchtbaar, zodat er levende wezens kwamen. Daarnaast is er ook de inspiratie van Gods Woord door de Heilige Geest. De Bijbelschrijvers hebben Gods Woord feilloos opgeschreven, geïnspireerd door de Geest. Vervolgens bekwaamt Hij ook mensen om dienstbaar te zijn in Gods Koninkrijk. Mozes moest mannen (Aholiab en Bezaleël) afzonderen om de tabernakel te maken en de HEERE beloofde aan deze mannen Zijn Geest te geven. De Heilige Geest kan mensen geschikt maken voor het ambt. Waarschijnlijk kennen alle kerkmensen wel iets van de algemene werking van de Heilige Geest. In onze kerkelijke gemeente in Elspeet zijn er veel sterfgevallen geweest door corona. Er zijn dan indrukken van de eeuwigheid en er ligt beslag tijdens de preken en rouwdiensten. Tegelijkertijd moet dit onderscheiden worden van de bijzondere werking van de Heilige Geest. In de gelijkenis van het zaad noemt de Heere Jezus het tijdgeloof. Dat zetelt in het gevoel en kan ver gaan, maar verenigt niet met Christus. Het gaat de hoogte in, maar schiet geen wortel. Het zaad dat in de goede aarde valt, gaat echter de diepte in. En dan zie je vruchten van geloof en bekering waardig.”
Is de Heilige Geest ook bij mensen zonder een nieuw hart?
“Koning Saul werd ook vaardig door de Geest, maar hij miste de zaligmakende genade.”
Hoe kun je die zaligmakende genade ervaren?
“In het zaligmakende werk gebruikt Hij Zijn woord. Dat begint mij aan te spreken, het doet kracht en verbindt mij aan de genadetroon. De Heilige Geest laat me vanuit de Bijbel zien wie God is en wie ikzelf ben en dat ik tegen God gezondigd heb. Als die bijzondere werking komt, dan krijg je zo’n gemis. Toen ik vroeger diaken was en ik op huisbezoek kwam bij Gods kinderen en de ouderling dan met hen sprak over Gods werk, dan voelde ik dat ik miste wat zij wel hadden.”
Bleef u een missend mens?
“Al jong had ik indrukken van de Heere. Ik merkte dat ik met algemene indrukken door kon leven en dat het me niet bracht op de plaats waar ik moest zijn. Daar kwam echter verandering in: ik kreeg een ander gebedsleven en ging anders de Bijbel lezen. In 1994 werd ik tot ouderling gekozen en tijdens het lezen van de Bijbel en het beluisteren en lezen van preken, kwam ik dingen tegen die ik in mijn hart ook zo voelde. Ik vroeg me toen af: Zijn dat kenmerken van het ware leven? Ik vond daar echter geen rust in. In 2000 werd dat echt anders tijdens een leespreek over Johannes 6 vers 37: Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. De Heilige Geest maakte dit woord krachtig. Ik geloofde dat het de stem van Christus was van wie ik de gewilligheid om zondaren zalig te maken zo gevoelde in mijn ziel. Dat werd persoonlijk voor mij.”
U stipte kort aan dat u al jong tot het ambt van diaken en ouderling werd gekozen. Kunt u aangeven hoe u de leiding van de Heilige Geest daarin hebt ervaren?
“Ik was best wel jong toen ik diaken in Krabbendijke werd, zesentwintig jaar. Ineens hoor je je naam aflezen. De ouderling sloot de ledenvergadering met de tekst: Het lot wordt in den schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE (Spr. 16). De avond daarna belde een broer mij en haalde precies diezelfde tekst aan. Ik heb God gesmeekt om licht en zaterdagmorgen lazen we aan tafel uit 1 Korinthe 15, het laatste vers: Zijt standvastig, (…) als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere. Toen durfde ik geen ‘nee’ te zeggen en heb ik het ambt aanvaard. De Heere heeft daarin nooit beschaamd.”
En toen?
“Na een aantal jaren werd ik kandidaat gesteld voor ouderling en kreeg de meerderheid van de stemmen. Het gaf me meer strijd dan bij het diakenschap. Die zaterdagmiddag zei ik tegen m’n vrouw: ‘Ik ga naar de pastorie om te zeggen dat ik het niet doe’. ‘Maar het is nog geen avond’, zei ze. Dus toen wachtte ik een paar uurtjes. Bij het avondeten lazen we 2 Samuël 19. Absalom is omgekomen, waarop David naar de opperzaal gaat. Joab gaat naar hem toe en zegt dan in vers 7: Zo sta nu op, ga uit. Spreek naar het hart uwer knechten. Vervolgens staat er in vers 8: Toen stond de koning op en zette zich in de poort. Die woorden gingen naar binnen. In de poort zijn, ziet op de oudste. Ouderling is daarvan afgeleid. En het koningschap is een regeerambt en ziet dus ook op het ouderlingschap. Toen vielen alle bezwaren weg en heb ik het aangenomen.”
De Heilige Geest heeft u ook in een ander ambt geleid. U bent nu dominee…
“In 1996 werkte ik in Goes en op een middag ging ik naar de bevestiging van kandidaat G.J.N. Moens in diezelfde plaats. Bij de handoplegging zei een predikant: Zijt standvastig (…), als die weet dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere (1 Kor. 15:58). Die woorden deden wat bij mij. Maar dat kon toch niet voor mij? Ik las een tijd later thuis aan tafel Handelingen 2, waar Petrus spreekt over David en ineens staat daar in vers 30: Alzo hij dan een profeet was. Het ambt van predikant is vergelijkbaar met dat van profeet. Zo staat het ook in het bevestigingsformulier. En toch durfde ik daar niks mee te doen.”
Hoe werd dat anders?
“In 2000 mocht ik voor het eerst deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Ik had de Heere gevraagd of Hij daar licht over wilde geven, want het was een week van voorbereiding. Normaal gesproken las ik na het ontbijt vaak uit een van de Evangeliën over de instelling van het Heilig Avondmaal. Die zondagmorgen lag de Bijbel echter open bij Openbaring 10. Ik las het voor aan tafel en werd ontroerd toen ik vers 9 moest lezen: Neem dat en eet het op. Ik geloofde dat de Heere mij daarin onderwees en dat ik aan het Heilig Avondmaal mocht deelnemen. Ik las verder tot en met het laatste vers, waarin staat: Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natiën, en talen, en koningen. Dat deed me zoveel. Maar daarna werd ik bestreden, want dat boekske slaat toch niet op het Heilig Avondmaal? Dat zorgde ervoor dat ik mezelf ging onderzoeken. De kanttekening geeft aan dat hieronder ook het boek van het Evangelie verstaan wordt. Toen werd het stil van binnen en redeneerde ik niet meer. De verwondering ebde later wat weg en ik werd steeds bepaald bij dat moeten profeteren, wat stond aan het eind van Openbaring 10. Handelingen 2 vers 30 kwam ook weer terug. Toen ben ik wél aan de Heere gaan vragen: ‘Als dit van U is, wilt U mij dan de weg wijzen?’ Kort daarna was er classisvergadering in Goes en ik ging daar naar toe. Dominee J. Schipper opende de vergadering uit Ezechiël 3 vers 17: Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israëls; zo zult gij (…) hen van Mijnentwege waarschuwen. Ik dacht dat ik er alleen zat en tegelijkertijd loste het nog niks op. Een dag later las ik Openbaring 10 opnieuw en toen zag ik een tekstverwijzing staan naar Ezechiël 3 vers 1: Eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga, spreek tot het huis Israëls. Wat er dan door je heen gaat, kan ik niet goed onder woorden brengen. Ik riep uit: ‘Heere, wijs me dan ook verder de weg. Wanneer is het Uw tijd?’ Ook was ik bepaald bij de geschiedenis van koning David. Hij was eerst zeven jaar en zes maanden koning over Juda en daarna regeerde hij over heel Israël en Juda. Ik ben toen de jaren nagegaan dat ik ouderling was en zou in augustus van het jaar daarop zeven jaar en zes maanden ouderling zijn. Dat gaf mij duidelijkheid. Ik kon niet anders dan een attest vragen en ben door Gods leiding dominee geworden.”
Hoe weet je zeker of iets van de Heilige Geest is en geen verbeelding?
“Zeker weten is een stellige uitdrukking. De Heere moet dat bevestigen uit Zijn Woord. Persoonlijk tot je spreken. Het bijzondere werk van de Heilige Geest verzegelt het werk van de Heere in de ziel. Je kunt dingen lezen en zeggen dat je er geen vreemdeling van bent, maar de Heilige Geest moet ervoor zorgen dat alle licht op Christus valt, want buiten Hem is er geen zaligheid. Het bijzondere werk van de Heilige Geest is Christus verheerlijken. Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Daar zijn drie dingen van te zeggen. Ten eerste dat de liefde trekt. Vervolgens drijft de nood uit. Tenslotte leidt de Heilige Geest door middel van Zijn Woord tot Christus. En daar gaat het om.”
Werkt Hij altijd op dezelfde manier, of kunnen gelovigen daar ook verschil in ervaren?
“De Heilige Geest werkt altijd geordend door Gods Woord. De Heilige Geest laat mij eerst de spiegel van de wet zien, voordat Hij het lieflijk Evangelie opent voor het hart. Denk bijvoorbeeld aan de drie stukken uit Zondag 1 van onze Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. God is een God van orde. De Geest werkt echter ook verschillend: soms heel krachtig, soms minder krachtig.”
Kun je als jongere ook Zijn werk ervaren?
“Zeker! Samuël was jong toen hij het werk van de Heilige Geest ervaren mocht in zijn hart, in het bijzonder toen de HEERE tot hem sprak. Dat zien we ook bij Obadja: Ik (…) nu vrees den HEERE van mijn jonkheid af. Dat was vrucht van de inwendige roeping door de Heilige Geest. En in Psalm 72 vers 5 staat: Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht.”
Hoe moeten we ons verhouden tot bovennatuurlijke gaven van de Heilige Geest, zoals genezingsdiensten?
“Ik zou daar heel voorzichtig mee omgaan. Dergelijke diensten moeten we niet bezoeken. Je ziet in de tijd van de Heere Jezus en de tijd na Pinksteren dat er bijzondere gaven waren, maar dat die na verloop van tijd minder werden. Destijds moest het Koninkrijk over heel de wereld komen en gebruikte God daarvoor de bijzondere gaven van de Geest. Nu werkt God eenvoudig door Zijn Woord en Geest. En wat in het Woord staat is waar: Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.”
Verder praten
Op JV, thuis of met je vrienden:
ԧ Heb jij weleens het werk van de Heilige Geest in jouw leven gezien?
ԧ Hoe kun je weten dat het werk van de Heilige Geest zaligmakend is?
ԧ Waarom moet je terughoudend zijn met het bezoeken van genezingsdiensten?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021
Daniel | 36 Pagina's