Henochs prediking
Bijbelstudie
Lezen Judas: 14-15
In de dagen van Judas (waarschijnlijk een zoon van Maria de moeder van de Heere Jezus) waren er in de gemeente van God allerlei dwaalleraren gekomen. Ze zeiden dat de christenen gerust in de zonden konden leven en ze gingen de gemeente daarin ook voor. Allerlei grove zonden werden openlijk uitgeleefd. Zonden tegen het vijfde, zevende en negende gebod worden genoemd in vers 8. Scherp wijst Judas de gemeente op het vreselijk einde van de mensen die in deze zonden door blijven gaan.
14. En van 1 dezen heeft ook Henoch, 2 de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, 4 de Heere is gekomen 6 met Zijn vele duizenden heiligen,
15. 7 om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, 10 vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en 10 vanwege al de harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.
(Judas: 14-15)
In de tekst staan nummers, deze horen bij de vraag met hetzelfde nummer.
1. Wie bedoelt Judas met dit woord? Welke namen gebruikt hij in vers 12-13 voor deze mensen?
2. Leg uit waarom er staat dat Henoch de zevende van Adam is.
3. Judas haalt in vers 14 en 15 de profetie van Henoch aan. Zeg eens in je eigen woorden wat Henoch gezegd heeft tegen de mensen van zijn tijd?
4. Henoch zegt dat de Heere al gekomen is (vers 14). Maar de Heere was nog niet teruggekomen om te oordelen. Waarom zou hij het dan toch zo zeggen?
Kijk eens in Mattheüs 26 : 64. Hoe zegt de Heere Jezus het Zelf?
5. Lees Mattheüs 24 : 1-14. Welke tekenen zullen vooraf gaan aan de wederkomst van Christus?
6. Judas schrijft in vers 14 dat de Heere komt met Zijn vele duizenden heiligen. Wie zijn dat? Wat zal hun taak zijn op de oordeelsdag?
(Zie: Mattheüs 13 : 36-43)
7. Wat is het doel van Christus’ komst op de wolken van de hemel?
(Lees ook: 2 Korinthe 5 : 10)
8. Lees vers 15.
a. Welk woord keert telkens terug in dit vers?
b. Wat is het verschil tussen een goddeloze die zondigt en een kind van God dat zondigt?
9. Om welke dingen worden de goddelozen gestraft in het oordeel?
(Zie ook: 2 Korinthe 5 : 10 en Psalm 139 : 2-4)
10. Hoe kun jij ontkomen als Christus wederkomt ten oordeel? Lees eens:
Jesaja 45 : 22 en Ezechiel 18 : 23.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2006
Treffer | 16 Pagina's
