Het Werk Van De Heilige Geest
Aanwijzingen voor het gebruik
Een teer en zeer heilig onderwerp vraagt onze aandacht. Een onderwerp, waarbij wij de verlichting door die Geest, over Wie wij spreken, niet kunnen missen. Zijn werk is immers zo verborgen: "de wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk, die uit de Geest geboren is", Joh. 3 : 8. De wereld weet rond het Kerstgebeuren nog een sfeer van romantiek en gezelligheid aan te brengen, maar tegenover het Pinksterfeest weet zij haar houding in het geheel niet te bepalen.
Het gaat ons niet zozeer om een dogmatische verhandeling over de Persoon van de Heilige Geest, als wel een vragen en zoeken naar wat de Schrift zegt over Zijn werk.
Vele vragen komen in een tijd, waarin stromingen als de Pinksterbeweging zo van zich doen spreken, op ons af. Laat dan daarbij de Heilige Schrift onze gids zijn.
1. Het doel van zijn werk
Het doel van al het werk van de Heilige Geest is, Gods raadsbesluit tot volvoering te brengen. Zijn werk is méér dan de heiligmaking van de zondaar, méér ook zelfs dan de toepassing van de zaligheid, die door Christus verworven werd. Het werk van de Geest begint en eindigt in de eeuwigheid, is dan ook gericht op de ere Gods. Daarom roept die Geest ook om de wederkomst van Christus, opdat God alles moge zijn in allen: de Geest en de Bruid zeggen: kom! (Openb. 22 : 17).
2. Het werk des geestes en de schepping
In het Oude Testament leren we, dat de Geest scheppend werkt, vgl. vooral Gen. 1 : 2 "en de Geest Gods zweefde op de wateren". De Geest zweefde. Het beeld is dat van een vogel, die met uitgebreide vleugels boven het nest van de jongen zweeft om die te koesteren en te dekken. Nu beperkt zich het werk van de Geest niet tot de zes scheppingsdagen. Het komt ook däär openbaar, waar wij het allerminst zouden verwachten, nl. in de gaven en talenten, die God aan de mensen schenkt. De HEERE sprak van Bezaleël: "Ik heb hem vervuld met de Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk, om te bedenken vernuftige arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper..." (Ex. 31 : 3, 4). De Geest maakt ook bekwaam tot het ambt, zelfs een Saul (de Geest des Heeren wijkt van hem, als hij door ongehoorzaamheid zijn ambt verbeurt). Wat wij een bijzondere aanleg noemen, kan gave des Geestes zijn. Wee hem, die met zijn talenten in de mens eindigt en de door de Heere geschonken talenten in satans dienst stelt.
3. De heilige geest en bet oude testament
De belofte van de uitstorting van de Geest (Joël 2 : 28, 29) leert ons al, dat er onderscheid is tussen de bediening van de Geest in het Oude Testament en die in het Nieuwe Testament. Dit onderscheid is niet hierin gelegen, dat de Heilige Geest onder de oude bedeling van het verbond der genade niet zou hebben gewerkt en onder de nieuwe bedeling wel. Immers: al de kinderen Gods uit het Oude Testament zijn wedergeboren door diezelfde Geest, Die ook heden wederbarend werkt. Maar het onderscheid komt uit in teksten als Joh. 15 : 26: "maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die Ik u zenden zal van de Vader..." Op de Pinksterdag vond de zending van de Heilige Geest plaats. Hij is als Persoon komen wonen in al Zijn volheid in de Kerk, die gekocht is met de prijs van Christus' bloed. En van die Kerk wijkt Hij nimmermeer. Het is van groot belang dit laatste op te merken, gedachtig aan Joh. 14 : 16. Hoewel de Heere soms de kandelaar van Zijn Woord van de ene plaats wegneemt om haar te stellen op een andere plaats, van Zijn Kerk zal die Geest niet wijken, maar Hij zal bij haar blijven in der eeuwigheid.
4. De heilige geest en het woord gods
Nu moeten wij eerst nog spreken over een wonderlijk werk des Geestes in de heilsgeschiedenis, nl. het doen ontstaan van het geopenbaarde Woord van God.
Lees 2 Petrus 1 : 19-21 en de Nederlandse Geloofsbelijdenis art. 3.
De Geest heeft de heilige mensen Gods gedreven, zodat ze niet feilen konden in het teboek stellen van het Woord Gods. Ook dit zo schijnbaar "eenvoudige" feit dat wij allen een Bijbel bezitten is een vrucht van dit — veelal vergeten — werk van de Heilige Geest.
N.B. De Geest inspireerde niet slechts de schrijvers, maar bewaarde ook de Schrift, ja, droeg ook zorg voor de kanonvorming. Dat sommige boeken wel, andere boeken niet in de kanon van de Schrift zijn opgenomen, is geen willekeur van de Kerk, maar vrucht van het werk van de Heilige Geest.
In dit verband moeten we ook letten op het bekende "Testimonium Spiritus Sancti", het "getuigenis van de Heilige Geest", waarover Guido de Brés spreekt in art 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Wij geloven de Heilige Schriften "inzonderheid omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten, dat ze van God zijn ..." Ieder, die door God bekeerd wordt, leert dit krachtige, inwendige getuigenis des Geestes kennen op een bevindelijke wijze.
5. De heilige geest en de herschepping
De Heilige Geest brengt Gods raadsbesluit tot volvoering; daartoe behoort nu ook het zaligmaken van de uitverkoren Kerk. De Heere koos Zich daartoe een wondervolle weg. Hij schonk het Liefste wat Hij heeft: het Woord is vlees geworden. Ook in deze vleeswording des Woords heeft de Geest gewerkt, vgl. Lukas 1 : 35. Omdat het Woord (de Heere Jezus) vlees geworden is, kon de belofte uit Joël 2 in vervulling gaan: "en het zal zijn in het laatste der dagen (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees..." (Hand. 2 : 17). Nu heeft Christus de zaligheid volkomen verworven; daar behoeft en daar mag en daar kan niets van ons meer bij, zelfs geen enkele traan. Maar wél is ons nodig, dat die zaligheid ons wordt toegepast. Zonder die persoonlijke toepassing zal niemand de Heere zien. Nu gaat Christus Zélf de zaligheid toepassen, wegschenken, uitdelen aan de Zijnen. Dat doet Hij door Zijn Geest. Lees nu Zondag 20 van de Heidelberger: "dat Hij ook mij (strikt persoonlijk!) gegeven is, opdat Hij mij door een oprecht geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make..." Daar heeft de Heere Zelf van gesproken: "Die (nl. de Geest der waarheid) zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en het u verkondigen" (Joh. 16 : 14). Zo is de Heilige Geest de Werkmeester van alle genade.
6. middellijk of onmiddellijk?
De Heere maakt Zijn Kerk zalig en Hij leidt haar door Zijn Woord en Geest (vgl. Rom. 10 : 17). De Heere werkt in Zijn gewone weg middellijk, d.w.z. Hij gebruikt middelen om mensen onder het Woord te brengen, hen te bekeren en het geloof te versterken. De Heilige Geest bedient Zich in het bijzonder van de genademiddelen: het Woord om het geloof te werken en te versterken, de sacramenten om het geloof te versterken. Hoewel de Heere dus onmiddellijk kan werken (Hij doet dat bv. als Hij een pasgeboren kind doet wederomgeboren worden; zo'n kind kan natuurlijk nog niet onder het Woord komen, en toch heeft de Heere Zijn uitverkorenen ook onder jong stervende kinderen), is het Zijn gewone weg te werken door Woord en Geest. Het is van groot belang, de verhouding tussen Woord en Geest op de juiste wijze te zien.
Wie het Woord los wil maken van de Geest, komt tot rationalisme (overdreven benadrukken van het verstandelijke), de uitwendige roeping wordt voor zaligmakend gehouden, men heeft het Woord, dat is genoeg; maar de toepassing van de Heilige Geest wordt niet gevraagd.
Wie de Geest los wil maken van het Woord, komt tot spiritualisme (overdreven benadrukken van het geestelijke), alles komt aan op het "inwendige licht" van de Heilige Geest; men hecht waarde aan visioenen, hoorbare stemmen enz.
Calvijn: het gepredikte Woord en de sacramenten zijn de organen van de Geest. De Heere is niet aan de middelen gebonden, maar wij wel. Hij wil Zijn zegen verbinden aan het gebruik ervan.
7. Hoe werkt de heilige geest?
De Heilige Geest past de door Christus verworven zaligheid toe. Doet Hij dat op velerlei wijze? Het is belangrijk, erop te letten dat er een orde is waarin de Heilige Geest aan de Kerk de verworven weldaden deelachtig maakt. Dit noemen we de orde des heils. Deze orde loopt via de roeping, wedergeboorte, geloof, rechtvaardigmaking en heiligmaking naar de volkomen heerlijkheid.
Nu een praktische vraag: waaraan kan ik weten, of de Heilige Geest zaligmakend in mij werkt? Zijn er kenmerken van het werk van de Geest? Die kenmerken zijn er. Wij willen wijzen op: a. Johannes 16 : 7-11:
a. Johannes 16 : 7-11:
Die Geest zal overtuigen van zonde. In deze weg maakt Hij in het hart van de zondaar plaats voor de Heere Jezus. Hij maakt van dood levend (Joh. 5 : 26, Efeze 2 : 1) en werkt in het hart de droefheid naar God, dat is een droefheid over de zonde. Hij verootmoedigt (probeer zelf eens onder woorden te brengen, wat "verootmoedigen" is!). Dit is het eigen werk van de Heilige Geest; het eigen werk van de duivel is, God verdacht te maken, klein van Hem te denken en Zijn Woord in twijfel te trekken.
b. Johannes15 : 26
De Geest is de Trooster, letterlijk de parakleet, de pleitbezorger of advocaat. Hij zal de Kerk troosten door van Christus te getuigen, d.w.z. met kracht van Hem spreken, openbaren in het hart. Als Troosteri bdt Hij in het hart met onuitsprekelijke zuchtingen (Rom. 8 : 26).
c. Johannes 16 : 14
De Geest verheerlijkt Christus. Hij zal maken, dat een arme zondaar Christus leert kennen als de Schoonste van alle mensenkinderen. De Geest van Christus werkt als de knecht van Abraham: Hij voert de bruid als Rebekka door de woestijn tot deze Meerdere Izak.
8. Slotopmerkingen
Er zou veel meer te noemen zijn. Wie mag leren graven in de schatbodem van het Woord zal zelf meer ontdekken. Nu nog twee zaken:
1. Hoe moeten we denken over de bezwaren, door o.a. de Pinksterbeweging ingebracht tegen de kerken? De kerken zouden Geesteloos zijn, liefdeloos, koud. Wij zouden niet meer leven uit het "volle Evangelie". Er zou geen oog meer zijn voor de gaven van de Geest, zoals die in 1 Korinthe 12 wor-den genoemd. Wij willen antwoorden: sommige bezwaren zijn terecht. Al te zeer wordt het doorbrekende werk van de Geest gemist; de tijd is donker. De oorzaak daarvan ligt bij ons. Evenwel: de bezwaren zijn zo liefdeloos! Kinderen, die hun ouders beschimpen, vervullen ons met afkeer. Wat dan te denken van "kinderen" die op zulk een wijze spreken van "moeder" waaruit ze zijn voortgekomen? De Pinksterbeweging heeft ook geen oog voor de bijzondere situatie, waarin de zendingskerk verkeerde, en voor de bijzondere noodzaak van de geestelijke gaven, die daaruit voortvloeide; geen oog ook voor het feit, dat de vruchten van de Geest (met de zaligheid gepaard!), zoals Paulus ze noemt in Gal. 5 : 22, belangrijker zijn dan de gaven van de Geest (niet altijd met de zaligheid gepaard, vgl. 1 Kor. 13 : 1, 2 en Hebr. 6 : 4-6). Daar komt nog bij, dat stromingen als deze vaak al te lichtvaardig heenstappen over het ontdekkende werk van Gods Geest, veelal ook over de zonde meer spreken als een macht, dan als een schuld voor God.
2. Wat is de zonde tegen de Heilige Geest? Gods Woord spreekt erover in Matth. 12 : 22-32, Hebr. 6 : 4-6 en 1 Joh. 5 : 16. Er is een "zonde, tot de dood". Gods kinderen worden soms bestreden, dat zij zich aan deze zonde zouden hebben schuldig gemaakt. Maar vooral in verband met de geschiedenis uit Matth. 12 moeten we zeggen, dat deze zonde bestaat in een tegen beter weten in lasteren van het werk Gods, als het werk van de duivel. Deze zonde loopt uit in een totale verharding zonder enige bestrijding. Wel kunnen Gods kinderen vallen in de zonde van het bedroeven van de Heilige Geest (Efeze 4 : 30).
9. Literatuur christelijke encyclopedie, 2e druk, deel m, 403-408.
Christelijke Encyclopedie, 2e druk, deel m, 403-408.
Ds. G. H. Kersten: Gereformeerde Dogmatiek deel 1, 140-145 en deel II, 63, 67. De Banier B.V., Utrecht.
Dr. J. H. Bavinck: Ik geloof in de Heilige Geest. J. N. Voorhoeve, Den Haag. Dr. A. Kuyper: Het werk van de Heilige Geest (zeer uitvoerig).
Ds. D. G. Molenaar: De doop met de Heilige Geest. J. H. Kok B.V., Kampen. Dr. M. J. A. de Vrijer: Ds. B. Smytegelt en zijn "gekrookte riet", bldz. 140- 236.
10. Gespreksvragen
1. Mogen wij onze gaven en talenten als gaven van de Heilige Geest zien? Vgl. Ex. 31 : 3, 4.
2. Wat is er nu precies gebeurd op de Pinksterdag?
3. Wat verstaan we onder de inspiratie van de Heilige Geest?
4. Wat is toepassen? 5. Wat is onze opdracht, wanneer wij weten dat de Heilige Geest middellijk
5. Wat is onze opdracht, wanneer wij weten dat de Heilige Geest middellijk werkt?
Wat hebben wij te antwoorden op de kritiek van de Pinksterbeweging en verwante stromingen?
Is het bedroeven van de Heilige Geest (Efeze 4 : 30), hetzelfde als het wederstaan van de Heilige Geest? (Hand. 7 . 51).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974
Salvo | 70 Pagina's