Bevrijding vieren?
Bede
Heer, geef de vrijheid aan de Nederlanden
En zegen al wat daartoe strekken moet
Zels als de steden rondom ons verbranden
Maar blijf genadig voor 't onschuldig bloed
Als straks de bommen en granaten gieren:
Verkort het oordeel dat Gij komen doet!
En wees het volk van Hollan goedertieren:
Al hebben duizenden Uw Naam miskend,
Er zijn ook velen die hem daaglijks vieren
Vergeef wie zich van U heeft afgewend,
Toon U zo onweerstaanbaar in 't bevrijden
Dat van mijn volk U hoofd voor hoofd erkent!
Zie neer op wie aan de bezitting lijden,
Zie onze rouw en onze angst en nood
En zend Uw engel om voor ons te strijden!
Breek onze boeken en hergeef ons brood!
Wil uit de huizen alle onrust weren
En perken stellen aan geweld en dood!
Maar doe ons ook de milde wijsheid leren
Die het vergeven tot een vreugde maakt,
Opdat wij in de vijand U niet deren.
Geef ons een overheid die daarvoor waakt
En innerlijk aan elk van ons de vrede
Die zuiverder dan alle wijsheid smaakt.
Neem, Heer, dit schamel snoer van mijn gebeden:
Ik leg ze neer in Uwer handen schulp
En schaam mij voor hun onvolkomenheden
Want mijn geloof is als een wankel' wulp
En kan zulk kleingeloog verhoring hopen?
Heer, kom Gij zelf mijn ongeloof te hulp!
Uit: Geuzenliedboek 1940-1945
Psalm 106: 41-48
41 En Hij gaf hen in de hand der heidenen, en hun haters heersten over hen.
42 En hun vijanden hebben hen verdrukt, en zij zijn vernederd geworden onder hun hand.
43 Hij heeft hen menigmaal gered; maar zij verbitterden Hem door hun raad, en werden uitgeteerd door hun ongerechtigheid.
44 Nochtans zag Hij hun benauwdheid aan, als Hij hun geschrei hoorde.
45 En Hij dacht tot hun beste aan Zijn verbond, en het berouwde Hem naar de veelheid Zijner goedertierenheden.
46 Dies gaf Hij hun barmhartigheid voor het aangezicht van allen, die hen gevangen hadden.
47 Verlos ons, Heere, onze God! en verzamel ons uit de heidenen, opdat wij den Naam Uwer heiligheid loven, ons beroemende in Uw lof.
48 Geloofd zij de Heere, de God Israels, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid; en al het volk zegge: Amen, Hallelujah!
Zo wij slechts met haat en afschuw jegens het barbaarse nazidom vervuld terugzien op die jammervolle tijd hebben we de les niet geleerd. Gods les. Wij hebben dit kwaad over ons gebracht, omdat we het oor niet geneigd hadden naar Gods waarschuwende stem. Het rechte inzicht moet ons doen bukken onder Gods slaande hand.
Dat mag niet betekenen, dat wij, op welke wijze ook, het kwaad van Duitsland rechtvaardigen. De profeten Gods, die Israëls oordelen hebben aangezegd en Gods hand hebben zien uitgaan, hebben evenzeer Assurs wreedheid (Jesaja 10) aan God geklaagd, en Babels ondergang verkondigd (Jes. 21, Jer. 50).
God had deze roede besteld en daarmede getuchtigd.
ds. A vergunst in: 'De daden des HEEREN gedenken'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 maart 1995
Mivo +16 | 32 Pagina's