JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

1. De tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. De tijd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is 1856. In de grote muziekzaal in de koninklijke Surrey-tuinen te Londen zijn ongeveer tienduizend mensen samengestroomd. Aller ogen richten zich op de jonge prediker, van wie het bleke gezicht een kontrast vormt met zijn zwarte haar. Aller oren spitsen zich om zijn welluidende stem te horen, en vooral om maar niets te missen van zijn ondubbelzinnige boodschap, gebracht met behulp van alledaags taalgebruik dat zelfs voor de eenvoudigste luisteraar geen geheimen bevat. De naam van deze prediker is Charles Haddon Spurgeon. Het is niet de eerste keer dat zoveel jonge en oude mensen uit alle lagen van de Londense bevolking zich onder zijn gehoor hebben begeven. Sinds het begin van zijn optreden zijn verschillende kerkgebouwen te klein

Sinds het begin van zijn optreden zijn verschillende kerkgebouwen te klein geworden door het snel groeiende aantal hoorders en daarom wordt er nu gebruik gemaakt van de geweldige ruimte in de muziekzaal. Intussen wordt er hard gewerkt aan de bouw van een nieuwe kerk voor de gemeente van Spurgeon.

Later schrijft Spurgeon van deze tijd het volgende verslag: 'Alle klassen der maatschappij - van de Eerste Minister tot de geringste mensen - hebben daar het Woord Gods gehoord. Nooit hebben zovele uit de aristokratie kennis gemaakt met de Godsverering der Nonkonformisten.

De lijst van aanzienlijke personen, die elke zondag tegenwoordig waren, is lang: staatslieden, adellijke personen, godgeleerden, beroemde reizigers en allerlei merkwaardige personen kwamen de prediker in de Surrey-tuinen horen. Hun aanwezigheid en hun hulp waren moedgevende tekenen, dat het bouwen van ons huis des gebeds zou blijken in een behoefte te voorzien. Wat de grote menigte betreft, zij was altijd aanwezig, en onder hen bevond zich niet slechts het godsdienstig deel van het volk, maar ook zeer velen, die anders nooit ter openbare Godsverering opgingen. Het beste van alles is, dat God met ons was. Er waren talrijke bekeringen, waarvan sommige zeer treffend waren; voor het merendeel waren het personen uit die lagen der maatschappij, die door de gewone godsdienstoefeningen niet getroffen worden.

Gedurende deze diensten hebben het Pastor's College, het Weeshuis, de Vereniging tot Colportage, der Evangelisten en der Buitenlandse Zending alle zegen en voorspoed aan de voorspoed der kerk ontleend. We hebben uit het kwade het goede zien voortkomen" (Prins der predikers, pag. 230-231).

Hoe komt het dat Spurgeon zoveel hoorders had? Eén van de mogelijke antwoorden (waarvan er in hoofdstuk 2 meer te vinden zijn) is dat hij temidden van de nood van zijn tijd stond. Dat wil in de eerste plaats zeggen dat hij die nood kende, zowel in maatschappelijk als in geestelijk opzicht, en in de tweede plaats dat hij bij die nood aansloot in zijn preken. Hij preekte zo dat iedereen hem kon begrijpen, hij sprak de taal van de 'gewone man', en hij had een boodschap, namelijk het Evangelie. En juist de 'gewone' mensen, uit de 'lagere' klassen van de bevolking, waren er het slechtst aan toe.

Maatschappelijke situatie

Ten gevolge van de Industriële Revolutie in de 18e eeuw waren er rond mijnen en fabrieken grote aantallen mensen komen wonen. De negatieve kanten hiervan waren met name in Londen overduidelijk zichtbaar. Berucht waren de sloppenwijken, waar al generaties lang armoede, kriminaliteit en alkoholisme de boventoon hadden gevoerd. Vele armen leidden een ellendig leven. Er waren zeker 100.000 kinderen in de stad die nooit een school van binnen hadden gezien.

Eens zei Spurgeon tijdens een preek: "Ik beken, dat ik me soms totaal onbekwaam gevonden heb om mijn verlangens in het gebed tot God voor deze stad tot uitdrukking te brengen.

Wanneer u eenmaal een idee gekregen hebt van haar zonde, haar eerloosheid, haar holen, haar ontelbare verbreiders van satanische kringen, haar menigten mannen en vrouwen wier leven het is om de eenvoudigen te verstikken, dan is het een ontzaglijke last om dit voor God te brengen, en dan kunt u niet voor Londen bidden dan met zuchten en kreunen" (Van der Sluijs, pag. 29).

Deze mensen met hun bijzondere noden werden door de kerk niet opgevangen of gesteund. Onder hen waren er duizenden totaal onkerkelijk. En voor die groepen van de bevolking waar de kerkgang nog wel vrij algemeen was, was er in de Staatskerk nauwelijks een boodschap (zie kader "Modernisme" bij hoofdstuk 4).

Kerkelijke situatie

In de eerste plaats was er in Engeland de Anglicaanse Staatskerk. Engeland heeft, kerkelijk gezien, altijd een eigen traditie gehad. Eeuwenlang had de Rooms- Katholieke kerk hier gestreefd naar onafhankelijkheid van Rome en de paus. Dit doel werd in 1534 bereikt door koning Hendrik VIII, die zichzelf tot hoofd van de kerk verhief.

Na diens dood werd de invloed van de Hervorming zichtbaar: de Anglicaanse kerk werd in haar leer in hoofdzaak Protestant, maar wat de liturgie betreft bewaarde zij veel van de Roomse traditie. Dit laatste komt ook tot uiting in de inrichting van de kerken en de priestergewaden.

Behalve de Staatskerk waren er in Engeland in de 19e eeuw verschillende Protestantse groeperingen.

Aanvankelijk, in de 16e en 17e eeuw, werden de "Dissenters" (zij die het niet eens waren met de gang van zaken in de Staatskerk) aangeduid als Puriteinen. Hun naam duidt erop dat zij ijverde voor zuivering en wel van de Staatskerk. Deze kerk moest vrij worden van Roomse invloeden. De puriteinen wilden een presbyteriale vorm van kerkregering, zoals wij die kennen (presbyter = ouderling), in plaats van een hiërarchische vorm met bisschoppen aan het hoofd. Bovendien pleitten zij voor een sober leven en voor heiliging van de zondag.

Later maakte zich uit de Puriteinen een groep los die geen presbyteriale kerkregering wilde, maar streefde naar onafhankelijkheid van de plaatselijke gemeenten. Zij achtte zich uitsluitend gebonden aan de Schrift en aan Christus en aanvaardde geen gezag van een synode of belijdenisgeschrift. Deze mensen heetten Independenten (independent = onafhankelijk) of Congregationalisten (congregatie = gemeentevergadering).

Zij vonden alleen dopen door onderdompeling geoorloofd en doopten behalve volwassenen alleen kinderen van wedergeborenen. De vader en grootvader van Spurgeon waren Congregationalisten.

Uit deze groepering ontstond in 1640 de eerste Baptistenqemeente te Londen. De Baptisten waren van mening dat de kerk mede door de kinderdoop in verval was geraakt: ieder werd immers maar in de kerk opgenomen, ook zonder persoonlijk geloof.

Door alleen volwassenen te dopen zou de gemeente heilig kunnen blijven.

De baptisten legden eveneens de nadruk op het persoonlijk geestelijk leven en de heiliging. Ze waren niet hecht georganiseerd en werden aanvankelijk vervolgd door de Staatskerk (denk aan Bunyan).

Later, in 1691, raakten ze innerlijk verdeeld.

Er ontstonden twee groepen, namelijk de 'General Baptists' (Remonstrants gezind) en de 'Particular or Strict Baptists' (Calvinistisch gezind).


Het Methodisme is een 18e eeuwse opwekkingsbeweging, met name onder de Puriteinen. Deze opwekking was een reaktie op de dode orthodoxie en vormen van de Staatskerk. De Engelse Staatskerk was namelijk in diep verval geraakt. Het was bijvoorbeeld zo dat iemand slechts bisschop kon worden als hij relaties had met één van de partijen in het parlement, namelijk de 'Tories' of de 'Whigs'. Verder was het wijd verbreid: dienaren van de Staatskerk hadden

Verder was het wijd verbreid: dienaren van de Staatskerk hadden meerdere kerkelijke ambten waarvan ze de inkomsten opstreken. Anderen voerden echter de taken uit en werden daarvoor slecht

Anderen voerden echter de taken uit en werden daarvoor slecht betaald. Het is dan ook begrijpelijk dat de bisschoppen niet in hoog aanzien stonden.

Tenslotte is het deïsme van grote invloed geweest: God zou Zich na de Schepping niet meer met Zijn werk bemoeid hebben. Alles zou volgens vaste natuurwetten verlopen, zoals een klok afloopt nadat hij opgewonden is. Deze opvatting leidde uiteindelijk tot Schriftkritiek. In de kerk werd 'gematigdheid' het parool en dit ging samen met 'beschaafdheid'. Pure vrijzinnigheid was het gevolg. Het ontbrak de kerk aan geestelijke kracht. Zoals gezegd, werden de duizenden arbeiders, in gebieden rond mij

Zoals gezegd, werden de duizenden arbeiders, in gebieden rond mijnen en fabrieken met hun bijzondere noden door de kerk niet opgevangen of gesteund. "Hier was een open deur naar totale onkerkelijkheid", schrijft dr. L. Praamsma. "Hier was het ook dat het Methodisme juist op tijd, op een door God gegeven tijd, zijn gezegende invloed zou uitoefenen" (Praamsma, p. 35).

De prediking van de Reformatorische leer van zonde en genade had geweldige sociale gevolgen. De Methodisten ontfermden zich over de allerarmsten naar wie niemand omkeek, en waren het middel tot veranderingen in gevangenissen en textielfabrieken. Ook beijverden zij zich voor het stichten van scholen en afschaffen van de slavernij. De ('Calvinistische') methodist George Whitefield, een 'groot' opwek

De ('Calvinistische') methodist George Whitefield, een 'groot' opwekkingsprediker van de 18e eeuw, was het grote voorbeeld voor Spurgeon. Een andere bekende naam is die van John (en Charles) Wesley (meer Arminiaans gezind). "In hun prediking bezigden beide mannen (namelijk Whitefield en Wesley) de Methodistische revival - of opwekkingsmethode: ze schilderden het afzichtelijke van de zonde, het eeuwig wel of wee van de mens, de noodzaak om een ogenblikkelijke beslissing te nemen" (Praamsma, p.135). Het methodisme trekt heel de christelijke waarheid op twee punten

Het methodisme trekt heel de christelijke waarheid op twee punten samen: de bekering (de plotselinge, bewuste ervaring van schuld en genade) en de heiligmaking (openbaring van het nieuwe leven). Mogelijke gevaren hiervan zijn veruitwendiging en een wettische hei

Mogelijke gevaren hiervan zijn veruitwendiging en een wettische heiligmaking. Het Methodisme is van invloed geweest op onder andere het Leger des Heils en de Vrije Evangelische Gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1992

Mivo +16 | 28 Pagina's

1. De tijd

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 1992

Mivo +16 | 28 Pagina's