JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

2. Izi (Nigeria)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Izi (Nigeria)

30 minuten leestijd Arcering uitzetten

Algemeen

Nigeria is één van de landen van Afrika.

De ligging van dit land is belangrijk omdat hierdoor het klimaat en de levenswijze voor een groot deel bepaald worden. De buurlanden van Nigeria zijn in het noorden de Niger-republiek, in het westen de republiek Dahomey en in het oosten de republieken Kameroen en Tsjaad. In het zuiden grenst Nigeria aan de Atlantische Oceaan en wel aan de Golf van Guinee.

Nigeria is in oktober 1960 onafhankelijk geworden. De hoofdstad is Lagos en de twee belangrijkste rivieren zijn de Niger en de Benue. De oppervlakte van dit land is 923.768 km2; dat is ongeveer 22 maal zo groot als Nederland. Het heeft een bevolking van ongeveer 80 miljoen inwoners en is daarmee het dichtstbevolkte land van Afrika.

 

De geschiedenis van de federatie

De naam "Nigeria" is afkomstig van het afrikaanse woord "nigr" dat "machtige rivier" betekent. Daarom betekent "Nigeria": "Land van de machtige rivier" of "Het land van de grote rivieren" .

Tot het begin van de 19e eeuw vermeldt de geschiedenis van centraal Afrika vele volksverhuizingen van verschillende volkeren en het samensmelten van deze groepen. Gedurende de 9e en 10e eeuw waren deze volksverhuizingen het gevolg van de geweldige omwenteling, die de komst van de Islam met zich meebracht. Dit versnelde de migratie door Egypte naar Noord- en West-Afrika en de verspreiding van de oudere noordafrikaanse volkeren in de woestijn en centraal Afrika. Vanaf die tijd werden de verbindingen onderhouden via de karavaanroutes door de Sahara en daardoor ontwikkelde zich een levendige handel. Behalve handelswaar brachten de karavaanwegen ook ideeën, ontwikkeling, godsdienst en beschaving van de Berbers uit Noord-Afrika naar Nigeria.

In ongeveer 1200 ontstonden in het noorden de zeven Hausastaten. Dit zijn de stadstaten met de Hausa-bevolking, die handel dreven met Noord-Afrika. Door deze handel kreeg de Islam sterke aanhang onder de Hausa-bevolking, die nog te merken is.

In 1472 zette een Portugees als eerste Europeaan voet aan wal op nigeriaans grondgebied. Het doel van zijn bezoek was een standplaats te vestigen aan de kust voor de Portugezen en de Islam te beteugelen.

Ook van engelse en nederlandse zijde was er belangstelling voor dit land. Het ging hen om handel, en wel om handel in slaven voor Amerika.

De britse invloed in Nigeria, die begon met de annexatie van Lagos in 1861 en de benoeming van britse consuls in het palmolierijke kustgebied in 1849, drong langzaam maar zeker dieper door in Nigeria. Van Lagos uit ging men rechtstreeks naar het land van de Yoruba's. Toen de handel langs de rivier de Niger zich beter ontwikkelde, kwam het gebied langs deze rivier ook onder britse invloed. In de tweede helft van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werd het noorden onder britse kontrole gebracht. Dit was nog voor het samensmelten van de twee helften van het land onder het gouverneur-generaalschap van Sir Frederick Lugard in 1914.

Nigeria's geschiedenis sedert de twintiger jaren is het verhaal van de opkomst van het moderne nationalisme en van een vooruitgang met als einddoel de onafhankelijkheid. In het begin ging dit niet zo snel, maar na de tweede wereldoorlog werd het tempo van deze ontwikkeling aanmerkelijk groter. Tussen de jaren 1946 en 1951 werden verschillende grondwetten ingediend, die de Nigerianen eerst een volksvertegenwoordiging en later eigen verantwoordelijkheid brachten.

Het oosten en westen van Nigeria kregen in 1957 gewestelijk zelfbestuur, terwijl het noorden dit in 1959 kreeg. De federatie, als een geheel, werd volledig onafhankelijk op 1 oktober 1960, alhoewel de engelse koningin -in naam- staatshoofd bleef. Deze vorm van monarchie veranderde op 1 oktober 1963 in een republikeinse regeringsvorm.

 

Nigeria-Biafra

In 1963 werd Nigeria een republiek. Een republiek die tot nu toe weinig rust gekend heeft. Er waren altijd reeds spanningen. Deze spanningen hadden verschillende oorzaken. Als hoofdoorzaak wordt het koloniale bestuur van Engeland genoemd. Engeland had vóór de onafhankelijkheid van Nigeria te weinig het belang van het gehele land op het oog. Tussen de verschillende stammen in Nigeria, met name de Igbo-stam en de Fulani- en Hausa-stammen bestonden grote verschillen in ontwikkeling en mentaliteit. De Igbo's waren zelfstandig en vooruitstrevend. In ontwikkeling waren zij veel verder dan de noorderlingen. Dit komt hoogstwaarschijnlijk doordat de kustbevolking veel meer in aanraking is geweest met de zending en de westerse kultuur. Het is daarom niet verwonderlijk dat in de jonge zelfstandige staat administratief en technisch werk verricht werd door de Igbo's. De Hausa's en de Fulani's daarentegen zijn traditioneel ingesteld en heerszuchtig. De Islam heeft hen geremd in hun ontwikkeling, omdat deze tradities en wetten voorschreef. Doch daarnaast voelden zij zich juist door hun godsdienst superieur. In de politiek waren de Hausa's in de meerderheid. Hun mentaliteit heeft hen in dit opzicht op de eerste plaats gebracht. Maar de lgbo voelde zich meer ontwikkeld en dus beter bekwaam voor de politiek en andere leidinggevende funkties. De Hausa's gaven deze funkties liever niet uit handen. Ook de tegenstelling tussen de godsdiensten wordt aangevoerd als oorzaak van de oorlog tussen Nigeria en Biafra, maar dit heeft er volgens kenners van het land niets mee te maken. De naijver tussen de verschillende stammen heeft geleid tot een wrede oorlog die duizenden mensen het leven gekost heeft.

 

Aardrijkskundige gegevens

Nigeria is een tamelijk vlak land. Aan de kust is het laag. Naar het noorden loopt het geleidelijk op tot ongeveer 2000 meter in het centraal gedeelte van Nigeria: het Jos-plateau. Verder naar het noorden loopt het land weer af.

Langs de kust groeien veel luchtwortelbomen. Dit zijn bomen, waarvan de wortels met de uiteinden in het water hangen. De kust is hierdoor moerassig en moeilijk doordringbaar. De vele kreken en de Niger-delta geven vanaf de zee toegang tot het binnenland. Aan de landzijde gaat dit gebied over in een tropisch regenwoud, dat echter niet zo dicht is als de regenwouden in centraal Afrika.

Verder landinwaarts, in de dalen van de rivieren de Niger en de Benue, groeien veel vruchtbomen. We komen nu in de buurt van het gebied waar de zending van de Gereformeerde Gemeenten werkt.

 

De godsdiensten in Nigeria

In Nigeria komen we drie hoofdgodsdiensten tegen: het mohammedanisme, het christendom en de natuurgodsdienst.

De stammen in het noorden zijn overwegend mohammedaans. De grens van het mohammedanisme loopt ongeveer gelijk met de rivieren Niger en Benue. De christenen wonen vooral in de zuidelijke streken. De natuurgodsdiensten vinden we vooral in de meer afgelegen gebieden.

 

Het onderwijs en de vele talen

Het percentage analfabeten lag in 1960 rond de 90%. In het noorden was dit percentage hoger dan in het zuiden. Hoogstwaarschijnlijk was de grotere invloed van de zending en de missie in het zuiden de oorzaak van dit verschil. Intussen is het aantal analfabeten sterk verminderd.

Een groot euvel bij het onderwijs is het gebrek aan bevoegde leerkrachten. Veel onderwijzers zijn niet bevoegd voor dit werk. De oorzaak hiervan ligt in het grote tekort aan leraren op kweekscholen, middelbare en technische scholen, zodat bevoegde krachten nog niet in voldoende mate kunnen worden opgeleid. Gelukkig wordt aan het onderwijs de laatste vijf jaren veel aandacht besteed, zodat uitbreiding en verdieping niet zullen uitblijven.

Een grote barrière bij het onderwijs is het grote aantal talen. In Nigeria zijn ongeveer 400 stammen die allen verschillende talen spreken. Veel van deze talen zijn dialekten, maar ondanks enige verwantschap kunnen de mensen elkaar niet verstaan. Voor een onderwijzer uit de ene stam is het moeilijk les geven in een stam waar een andere taal gesproken wordt. Hoe groot deze barrière kan zijn, wordt duidelijk wanneer we weten dat de betekenissen van één woord kunnen afhangen van de toonhoogte, waarop het woord wordt uitgesproken. Gelukkig wordt deze hindernis kleiner omdat iedere stam zijn eigen onderwijzers kan leveren.

Ook het zendingswerk worstelt met deze verscheidenheid aan talen en dialekten. Denk bijvoorbeeld aan de bezoeken die in de naburige dorpen worden afgelegd.

De officiële taal in Nigeria is het engels.

Het is niet mogelijk in dit land één gemeenschappelijke taal in te voeren, omdat de talen te ver uit elkaar liggen en het aantal te groot is.


Voor meer informatie over Nigeria verwijzen we naar het Mivo-projekt "Nigeria" dat in de dokumentatiemap J.B.G.G. is opgenomen.


Izi

Algemeen

De Izi's vormen één van de volken van Nigeria. Ze zijn sterk verwant aan de Igbo's, één van de belangrijkse etnische groepen van dit land. Kaartje I (zie PDF) geeft het Igbo-gebied aan binnen het geheel van Nigeria, met in het noord-oosten ervan (met zwarte vlek aangegeven) de streek waar de Izi's wonen. Deze streek is meer gedetailleerd aangegeven op kaartje II (zie PDF). De oostelijke grens van het Izi-gebied wordt gevormd door de Anyim-rivier, met aan de overkant ervan het woongebied van de Igede's, waar onze gemeenten ook werkzaam zijn. Noordelijk van de Izi's leven de Idoma-stammen, terwijl het gebied in het zuiden en in het westen begrensd wordt door de woongebieden van respektievelijk de Ikwo's en de Ezaa's, twee bevolkingsgroepen die nauw verwant zijn aan de Izi's. De belangrijkste stad in het gebied is Abakaliki, ongeveer anderhalf uur rijden van het dorpje Onuanyim, tot op heden het centrum van ons zendingswerk in Izi.

De grootte van de bevolking bedraagt ongeveer 300.000 mensen, verspreid over een gebied dat ongeveer net zo groot is als onze provincie Drente. Tot voor kort lag het Izi-gebied zeer geïsoleerd. Dit had tot gevolg dat de technische ontwikkeling van de Izi's ver achter kwam te liggen op die van de Igbo's. Mede hierdoor zijn de Izi's altijd als tweederangs Igbo's beschouwd, hetgeen de verhouding tussen deze twee groepen niet bevorderd heeft. De geografische isolatie van het gebied is sterk afgenomen nu er kort geleden dwars door het Izi-gebied heen, een weg is aangelegd, waardoor het gebied in een veel grotere mate open is komen te liggen voor invloeden van buitenaf. Hiermee zijn ook de traditionele instellingen en gebruiken ten dode opgeschreven. De hierna beschreven traditionele samenleving van de Izi's is langzaam maar zeker aan het afbrokkelen, hoewel de mate waarin dit plaatsvindt van plaats tot plaats kan verschillen.

Ook de taal van de Izi's werd aanvankelijk als een achterlijk dialekt beschouwd. Dit had tot gevolg dat er weinig of geen aandacht van buitenaf aan werd besteed. De eerste zendingsgenootschappen, zoals de Vergadering der Gelovigen en de R.K.-kerk, die in dit gebied kwamen werken, hielden hun diensten dan ook in het Igbo, hetgeen de kerkgang weinig bevorderde. Onze zending is begonnen met het houden van diensten in de eigen taal vari de Izi's.

 

Klimaat

Het klimaat van het gebied is heet en buitengewoon vochtig, met name in het oosten. De jaarlijkse regenval varieert van 1.50 tot 2.00 meter, en verandert de rivieren die in de droge tijd weinig of geen water bevatten in de regentijd in moeilijk bevaarbare watermassa's. De droge tijd duurt ruwweg van december tot april, en wordt dan weer gevolgd door de regentijd tot het einde van het jaar.

 

Legende en werkelijkheid

Volgens de traditie was ene Nnodu, zoon van een machtig man, Ekumenyi genaamd, de stichter van de Izi-groep. Men zegt dat deze Ekumenyi drie zonen had, waarvan Nnodu de jongste was. De oudste zoon heette Eze Akuna, waarvan de Ezaa's af zouden stammen, en de naam van de middelste zoon was Nnoyo, de voorvader van de Ikwo's. Men beweert dat Nnoyo en Nnodu volle broers van elkaar waren, terwijl Eze Akuna slechts een halfbroer van hen was. Dit zou de reden zijn voor het feit dat de verhouding tussen de Izi's en de Ikwo's aan de ene kant en de Ezaa's aan de andere kant altijd tamelijk vijandig is geweest, terwijl de Izi's en de Ikwo's onderling nooit in oorlog zijn geweest.

Van Nnodu is het vrij zeker dat hij echt bestaan heeft, waarschijnlijk zo'n 300 jaar geleden. Zijn graf is te vinden in Amagu, een dorpje in het zuidoosten van Izi, waar Nnodu zich het eerst gevestigd zou hebben, en dat daarom ook het "moederdorp" van de Izi's genoemd kan worden. Vanuit Amagu zijn de zonen van Nnodu weggetrokken in noordoostelijke richting.

De Izi's zijn dan ook onder te verdelen in dertien subgroepen: één rond Amagu en de andere twaalf in twaalf parallelle stroken land, die puntsgewijs samenkomen in Amagu in het zuid-oosten, en die zich in noordoostelijke richting uitstrekken en daar steeds breder worden, zoals hiernaast schematisch is weergegeven (zie PDF).

De zending der Gereformeerde Gemeenten werkt onder de drie noordelijkste lagen hiervan, namelijk de Ishieke, de Agbaja en de Inyimagu. Hieronder is een detailkaartje van dit gebied weergegeven (zie PDF).

De Izi's wonen in kleine dorpjes, door het gebied verspreid. In het centrum van zo'n dorp ligt de "playground", een open plek die als vergaderplaats dient en waar de meeste belangrijke plechtigheden plaatshebben. Rond de playground liggen de verschillende compounds, en buiten het dorp de landbouwgronden. Een compound is een stukje grond, zorgvuldig omheind, met onder andere een aantal hutten, waar een familie woont. Het hoofd van het gezin en zijn vrouwen hebben allen een eigen hut. Verder bevindt zich op een compound een apart omheind gedeelte, waar de opbrengst van de yamoogst opgeslagen wordt. Een dorp wordt bestuurd door een groep oudsten. Dit zijn mannen die aan het hoofd van hun respektievelijke families staan.

 

Middelen van bestaan

De Izi's zijn van huis uit landbouwers. Het belangrijkste produkt is de z.g. "yam", een eetbaar knolgewas, waarvan zo'n 13 soorten bestaan. Het verbouwen van yams is uitsluitend werk voor de mannen. De vrouwen houden zich bezig met het verbouwen van andere produkten, waaronder bonen, graan, pinda's en pepers. De yam is veruit het belangrijkste produkt voor de Izi's. Het nadeel hiervan is dat ze in de tijd dat de oude oogst op is en de nieuwe oogst nog niet goed is, vaak honger lijden. 

De meeste Izi's houden wat vee. Meestal zijn dit geiten of schapen, terwijl de wat meer welgestelde Izi's zich een aantal koeien kunnen veroorloven. Het vee is voor de Izi's echter meer een teken van status dan een bestaansmiddel.

 

Traditionele religie

Als we praten over religie bij afrikaanse volkeren moeten we het tegelijkertijd hebben over de staatsvorm van de verschillende stammen.

Nederland is een demokratie. Het volk bepaalt uiteindelijk wat er gaat gebeuren. Kerk en staat wil men in Holland strikt gescheiden houden. Bij de verschillende afrikaanse volken, voor zover zij zichzelf nog kunnen besturen -bij de Izi's gaat dit nog vrij aardig-, is dat echter totaal anders. Zij hebben geen demokratie, maar een theokratie. God bepaalt voor hen wat er gebeurt. De Afrikanen geloven maar in één echte god, in één echt opperwezen. Zij geloven dat hij oneindig ver verheven is boven de aarde. Niemand kan zeggen hoe hij er uit ziet, laat staan dat men hem uit kan beelden. Andere goden dan hij bestaan er volgens hen niet. Andere volken mogen dan misschien een god met een andere naam aanbidden maar in wezen, zo zeggen zij, is het toch één en dezelfde god.

In deze god zien zij ook de Schepper van alles: de hemel, de aarde en alles wat leeft en groeit en bloeit. De afrikaanse volken geloven dat hij het is, die uiteindelijk regeert, dat hij het is die leven kan geven en leven kan nemen. De god van de Izi's heet Chileke (of Okike-Uwa). Zij bewijzen hun aanhankelijkheid aan hem d.m.v. een klein potje van aardewerk waarin zich een mengsel bevindt van water en twee soorten bladeren, die een geneeskrachtige werking hebben. Dit potje (Okike) is het symbool van de band tussen God en de Izi's. Iedereen krijgt zo'n potje bij zijn geboorte en houdt dat ook tot zijn dood toe. Deze potjes worden buiten, op het erf rond de hutten, onder een klein afdakje bewaard.

In een aantal gevallen offert men direkt tot god. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een kind ziek is. Ook wordt het wel gedaan door onvruchtbare vrouwen, die god door middel van een offer om kinderen smeken.

Toch is hij voor de Afrikaan zo ver weg dat men hem over het algemeen niet direkt zal benaderen. Daarvoor heeft hij ook zijn ministers aangesteld. Zij behartigen de belangen van god voor de mensen. Zij hebben veel macht, maar blijven toch altijd aan god verantwoording schuldig. We zullen deze ministers geen goden noemen, maar godheden omdat ze, volgens de Izi's uit de ene god voortgekomen zijn.

Zo heeft, volgens de Izi's, god aan de vrouwelijke godheid Ali de macht gegeven over alles wat er op de aarde groeit en leeft. Zij is als het ware de moeder van de wereld. Niemand weet waar zij woont of hoe zij er uitziet, maar toch is alles wat de aarde opbrengt een teken van haar welwillendheid t .o.v. de Izi's. En omdat de Izi's landbouwers zijn, is zij heel belangrijk voor hen. In het dagelijks leven speelt zij dan ook een veel grotere rol dan Chileke.

Zij moet natuurlijk wel tevreden gehouden worden. Als zij niet op tijd haar offers krijgt, kan zij kwaad worden en de gemeenschap door middel van misoogsten of sterfgevallen straffen. Ze heeft dan ook haar eigen altaren en priesters.

Naast Ali is er ook nog de godheid Obassi. Aan hem heeft god de macht gegeven over de hemellichamen, de wind en de regen. Hij is niet zo belangrijk als Ali, maar toch wel machtig, want hij heeft de elementen in zijn hand en als hij ontevreden is kan hij d.m.v. stormen en slagregens de oogst vernietigen. Het is dus zaak om ook hem tevreden te houden.

Nu iets over de dood. Bij het sterven verandert er volgens de Izi's niet zo erg veel. In feite leeft men gewoon door, al is het dan niet als persoon, toch wel als geest. Iemand die overleden en volgens de traditionele regels begraven is, wordt voorouder. Al zijn volgens de Izi's je vader en moeder al lang overleden, toch blijven het je ouders, en daarom moet je hen ook met respekt behandelen, te meer omdat een geest van alle belemmeringen van het menselijk lichaam verlost is en zodoende ook veel meer kan doen. Voordat iemand begint te eten zal hij of zij een stukje van het voedsel weggooien, eerst voor zijn overleden vader en vervolgens voor zijn gestorven moeder. Ook gelooft men dat de geesten van de voorouders op dat eten afkomen en als het ware met hun kinderen meeëten. Dit zijn de goede geesten.

Als kinderen of ongetrouwde mannen overlijden, worden hun lichamen op een slordige manier in de bush begraven. Hun geesten zijn hun nog levende familieleden daar niet erg dankbaar voor en zijn er op uit hen op de een of andere manier dwars te zitten .

Als een bepaalde familie nu op de een of andere manier tegenslag krijgt, een misoogst of ziekte of wat dan ook, kan dat twee oorzaken hebben. Het kan te wijten zijn aan een kwade geest, die dat zomaar doet uit wraak, maar het kan ook zijn dat één van de voorouders hiervoor verantwoordelijk is, omdat hij of zij zich verwaarloosd voelt door zijn of haar nageslacht. In zo'n geval wordt de dibia, de specialist, geraadpleegd. Deze beoordeelt of het een goede of een kwade geest is die verantwoordelijk is voor het onheil. Is het een goede geest, dan kan volstaan worden met een offer om de betreffende geest tevreden te stellen. Is het een kwade geest, dan is de procedure anders. De dibia komt dan 's nachts terug met een matje waar de overledene, van wie de geest afkomstig is, vroeger op geslapen heeft. Als specialist is hij in staat de geest te zien. Als hij hem in de gaten heeft, probeert hij hem te overmeesteren, hetgeen hem nog wel eens moeite kan kosten, maar uiteindelijk wint hij altijd. Vervolgens wordt de geest in zijn oude slaapmatje gerold en door de dibia afgevoerd, niemand weet waarheen.

Bovendien kennen de Izi's nog een groot aantal "medicijnen", bepaalde mengsels van middeltjes, waarvan men gelooft dat zij een bijzondere kracht hebben. Deze z.g. "ju-ju's" kan men met geld kopen en kunnen voor talrijke doeleinden gebruikt worden, zoals het weren van slangen in de hut, of het weren van dieven op de compound, etc. Hoewel sommige medicijnen zeker een bepaalde geneeskrachtige werking kunnen hebben, schrijven de Izi's de krachten ervan uitsluitend toe aan bovennatuurlijke invloeden. Zo af en toe kan het ook wel eens nodig zijn een offer te brengen aan een medicijn, om de werking ervan te versterken, of weer wat op te peppen.

 

De levenscyclus

De kalender

De week van de Izi's omvat vijf dagen: Ophoke, Azua, Onuvu, Okpo en Nkwegu. Zes weken vormen samen een maand en twaalf maanden een jaar. De maanden worden echter niet naar het aantal weken maar naar de maanstanden berekend, dus de telfout, die men anders onherroepelijk zou maken, wordt op deze manier vermeden .

Elke week kent een rustdag, die van groep tot groep verschilt. Op de rustdag mag geen enkele man van aanzien enig werk op het land doen.

Jonge ongetrouwde mannen hebben de verplichting de hele week voor hun ouders te werken, met uitzondering van Nkwegu. Op deze dag mogen zij doen waar zij zin in hebben. Zo gauw als een jongeman getrouwd is, geeft zijn vader hem echter een tweede vrije dag, namelijk Okpo. Als een man veel kinderen heeft en zijn tijd hard nodig heeft om in hun behoeften te voorzien, mag hij zijn vader om meer vrije dagen vragen, die hij meestal ook wel krijgt. Wat er echter ook gebeurt, een man moet minstens één dag voor zijn ouders werken, nl. op Azua.

Het Izi-jaar begint halverwege de maand september. Het nieuwe jaar wordt gevierd met het Ji Oha, Nieuwe Yamfeest.

Geboorte

De eerste zwangerschap van een vrouw is een belangrijke gebeurtenis en wordt dan ook gevierd. Zodra het echtpaar er zeker van is dat het blijde gebeuren op komst is, neemt de echtgenoot zijn vrouw mee naar het huis van haar ouders en stelt hen op de hoogte van het goede nieuws. Vervolgens koopt hij een flinke hoeveelheid palmwijn en biedt die aan zijn schoonouders aan. Daarop slachten de ouders een geit en richten een feest aan.

Als een kind geboren is, koopt de vader een kip of een geit, afhankelijk van zijn financiële mogelijkheden. Hij nodigt de priesters uit, die de volgende dag komen. Als zij komen worden de vrouw en het pasgeboren kind elders ondergebracht en offeren de priesters het offerdier aan Ali, de godin van de vruchtbaarheid. Het offervlees wordt vervolgens gegeten. Tijdens deze ceremonie roepen de priesters de zegen vari Ali in over het kind. Men gelooft dat, wanneer dit laatste nagelaten wordt, het kind binnen acht dagen sterft. Na de ceremonie mogen moeder en kind weer terugkomen.

Een kind mag niet binnenshuis geboren worden. Dit gebeurt gewoonlijk net achter het huis, hoewel het net zo goed op de markt of langs de weg kan gebeuren. De echtgenoot mag niet bij de geboorte aanwezig zijn. De vrouw wordt door familieleden of door een andere vrouw die net in de buurt is, bijgestaan. De nageboorte wordt als een deel van het leven van de moeder gezien en daarom niet weggegooid, maar achter het huis begraven. "Ongewone" gebeurtenissen bedreigen volgens de Izi's de relatie tussen de natuur en de samenleving en moeten derhalve ongedaan gemaakt worden. Zo was het van oudsher de gewoonte kinderen die binnenshuis geboren werden te doden. Dit gebeurde ook met tweelingen en met kinderen die met de voeten naar voren ter wereld kwamen. Gelukkig verdwijnen deze gewoonten .

Besnijdenis

De besnijdenisceremonie vindt in de regentijd plaats, zowel bij jongens als bij meisjes, wanneer zij de leeftijd der puberteit hebben bereikt. Na de ceremonie krijgen zij voor het eerst iets van kleding aan.

Gedurende de daarop volgende vier maanden mogen zij geen enkel werk doen, maar trekken zij in groepjes al zingend rond. Na die tijd mogen zij weer aan het werk gaan. Trouwen mag men zo gauw als men maar wil.

Huwelijk

De meest voorkomende gang van zaken is de volgende: de vader van de jongen probeert overeenstemming te bereiken met de vader van een meisje, waar die vader wel wat in ziet. Het voornaamste punt van onderhandeling is de bruidsprijs, het bedrag dat de vader van de jongen aan de vader van het meisje moet betalen, in ruil voor de rechten op het meisje zelf. Op de bruidsprijs wordt later nader ingegaan.

Als ze het eens zijn wordt de bruidsprijs betaald, soms ineens, soms in termijnen. Zo gauw als bij beiden de besnijdenis achter de rug is, gaat de jongen naar het huis van zijn aanstaande vrouw en neemt haar mee naar zijn eigen huis. Thuis richt de bruidegom een feest aan en nodigt alle familieleden en vrienden uit. Er wordt veel gegeten en nog veel meer gedronken. Na afloop wordt het gelukkige bruidspaar door de familie gezegend. Na de viering van het huwelijk schiet de kersverse echtgenoot doorgaans een geweer af om de buren deelgenoot te maken van deze heuglijke gebeurtenis. Deze komen dan ook prompt opdraven en dit alles wordt weer gevierd met flinke hoeveelheden palmwijn .

Niet altijd regelt de vader van te voren het huwelijk voor zijn zoon. Deze gewoonte raakt meer en meer in onbruik.

Als een jongen een bepaald meisje in gedachten heeft, dan gaat hij, in gezelschap van zijn vader of van een vriend, naar haar ouders toe om het een en ander te regelen. Gewoonlijk doet die vriend of de vader dan het woord. Verder gebeurt alles op de gebruikelijke manier.

Het kan natuurlijk voorkomen dat een vrouw zich in het huwelijk slecht gedraagt. Ze werkt niet hard genoeg, is ongehoorzaam, of wat dan ook. In zo'n geval mag haar man haar slaan. Als dit niet helpt, roept de man de hulp van zijn schoonfamilie in. Die geven haar een geducht standje. Als ook dit nog geen effekt heeft, komen ze terug, binden de vrouw vast en geven haar een flinke aframmeling. Als de vrouw dan nog onverbeterlijk blijkt te zijn, mag de man haar van zijn compound wegjagen. Zo'n vrouw is dan wel gedwongen als prostituee te gaan leven, totdat er misschien iemand is die zich over haar ontfermt.

Het omgekeerde komt natuurlijk ook voor. Als een man zijn vrouw slecht behandelt, dan klaagt de vrouw bij haar familie. Deze hebben een gesprek met de man en vermanen hem zich beter te gedragen. Als dit niet helpt mag de vrouw weglopen en gaat dan terug naar haar familie.

Nog iets over de bruidsprijs. Er wordt wel eens gedacht dat een man door middel van het betalen van een bruidsprijs zijn vrouw als het ware koopt. Dit is niet helemaal juist.

Het doel van het huwelijk bij de Izi's is het voortbestaan van de gemeenschap. Hier heeft men werkelijk alles voor over.

Kinderloos sterven is het ergste wat iemand kan overkomen.

Met de bruidsprijs koopt een man niet zijn vrouw, maar alles wat zijn vrouw hem voortbrengt: de kinderen.

Een man hoeft zijn bruidsprijs niet ineens te betalen. Het mag ook in termijnen. Maar als het eerste kind geboren wordt moet de laatste termijn voldaan zijn.

Als een man zijn vrouw verstoot, of wanneer zijn vrouw van hem wegloopt, kan hij de bruidsprijs terugeisen, maar alleen wanneer de vrouw hem nog geen kinderen heeft geschonken.

Het bedrag van de bruidsprijs hangt af van de financiële mogelijkheden van de man. Het is dus moeilijk te zeggen hoeveel het precies is. De prijs moet echter niet onderschat worden. Bij sommige afrikaanse volkeren moet een man 30 tot 40 koeien voor zijn vrouw betalen.

Als een man goed in het geld zit, meestal op wat latere leeftijd, kan hij overwegen er een tweede vrouw bij te nemen. Sommigen kunnen zich zelfs drie of meer vrouwen veroorloven.

Dood

In principe wordt iemand die gestorven is op dezelfde dag begraven. Onbesneden kinderen en mensen die aan waterzucht overleden zijn, worden niet op een behoorlijke manier ter aarde besteld, maar op een slordige manier in de bosjes begraven.

Vervolgens breekt men de nek van een kleine kip en gooit die op het graf. Men veronderstelt dat de geest van de overledene een slechte geest wordt. Deze procedure laat wel zien hoe men tegen "onrespektabele burgers" aankijkt. Ook ongetrouwde mannen krijgen geen fatsoenlijke begrafenis.

Mensen met een gezin en dus respektabele burgers, worden bij hun huis op hun compound begraven. Als het om een arme man gaat, wordt hij in een doek gewikkeld en zonder veel ceremonie begraven. Als zijn familie een kip kan bekostigen neemt de oudste zoon dit dier en spreekt de overleden« als volgt aan: "Niemand weet wat uw dood veroorzaakt heeft. Rust in vrede en zorg voor uw zoon vanuit de geestenwereld". Vervolgens geeft hij de kip aan een ouder familielid die iets dergelijks zegt en vervolgens het dier de keel afsnijdt. Dan sprenkelt hij het bloed met zijn vinger over de armen van de dode. Dat doet hij vier keer. Hierna wordt het lichaam begraven.

Wanneer het om een rijk man gaat, is de procedure in principe gelijk, maar veel meer uitgewerkt. Men slacht geen kip, maar een koe of een geit. Op de dag na de begrafenis wordt het vlees van het geslachte dier (of dieren) door de familie gegeten. Een en ander gaat samen met veel dansen, zingen en drinken en soms met het afvuren van geweren. Zo'n plechtigheid kan dagenlang voortduren.

 

Het zendingswerk in Izi

Geschiedenis

Het zendingswerk vanuit onze gemeenten in het noordelijk deel van Izi is in 1974 begonnen, toen zendeling Joh. Commelin zich daar met zijn gezin vestigde. Voor die tijd was er in dit deel van Izi nog geen enkele zending werkzaam geweest. In andere delen van dit gebied werkten onder andere de R.K.-kerk, Vergadering der Gelovigen en de Presbyteriaanse kerk, maar omdat de Igbo-taal gebruikt werd, was er weinig belangstelling.

Net aan de overkant van de grensrivier tussen Igede en Izi, in het dorpje Onuanyim ( = "dicht bij de Anyim"), werd begonnen met het houden van samenkomsten in de open lucht, op het erf van een dorpshoofd. Het werk verliep voorspoedig, en in mei 1975 kon het eerste kerkje gebouwd worden. In omliggende dorpjes gebeurde dit weldra ook. Op het moment dat dit geschreven wordt, zijn er zestien dorpjes in Izi, waar 's zondags Gods Woord gepredikt wordt.

De eerste doopdienst vond plaats op 28 augustus 1977, en werd bediend door ds. P. Blok tijdens een visitatie. Ook werd al gauw een begin gemaakt met het opleiden van toekomstige evangelisten, op de bijbel-landbouwschool, terwijl ook al snel met het medische werk begonnen werd.

Bijbel-landbouwschool

De bijbel-landbouwschool geeft een driejarige kursus waarin les gegeven wordt in vakken als Oude en Nieuwe Testament, predikkunde, ethiek, engels, lezen en schrijven in de Izi-taal, hygiëne en landbouwvakken. Hoofd van de school is ds. C. Sonnevelt, terwijl er verder les gegeven wordt door dhr. T. Moerdijk en dhr. H. Visser.

Medisch werk

De kliniek in Izi staat onder leiding van dokter P .Scheer, terwijl zr. C. Renes het toezicht heeft op de kraamafdeling en enkele dagen per week in deze kliniek werkt.

Door het medisch werk komen velen die er nog nooit eerder van hoorden met het evangelie in aanraking en leren zij wat christelijke barmhartigheid betekent. Naast de grote kliniek in Onuanyim zijn er ook nog een paar buitenposten, op vrij grote afstand van de hoofdkliniek, waar eens in de zoveel tijd spreekuur wordt gehouden.

Sinds kort is er ook een medische school in Izi, die onder leiding staat van zr. W.C. Reyerkerk, verpleegkundig docente. Hier worden z.g. Community Health Aides opgeleid, mensen die weten bepaalde veel voorkomende ziekten als malaria, diarrhee en mazelen te behandelen en preventief werk kunnen doen in de buitenklinieken. Deze opleiding wordt door de overheid erkend en gewaardeerd.

Landbouwwerk

Het landbouwwerk wordt geleid door dhr. T. Moerdijk. De bedoeling is dat de boeren in Izi leren andere produkten te verbouwen naast de yams en moderne landbouwmethoden te gebruiken. Alleen op deze manier zal de jaarlijks terugkerende honger, als gevolg van het gebrek aan yams, bestreden kunnen worden. Deze nieuwe produkten zijn mais, rijst, cassave en sojabonen. Om de rijstbouw te stimuleren is er een rijstpellerij opgezet, zodat de boeren daarvoor niet langer naar Abakaliki hoeven, hetgeen voor hen tijd- en kostenbesparend werkt.

Lektuur- en vertaalwerk

Aan het einde van de zestiger jaren is de taal van de Izi's voor het eerst op schrift gesteld door mr. P.E. Meier van de Wycliffe Bijbelvertalers, die ook de vertaling van het Nieuwe Testament ter hand genomen hebben. Deze vertaling is onlangs voor het eerst verschenen.

De Wycliffe Bijbelvertalers streven er niet naar de gehele Bijbel is de verschillende talen te vertalen, maar alleen het Nieuwe Testament. Mr. Meier is dan ook al weer uit het Izigebied vertrokken, maar niet zonder een speciale literatuurkommissie in te stellen. Deze bestaat uit verschillende mensen die bij de vertaling van het Nieuwe Testament betrokken zijn geweest. Het was de bedoeling dat zij zich zouden gaan bezighouden met vertaalwerk van andere bijbelgedeelten en andere belangrijke geschriften. Ook moeten zij verspreiding hiervan bevorderen.

Veel van de vroegere vertalers hebben echter inmiddels hun weg in de maatschappij gevonden en zijn in belangrijke kerkelijke en bestuurlijke funkties terechtgekomen. Hierdoor is het werk van de kommissie volledig stil komen te liggen. Deze kommissie moet nieuw leven worden ingeblazen. Er staat namelijk een uiterst belangrijk projekt op stapel: de vertaling van het Oude Testament in het Ikwo, het Ezaa en het Izi. Om dit werk goed op te kunnen zetten, hoopt onze zending drs. Reinier de Blois uit te zenden. Hij moet de vertalers stimuleren en bij het werk begeleiden.

Voor dit projekt is veel geld nodig. De Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten hoopt dit bedrag bijeen te brengen d.m.v. de aktie "Voor alle volken te verstaan".


Voor de bezinning op het bijbelvertaalwerk in Izi verwijzen we naar het boek  "VOOR ALLE VOLKEN TE VERSTAAN" (uitgave J.B.G.G., Woerden). Met name

- hoofdstuk 4: Opleiding tot bijbelvertaler

- hoofdstuk 5: De vertaler aan het werk

- hoofdstuk 6: Portret van de Wycliffe organisatie

- hoofdstuk 7: Bijbelvertaling in Izi


Gespreksvragen

1. Waarom is het zo belangrijk dat de Bijbel in alle talen vertaald wordt, ook als een taal soms door weinig mensen gesproken wordt of als men Gods Woord ook in een andere taal (het engels bijvoorbeeld) kan lezen?

2. De Izi's geloven dat er maar één God is die alles gemaakt heeft en alles bestuurt.

a. Mag de zending in het gesprek met de Izi's aansluiten bij de gedachte: "Wij dienen allen één en dezelfde God" Of is dat verkeerd?

b. Zou het christelijk geloof een aanvulling op de stamgodsdienst kunnen zijn... of is het gericht op verandering? Motiveer je antwoord.

3a. Moet de zending altijd proberen voor ons ongebruikelijke (vaak onbijbelse) gewoonten en tradities zo spoedig mogelijk uit te bannen? Denk in dit verband aan polygamie, het betalen van de bruidschat, kleding, enz.

b. Moet een man die met meer vrouwen getrouwd is, zijn tweede en/of derde vrouw wegsturen? Waar ligt de grens?

4a. Hoe moet het beleid zijn van zendende kerken in Europa met het oog op de afrikanisatie? Een zuiver westers stempel aan de jonge kerken opdrukken zal veel moeilijkheden met zich meebrengen.

b. Om bovenstaande vraag praktisch toe te spitsen: mogen psalmen in eigen taal, op eigen melodie en eigen wijze gezongen worden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Mivo +16 | 96 Pagina's

2. Izi (Nigeria)

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1983

Mivo +16 | 96 Pagina's