Over het Onze Vader
Mattheüs 6
Vers 9
Het "Onze Vader" staat in de Bergrede. Daarin laat de Heere Jezus zien hoe het Koninkrijk van God er uit ziet. Hij wil dat de kinderen van dat Koninkrijk werkelijk kinderen van de hemelse Vader zullen zijn. Dat ze op de Vader zullen lijken. En omdat we eigenlijk kinderen van vader Satan zijn, moet er heel wat veranderen. Als je van vader zonde bevrijd wilt worden en wilt gaan lijken op de hemelse Vader, is het gebed o zo belangrijk.
Gij dan bidt aldus: bidt op deze manier, naar dit voorbeeld.
Onze Vader: De Heere wil in de Heere Jezus een Vader zijn van wie Hem vrezen. En welke vader zal zijn kind iets afslaan dat het écht nodig heeft? "Onze Vader" geeft vertrouwen dat de Heere horen zal, net zoals een vader op deze aarde naar zijn kind luistert. Dat betekent nog niet dat dit kind ook alles krijgt waar het om vraagt!
Uw Naam worde geheiligd: Om de Heere echt te kunnen verheerlijken moet je Hem kennen. Dan wil je ook je leven zó inrichten de Heere alle eer krijgt. Zonde in je gedachten ga je dan ook echt als zonde ervaren. Je gaat leren bidden: "Zet, Heere, een wacht voor mijn lippen" en je zou willen dat je vaker over Hem durfde spreken en voor Zijn Naam durfde uitkomen. Dingen waarvan je weet dat ze tegen Gods geboden ingaan, verliezen hun glans. Je zou graag oprecht willen zijn in alles wat je doet. Het gaat er niet alleen om dat jij de Heere gaat eren, maar dat iederéén zich voor Hem zal buigen.
Vers 10
Uw Koninkrijk kome: Regeer ons alzo door Uw Woord en Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen (Heidelbergse Catechismus, vraag 123). Het Koninkrijk van God is overal waar mensen in Hem geloven. Op deze aarde is dat nog niet volmaakt vanwege de zonde en vanwege satan, die probeert dat Koninkrijk te vernietigen. In de hemel is geen zonde meer en straks zal het huis van de Vader vol komen. Dan zal in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde iedereen God erkennen als Koning, en Hem aanbidden en dienen. Gelijk in de hemel: in de hemel doen de engelen en de gestorven gelovigen nu al Gods wil.
Vers 11
Ons dagelijks brood: alles wat wij nu nodig hebben om te kunnen leven; niet meer, ook niet te weinig (Spreuken 30: 8 en 9).
Vers 12
Onze schulden: Wonderlijk eigenlijk. Éérst komt brood, dan pas komt onze schuld. Wellicht heeft het ermee te maken dat wij eerst eten en kleding en onderdak nodig hebben, voordat we aan andere dingen kunnen denken. De kern van de zonde is dat we de Heere niet eren. Bedenk eens wat je op een dag allemaal krijgt: het leven, je gezondheid, eten, een huis, kleding, verstand om te leren, geld om naar school te kunnen gaan, je komt weer veilig thuis uit school, je weet dat er een God is en dat Hij niet alleen de zonde haat maar ook wil vergeven, dat Hij juist daarom Zijn Zoon naar deze wereld liet komen, terwijl Hij wist dat Hij door de wereld vermoord zou worden. Voor al deze dingen zou je de Heere wel op je knieën moeten danken! Doe jij dat? Doe je dat regelmatig, echt met je hart? En nu gaat het alleen nog maar over alles wat je gekregen hebt. Ga de tien geboden eens langs: steel je nooit, haat je nooit eens iemand, bedenk je in je hart nooit eens zondige dingen? Kortom: je hebt alle reden om te bidden: "Vergeef ons onze schulden." Maar je mag dat ook bidden. En naar antwoord uitzien. Want als je met je hele hart mag bidden of de Heere je de zonde wil vergeven, is het niet om het even of de Heere antwoordt of niet. Daar hang leven of dood vanaf! Dat wist de Heere Jezus. Hij bad niet voor niets voor zijn vijanden: "Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen." Zo mag je nog naar de Heere gaan; biddend of de Heere Jezus datzelfde gebed voor jou wil bidden, en als Hij bidt zal de Vader zeker horen! Hij kan Zijn Zoon niets weigeren.
Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren: Als je werkelijk wilt dat de Heere jou de schuld vergeeft, dan moet je ook je naasten willen vergeven. Als een Israëliet ruzie had met iemand, dan moest die ruzie eerst bijgelegd worden voordat hij ging offeren. Anders had dat offer voor de Heere geen enkele waarde (Mattheüs 5: 23 en 24).
Vers 13
En leidt ons niet in verzoeking: Overal en altijd probeert Satan ons van de Heere af te trekken. Hij sluit naadloos aan bij de zonde die al op de bodem van ons hart leeft, brengt ons in verleiding en beweegt ons tot zonde. Met dit gebed vraag je of je bewaard mag worden voor alles wat je bij de Heere vandaan kan houden.
Want Uw is het Koninkrijk...: De Heere is alle lof waard. Vanwege Zijn grootheid mogen we ook verwachten dat Hij kan helpen, vanwege Zijn barmhartigheid hebben we reden om te hopen dat Hij verhoort. Wees vasthoudend, bid alsof je leven er vanaf hangt, leg de Bijbel open als je bidt en wijs de Heere de plaatsen maar aan waar Hij zelf belooft dat Hij wil horen. (Mattheüs 6 en 7, Lukas 11: 1-13 en 18: 1 - 8, Markus 7: 24 - 30, Jesaja 55) Gelukkig hangt je (eeuwig) leven niet van jouw gebed af, maar van de Heere Jezus. Maar de Heere wil dat jij er om bidt, dat je om Hém en om de Heilige Geest bidt! Weet waar je mee bezig bent, als je de Heere maar laat praten, en intussen gewoon je eigen gang gaat. Als je Hem laat roepen, maar Zijn roep niet beantwoord met gebed.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1998
Mivo +12 | 24 Pagina's
