JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

De roeping van Levi

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De roeping van Levi

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bladzijde 1

Een zondig beroep? 

* Het beroep van tollenaar was geen zondig beroep. Het heffen van belasting voor de Romeinen was niet verkeerd. De Heere Jezus antwoordde op de vraag van de schriftgeleerden of men de keizer schatting moest betalen: "Geeft den keizer wat des keizers is" (Lukas 20: 19 - 26). En er moesten mensen zijn die dit werk deden. Het was wel een beroep waarin men gemakkelijk in de zonde viel: de begeerte naar steeds meer geld, meer vragen dan geoorloofd (stelen).
* Een christen kan geen beroep kiezen waarin niet te ontkomen is aan ongeoorloofde zondagsarbeid (dit probleem zou kunnen spelen voor een buschauffeur), of een beroep dat in strijd is met de manier van leven zoals de Bijbel ons die voorschrijft (met het beroep van schoonheidsspecialiste zou een christin grote moeite kunnen hebben).

Ben je het er mee eens?

* De farizeeërs wilden uit pure hoogmoed geen omgang hebben met de tollenaars. Zij voelden zich ook niet geroepen hen te wijzen op hun zondige levensstijl. Dat zij zich op afstand hielden van de zonde (voor zover zij dit tenminste deden) was alleen maar goed, maar hun reden om zich op afstand te houden van de zondaars was helemaal verkeerd.
* Je mag geen vriendschap sluiten met goddeloze jongeren om aan hun zondige praktijken deel te nemen. Vriendschap met een onkerkelijke jongere hoeft niet verkeerd te zijn. Je moet wel stevig in je schoenen staan. Als het een jongere is die absoluut geen begrip en respect heeft voor jouw standpunt is het wel de vraag of je er goed aan doet de vriendschap voort te zetten. Psalm 119: 115: "Wijkt van mij, gij boosdoeners! dat ik de geboden mijns Gods moge bewaren." Psalm 1: 1 "Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters."

Bladzijde 2

* Mattheüs 6

Aalmoezen geven: niet zo dat er zoveel mogelijk mensen mee op de hoogte zijn (om door hen geëerd te worden), maar in het verborgen.
Bidden (persoonlijk gebed): niet in het openbaar om indruk te maken, maar in het verborgen; niet zo mooi mogelijk wat het woordgebruik betreft alsof verhoring daarvan afhangt; ootmoedig, in het geloof dat Hij ons zal verhoren. Bij een openbaar gebed gaat het niet om de goedkeuring van mensen maar van God.
Vasten: ook niet om menseneer; zo, dat de mensen het niet merken

Bladzijde 3

Opdracht

Mattheüs

3: 7 - adderengebroedsels
5: 20 - gerechtigheid
15: 14 - blinde leidslieden
16: 12 - zuurdesem der farizeeërs
22: 15 -strikvraag
23: 5 - aanzien bij de mensen
23: 23 - geven van de tienden
23: 27, 28 - witgepleisterde graven

Markus

2: 18 - vasten
7: 3 - inzettingen gehoorzamen 8:11 -twistgesprek
8: 11 - twistgesprek

Lukas

11: 46 - belasten van de mensen
12: 1 - geveinsdheid
16: 14 - geldgierig
18: 11 - beter dan andere mensen

De farizeeër en de tollenaar

* Het ging de farizeeër om zichzelf. Hij had het erg goed met zichzelf getroffen. Het was hem te doen om de eer van mensen. In geestelijk opzicht had hij nergens gebrek aan.
* De tollenaar smeekte om Gods genade. Hij kon niet zonder de Heere en zonder Zijn ontferming.
* - Hij stond van verre;
  - Hij wilde de ogen niet opheffen naar de hemel;
  - Hij sloeg zich op zijn borst;
  - Zijn gebed: "O God! Wees mij zondaar genadig!"
* Schijngodsdienst: het ging niet om het dienen van God, ze deden wel net alsof... maar het ging om eigen eer.
* Ja: overal waar mensen doen alsof zij God dienen, terwijl de eer van de Heere niet het belangrijkste is voor hen.

Buitenkant en binnenkant

* Mee eens: Mattheüs 23: 23: uiterlijk kwamen zij de plichten van de godsdienst na, maar zij lieten na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel en de barmhartigheid en het geloof.
* Mee oneens; de binnenkant is het belangrijkst, maar de buitenkant is niet onbelangrijk; Gods Woord geeft ook aanwijzingen voor de buitenkant.
* Mee oneens; als de buitenkant heel netjes is, wil dat niet zeggen dat de binnenkant het ook is. Andersom: mensen kunnen de buitenkant afkeuren, maar wij kennen het hart niet; de Heere ziet het hart aan. 
* Mee eens; wij mogen nooit iemand veroordelen; het oordeel komt ons niet toe; je mag iemand wel in liefde erop wijzen als zijn of haar gedrag tegen het Woord van God ingaat. Om dit laatste te kunnen doen, moeten wij zelf ook ons leven inrichten naar Gods Woord en open staan voor opbouwende kritiek.
* Mee oneens; de Heere roept ons allen op tot een heilig (en geen schijnheilig) leven. Als wij nog zonder de Heere leven, moeten wij ons geen rust gunnen, maar Hem zoeken terwijl Hij te vinden is. "Verblijd u, o jongeling! in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen uwer jongelingschap, en wandel in de wegen uws harten, en in de aanschouwing uwer ogen; maar weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid."

Barmhartigheid - offerande

Psalm 51: 19: "De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten." De gezindheid van het hart moet veranderen. Het offer van een gans verbroken geest, door schuldbesef getroffen en verslagen, kan Gods heilig oog behagen. Een hart dat de Heere Jezus niet nodig heeft, behaagt God niet.

Bladzijde 4 

Praten over het volgen van Jezus 

1. Levi gaf zijn baan op en hij verliet alles wat hij had; heel zijn levenswijze veranderde. Hij werd een discipel van de Heere Jezus en verkeerde voortaan in Zijn nabijheid.
2. De Heere riep hem met zo'n kracht en met zoveel liefde dat Hij wel gehoorzamen moest. De Heere boog Zelf zijn wil en neigde zijn hart.
3. Iemand die Hem eigenlijk niet wil volgen zal het moeilijk vinden. Het volgen van de Heere vraagt zelfverloochening. Het "Uw wil geschiede" staat voorop. Als Zijn roeping doeltreft, is het volgen van de Heere niet moeilijk. Hij geeft alles wat nodig is! 
4. Mattheüs 8: 21 - De Heere Jezus wilde deze man (en ook ons) hiermee leren dat het volgen van de Heere Jezus inhoudt: zich geheel en al in dienst stellen van het Koninkrijk van God, zonder voorwaarden. De Heere Jezus kende het hart van deze man en wist dat hij de begrafenis van zijn vader gebruikte als excuus om Hem niet dadelijk te hoeven volgen.
5. Tegen iedereen die het Woord hoort.
6. Nee. Voorbeelden van mensen die niet gehoorzaamden: Agrippa, de rijke jongeling, Ananias en Saffira, de inwoners van Nazareth (Lukas 4)
Voorbeelden van mensen die wel gehoorzaamden: de discipelen (behalve Judas die alleen uiterlijk volgde), Zacheüs, Mozes, Ruth, Obadja, Daniël.
7. Geloven in Hem, alleen op Hem vertrouwen, onderhouden van alles wat Hij geboden heeft, zelfverloochening.
8. God liefhebben boven alles en zijn naaste als zichzelf (hoewel niemand dat in dit leven volmaakt zal kunnen), bidden, Bijbellezen, trouw de kerkdiensten bezoeken, anderen de dienst des Heeren aanprijzen; het leven van Gods kinderen is niet altijd even nauwgezet, hoewel dit wel zou moeten!
9. Opgaan in de dingen van de wereld, in onmin leven met zijn naaste; zie opmerking hierboven. 
10. Er zijn heel veel verschillende kruisen; iedereen weet wat zijn eigen kruis is: verachting en vervolging vanwege het volgen van de Heere Jezus, de strijd tegen de zonde, ziekte, tegenslag.
11. Ja. Jezus volgen is kruisdragen: het is een dagelijkse strijd tegen de zonde, de wereld en het eigen vlees.
12. Door wedergeboorte, geloof, bekering
13.-
14. Ja! We kunnen ons niet verschuilen achter onze onmacht. Hij wil geven wat Hij van ons eist!

Ook voor de ander

Johannes 1: 41- 43: Andreas leidt Simon tot Jezus.
Johannes 1: 46, 47: Filippus neemt Nathanaël mee naar de Heere Jezus
Johannes 4: 29: de Samaritaanse vrouw roept de mensen uit haar stad op om naar Christus te gaan.
Overeenkomst: allen voelen de behoefte om anderen op Christus te wijzen, nadat zij Hem zelf hebben leren kennen.
Verklaring: als je zelf alles bij de Heere gevonden hebt, gun je het een ander ook.

Een bijzondere roeping

Speciale roeping: Gods Woord onderzoeken, steeds vragen wat Zijn wil is, erop letten welke wegen Hij opent en welke Hij toesluit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1998

Mivo +12 | 24 Pagina's

De roeping van Levi

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 1998

Mivo +12 | 24 Pagina's