John Bunyan
Pagina 1
Hemel en hel
We willen graag naar de hemel omdat we weten dat het daar veel beter is, maar we hebben geen zin om naar Gods Woord te leven. Dat komt door ons verdorven hart.
Je geweten
Volgens het woordenboek is het geweten een bewustzijn van goed of kwaad. Je voelt van binnen of iets goed of niet goed is. Het geweten is aangeboren, maar wordt gevormd door je opvoeding. Je kunt niet zeggen dat je geweten altijd goed is, maar het is toch meestal verkeerd om tegen je geweten in te gaan. Als je dat veel doet, wordt die stem van je geweten steeds zwakker. Je moet je geweten wel altijd toetsen aan Gods Woord. Dat is belangrijker dan je geweten.
Zondagsviering
Over de juiste zondagsviering wordt wel eens verschillend gedacht. Dat heeft te maken met opvoeding en omgeving. Als het om onbelangrijke dingen gaat, moeten we daar verdraagzaam in zijn. Soms doe je dingen (niet) omdat je anderen anders ergert. Lees voor een goede zondagsviering zondag 38 van de Heidelbergse Catechismus. Daar moetje alle vragen aan toetsen.
Pagina 2
Ontdekking
Als je "ontdekt wordt" ga je zien wie je nu werkelijk bent: een zondaar die alleen door de Heere gered kan worden. Bunyan leerde ook zien (werd er aan ontdekt) dat hij niet gered kon worden door een goed leven te gaan leiden.
Wedergeboorte
Goede werken kunnen je niet het eeuwige leven geven, alleen door de wedergeboorte kan dat. Goede werken zijn wel belangrijk in het leven der dankbaarheid van de gelovige. Bunyan dacht net als Nicodemus dat hij door goed te leven de hemel kon verdienen.
Genade en recht
De Heere is genadig én rechtvaardig. God moet de zonde straffen. De Heere Jezus heeft de straf voor Zijn kinderen gedragen. Zo heeft Hij aan het recht van God voldaan en kan de Heere genade schenken.
Geloof en twijfel
Kinderen van God gaan twijfelen als ze merken dat ze toch weer zondigen of omdat er dingen in hun leven gebeuren waar ze het niet mee eens zijn of die ze niet kunnen begrijpen. Ze vragen zich dan af of ze wel een kind van God zijn. De duivel fluistert ze dan in dat ze niet bekeerd zijn. Het is niet goed als Gods kinderen twijfelen, ze doen er de Heere verdriet mee. Maar ze zullen er meer of minder hun hele leven last van hebben. Het is de strijd tegen de oude mens. We behoeven de vraag of we uitverkoren zijn niet te stellen. We gaan dan op een verkeerde manier met de uitverkiezing om. Of we uitverkoren zijn, is een verborgen zaak die alleen bij de Heere bekend is. Wel zullen Gods kinderen het na hun bekering als een wonder ervaren dat er een uitverkiezing is, anders zouden ze nooit de Heere hebben leren kennen. Mensen die een tijdgeloof hebben, geloven een tijd (meestal enthousiast) maar als het moeilijk wordt, verdwijnt het geloof. We onderscheiden een historisch geloof, wondergeloof, tijdgeloof en zaligmakend geloof. Zie hiervoor de gelijkenis van de zaaier.
Voorbeelden:
- Tijdgeloof: Demas, veel evangelischen historisch geloof: ieder die de waarheid van Gods Woord gelooft (alleen met een zaligmakend geloof doe je dit van harte)
- Wondergeloof: de tovenaars in Egypte, Judas, gebedsgenezers. Zie voor meer informatie het artikel "Geloven en geloven is twee" door S. Boogaard in Daniël nr. 14 (1996).
Pagina 3
Gods vaderlijke hand
We mogen spreken van God als Vader, omdat God onze Schepper is. Alleen voor de gelovigen is God de Vader in Christus. Alles wat de gelovigen meemaken, komt uit Gods vaderlijke hand. Maar het is een voorrecht als ze dat ook zo beleven. Dat is dan een troost in het kruis. Dan kunnen ze roemen in de verdrukking. Ze weten dat de Heere het beste met hen voor heeft. Dat alles uit Gods hand komt, betekent niet dat de Heere het kwade werkt. Hij laat het in Zijn voorzienig beleid toe, maar het zijn onze zonden en de duivel die het kwaad veroorzaken. Daarom moet je ook voorzichtig zijn met een uitdrukking als: het zijn geen mensen die het je aandoen. Dan loop je het gevaar dat je de Heere de schuld van het kwade geeft. De Heere onderhoudt ook de schepping. In die zin mag je zeggen dat we eten, drinken en gezondheid uit Gods vaderlijke hand krijgen, hoewel wij niet gewend zijn het zo te zeggen. Wie niet het geloof in Christus kent, zal God niet als Vader, maar als Rechter ontmoeten.
De overheid
In Titus 3: 1 gaat het erom dat we van harte gewillig zijn om de overheid te gehoorzamen, omdat zij van God gezag en macht gekregen heeft. In Handelingen 5: 29 wordt gezegd, dat we God meer gehoorzaam moeten zijn dan de mensen. Als de overheid dus iets doet wat tegen Gods wil is (zoals in Bunyans tijd), mogen we haar niet gehoorzamen.
Pagina 4
Verlost van het zondepak
Het pak dat Christen droeg, symboliseerde de last van de zonde waaronder hij gebukt ging. Als je door het werk van de Heilige Geest je zonden leert zien, ga je er tegen vechten en wil je er van verlost worden. Als je dan door het geloof op de Heere Jezus mag zien, mag je weten dat Hij je zonden vergeeft. Dan valt er een pak van je schouders. Dat betekent niet dat de strijd voorbij is, want iedere christen, ook als zijn zonden vergeven zijn, moet strijden tegen zijn "oude mens". Iedere dag opnieuw hebben zij vergeving nodig. We noemen dat de dagelijkse bekering. Niet ieder kind van God ervaart zo duidelijk als Bunyan dat zijn zonden vergeven zijn. Dat kan veel strijd geven: "Zijn mijn zonden wel vergeven?" Vooral mensen die van jongs af de Heere gediend hebben, en bij wie geen duidelijke omkeer is in hun leven, worstelen hiermee. Ze hebben het doorbrekende werk van de Heilige Geest nodig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1996
Mivo +12 | 28 Pagina's
