JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Gegeven leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gegeven leven

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Net als iedere actie van de Jeugdbond gaat het ook nu weer om bezinning en geldverwerving. Mivo richt zich vooral op de bezinning. In de (losse) bijlage wordt ingegaan op de wijze waarop de actie gevoerd kan worden.

Enquete als inventariserend groepsgesprek

Het is goed om aan het begin van de actie na te gaan wat jongeren nu van mensen met een verstandelijk handicap weten. Dat kunt u te weten komen door middel van een inventariserend groepsgesprek. Dat is een gesprek voordat het onderwerp besproken wordt. Na zo'n gesprek is de belangstelling meestal beter en u kunt uitgaan van het bekende. Op bladzij 4 en 5 van het ledenblad staat een enquete die u voor het inventariserend groepsgesprek kunt gebruiken. Laat de jongeren deze persoonlijk beantwoorden. Daarna kunt u plenair of in groepen de antwoorden bespreken. Ter voorbereiding is deze enquete reeds op een vereniging gehouden. Een selectie van de antwoorden wordt hieronder bij iedere vraag gegeven, waarbij dan enkele aanwijzingen gegeven worden waarvan van u gebruik kunt maken bij de bespreking.

Vraag 1. Er zijn mensen die niet goed kunnen lopen. Zij zijn lichamelijk gehandicapt. Probeer eens aan te geven hoe mensen met een verstandelijk handicap zijn.
Antwoorden: niet goed kunnen denken, minder verstand, minder capaciteiten, ze zijn net als kinderen. Probeer aan te geven dat er grote verschillen zijn tussen mensen met een verstandelijk handicap. Het zijn mensen met meer of minder mogelijkheden. Ze vinden het meestal helemaal niet leuk om als kind behandeld te worden. Benadruk dat het mensen zijn die door God geschapen werden met meer of minder talenten, net als de verenigingsleden.

Vraag 2. Mensen met een verstandelijke handicap zijn anders dan anderen. Maar ze zijn ook in een heleboel dingen hetzelfde als jij. Geef dat aan.
De oorspronkelijke enquete was anders, maar omdat de leden er niet uitkwamen, is de vraag concreter gemaakt. Uit de antwoorden moet opnieuw blijken dat er grote onderlinge verschillen zijn tussen mensen met een verstandelijk handicap.

Vraag 3. Ken je mensen in je omgeving die een verstandelijk handicap hebben? Waarvan ken je ze?
De meeste leden zullen verstandelijk gehandicapten uit de kerk, de omgeving of de familie kennen. Meestal zullen dat mensen van een lager niveau zijn. Wijs er op dat er ook gehandicapten zijn aan wie je uiterlijk niets bijzonders ziet.

Vraag 4. Wat weet je van verschillen tussen mensen met een verstandelijke handicap?
Dit is niet zo'n gemakkelijke vraag als het lijkt. De meeste jongeren zijn geneigd ze allemaal over één kam te scheren. Maar dan doe je de mensen onrecht.

Vraag 5: Ga je wel eens om met mensen met een verstandelijk handicap? Hoe vind je dat?
Veel jongeren gaan weinig of nooit om met mensen met een handicap. Ze vinden dat moeilijk, eng of vreemd. Anderen vinden ze gezellig, vrolijk en mensen van wie je veel kunt leren. Jongeren die niet met gehandicapten omgaan, vinden het meestal eng, degenen die er wel mee omgaan, vinden het gewoon. Geef aan dat je in het omgaan met gehandicapten zo gewoon mogelijk moet doen.

Vraag 6: Vertel eens wat mensen met een verstandelijke handicap overdag doen.
Gegeven antwoorden: knutselen op het dagverblijf, leren, werken. Veel jongeren gaven geen antwoord. Geef aan dat er voor mensen van de verschillende niveaus activiteiten gezocht worden: speciale school, sociale werkplaats, begeleid werken in een gewone baan, dagverblijf voor kinderen, dagverblijf voor ouderen. Op school wordt niet alleen geleerd, er worden net als op een dagverblijf bepaalde praktische handelingen aangeleerd, zoals boodschappen doen, afwassen enzovoort. Ook wordt aan de nodige lichaamsbeweging aandacht besteed.

Vraag 7, 8 en 9: Uit de antwoorden valt op te maken of mensen met een verstandelijk handicap geaccepteerd worden. De meeste jongeren hebben er moeite mee. Probeer die houding positief te beïnvloeden.

Vraag 10: Ook de antwoorden op deze vragen geven aanleiding om over het omgaan met mensen met een handicap te praten. Het zijn ook mensen die wel eens een goede of slechte bui hebben, die soms onvriendelijk en soms vriendelijk zijn, praatzaam of zwijgzaam. Wel is het zo dat ze soms moeilijk hun gevoelens kunnen beheersen. Bespreek ook eens hoe je over hen spreekt. Praat niet over stakkers, zwakzinnigen of idioten. Praat liefst over mensen met een verstandelijk handicap en gewoon over Jan, Piet en Nellie. Ook de term geestelijk gehandicapt wordt veel gebruikt. Maar dat kan verwarring scheppen. De geest van ons allen is immers door de zonde aangetast. Gehandicapte mensen, zijn mensen zoals wij. We hebben allemaal hetzelfde nodig om te kunnen leven èn sterven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991

Mivo +12 | 28 Pagina's

Gegeven leven

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991

Mivo +12 | 28 Pagina's