De roeping van Jeremia

Het maken van een inleiding/vertelling

De stof uit Jeremia 1 is goed geschikt voor een vertelling of inleiding op een +12 vereniging omdat deze geschiedenis niet zo bekend is. Als een van de leden een inleiding houdt, verdient het aanbeveling een wat ouder lid te vragen.

Hieronder staan wat aanwijzingen voor het maken van een inleiding of vertelling.

Het is belangrijk je inleiding zo te beginnen dat het direct de aandacht trekt. Je zou met een situatie uit het dagelijks leven kunnen beginnen. Denk bijvoorbeeld aan een jongere die iemand waarschuwt tegen het vloeken, en daarvoor uitgelachen wordt. In Daniël nr. 22 (1985) staan reacties van jongeren die op een niet-reformatorische school zitten.

Als inleiding zou je ook een van deze voorbeelden kunnen gebruiken. Uitgelachen of bespot worden is niet nieuw.

Ook de profeten in de tijd van het Oude Testament werden bespot. Maar die profeten wisten zich geroepen door de Heere. Hij zou voor hen zorgen. Vanavond gaat het over de roeping van één van die profeten: Jeremia. Om de roeping van Jeremia te begrijpen, moet je ook iets van zijn tijd afweten. Vertel daarvan eerst iets uit de achtergrondinformatie (zie ook blz. 10 van het ledenblad).

Daarna kun je iets over de profeet Jeremia in het algemeen vertellen (zie achtergrondinformatie).

Daarna kun je Jeremia 1 behandelen.

Begin met wat er op blz. 2 en 3 van het ledenblad staat. Behandel daarna het roepingsvisioen. Lees daarvoor samen blz. 4 en 5 van het ledenblad. Wat was de inhoud van de prediking van Jeremia? Dat kun je lezen op blz. 6 van het ledenblad. Tenslotte kun je eindigen met de belofte van de Heere dat Hij Jeremia zal helpen (blz. 8 van het ledenblad). In het ledenblad staan ook veel gespreksvragen. De vragen die in de verwerking niet aan de orde komen, kun je in je inleiding betrekken.

Aan het slot kun je de vraag stellen wat Jermeia 1 ons te zeggen heeft. Wij leven net als Jeremia in een tijd waarin met de geboden van de Heere geen rekening wordt gehouden. En het is onze opdracht om te waarschuwen. In woorden en daden. Geef enkele voorbeelden hoe wij in de praktijk getuige kunnen zijn. Maar om te getuigen moet je ook zelf de Heere dienen en liefhebben. Laat daarom de grote vraag in ons leven zijn: Heere leer mij U kennen en liefhebben.

Het gebruik van het ledenblad

Het is niet de bedoeling dat alles uit het ledenblad op de vereniging behandeld wordt. Je kunt in je inleiding enkele bladzijden behandelen of samen lezen. Kies dan de bladzijden die je het meest geschikt vindt om te bespreken. Daarna kan het ledenblad mee naar huis genomen worden. Thuis kunnen ze het dan nog eens nalezen. De gespreksvragen die niet behandeld worden, kunnen in de inleiding verwerkt worden.

Mijn buurman en de dood

Mijn rechterbuurman is vannacht gestorven,
hij had een maagkwaal en is heengegaan.
Hij had zich hier een goed bestaan verworven,
ik vraag me af hoe hij is weggegaan.
Hij was een trouw genoot en zorgzaam vader,
zijn doodsbericht laat daar geen twijfel aan.
Een boos gezwel zat op een hoofdslagader,
geen zorg of trouw maakt zo iets ongedaan.
Hij heeft gedacht aan hen die achterbleven
een joch van drie en een nog jonge vrouw;
een assurantiepolis op zijn leven,
dat was dan voor 't geval hij sterven zou.
En dat is zo gebeurd; er was geen vechten tegen,
het flitsend mes van de chirurg ten spijt.
Hoe zwaar zal nu zijn zorg en trouw gaan wegen,
gewogen in de waag der eeuwigheid?
Ik vrees voor hem, dat hij zijn goede zorgen
slechts tot en met de dood heeft uitgestrekt.
Het brood voor heden en de huur voor morgen
en dat verzekering niet alle schaden dekt.
Ik vrees dat spijts deskundig overleggen
hij déze schade zelfs niet heeft begroot.
Ik had ook, toen 't nog kon, hem moeten zeggen
zich te verzekeren voor na de dood.
Want 'k vrees, dat hij alleen en zeer verlaten
het goddelijk gericht moest ondergaan.
Wat kan, in dit gericht, een mens nog baten
als Jezus Zelf niet voor hem in wil staan?
Doch hoe dit zij, welk deel hij heeft verworven,
het is voorbij, voor hem is 't pleit beslecht.
Mijn rechterbuurman is vannacht gestorven,
en ik heb nooit één woord tot zijn behoud gezegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen