JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Als Je Hem Zag Komen....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als Je Hem Zag Komen....

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De grote zaal stroomt vol met lawaaierige jongelui. Rauw klinkt het geluid van de jongensstemmen tussen het aanstellerige en hoge gelach van de meisjes. Het is één van de weinige verschillen tussen de beide seksen. De strakke, verschoten jeans, de zwartleren jacks, de onverschillige houdingen en de nonchalant tussen de lippen gestoken sigaret verdoezelen alle uiterlijke verschillen. De bordjes "Verboden te roken" worden en bloc genegeerd. Wat doet je nou zo'n voorschrift. Met opzet worden de peuken uitgedrukt op stoelleuningen en vloer.

Voorin wordt hooglopende ruzie gemaakt over een plaats. De zaalwachters, die toezicht moeten houden en er zich mee bemoeien worden uitgefloten. En achter de nu nog dichtgeschoven gordijnen worden de muziekinstrumenten aangedragen. Het drumstel krijgt een plaatsje aan de linkerkant op het toneel tegenover de piano. Lampen worden gekontroleerd, mikrofoons gereedgezet. Op één van de voorste rijen zit Wim. Wat onwennig kijkt hij rond. Aarzelend heeft hij een sigaret opgestoken, '"t Is toch verboden te roken?" zegt hij als zijn vriend hem een pakje voorhoudt. "Daar houdt niemand zich aan joh. Steek op."

Vanaf het toneel klinkt een roffel op de piano. Een saxofoon geeft langdurig antwoord. De lichten in de zaal doven langzaam uit, traag schuiven de gordijnen voor het toneel uiteen.

Alweer zondag

Het is ver voorbij middernacht eer Wim in een onrustige slaap valt. Het dreunende gestamp van de drums, het opzwepende ritme van de gitaren en de opwindënde lichteffekten werken nog na in zijn hoofd. Hij was gelukkig nog voor de zondag thuis, daar had hij geen gezeur mee gehad. Rick had graag nog ergens een biertje willen drinken, maar hij had deze keer voet bij stuk gehouden, "'k Heb m'n ouwelui beloofd vóór twaalf uur thuis te zijn", had hij gezegd.

Vader had gevraagd of het een fijne avond was geweest en moeder wilde persé dat hij nog wat zou drinken. Even had hij als in een flits gevoeld hoe gemeen hij zijn ouders bedroog, maar dat gevoel snel van zich afgeschud. In bed was de hele avond nog eens aan hem voorbij getrokken. Weer had hij iets geproefd van de opwindende sfeer, die er van zo'n popkonsert uitgaat. Machtig was het geweest. Hij had alles om zich heen vergeten en meegeschreeuwd en meegeswingd met de tot hysterie opgezweepte jongelui. Van de meeste songs had hij de woorden niet verstaan; het geluid van drum en saxofoon, van gitaar en piano, overstemde de tekst die gezongen werd. De wonderlijke bewegingen en gebaren die de zangers maakten, leidden af van de woorden die gezongen werden. De hysterie bereikte het toppunt toen één uit de groep tijdens een solo zijn gitaar met een onverwachte beweging op de grond smeet en op een tweede gitaar die een totaal andere klank had, zijn solo uitspeelde. Stoelleuningen moesten het ontgelden, lege bierflesjes schoten als projektielen door de zaal. Geweldig was het geweest! Onvergetelijk!

Voor de zoveelste keer heeft Wim zich omgegooid. Eindelijk is hij in slaap gevallen, een slaap waaruit hij met een bonzende hoofdpijn wakker schrikt.

"Wim, 't is tijd joh, half negen!"

"Hè, o ja, ik kom". En als moeder naar beneden gaat: "Bah, alweer zondag!"

"And I got drunk all over again"

"Luister nou eens, ik doe wat ik wil. 't Is m'n eigen geld en ik hoef daarvan aan u geen rekenschap te geven. U hebt er niks geen last van als ik hier op m'n kamer wat plaatjes draai en kom nou niet aan met de smoes van: popmuziek is slecht. Daar weet u niks van. Alles wat niet is zoals vroeger wordt hier in huis maar direkt veroordeeld. Dat ben ik nou eens zat. Je mag best alles onderzoeken. Nou, daar ben ik druk mee bezig. Er zijn heel goede musici onder de popgroepen. Ik weet heus wel het goede van het kwade te ondrscheiden".

Wim zet z'n woorden kracht bij door een plaat op te zetten.

"Luister meer eens naar deze song "Glory Halleluja" van Elvis Presley".

Even later klinkt de stem van de zelfs na zijn dood nog verafgode zanger door Wims kamer. Rustig luistert zijn vader het lied uit. "Nou, wat is daarop tegen?" wil Wim weten.

"Niets", zegt meneer Van Bergen lakoniek.

"0, dat dacht ik ook", zegt zijn zoon triomfantelijk.

"Laat me deze eens horen", zegt vader onverwachts.

Na een korte aarzeling zet Wim de plaat op die zijn vader hem aanreikt. Meneer Van Bergen leest de tekst mee, die op de hoes staat:

"When your baby leaves you all alone

And nobody calls you on the phone

Don't you feel like cryin (3x)

Come on vry to me.

When you're alone in your lonely room

And there's nothing but the smell of her perfume

Don't you feel like cryin (3x)

Come on cry to me

Nothing van be sadder than a glass of wine alone

Loneliness such a long long time."

Vader leest niet verder mee. Hij luistert naar de stem die de leegte, de eenzaamheid zo zuiver weergeeft, dat je die bijna zelf ondergaat.

"Come on cry to me".

Met een zekere spanning wacht Wim de reaktie van zijn vader op dit lied af. Langzaam, als met enige tegenzin legt deze de hoes neer.

"Arm hè?"

Wim zet al z'n stekels op. "Arm, arm, hoe bedoelt u?"

"Wel, ik heb die andere songs ook even vluchtig doorgenomen.

Liefde, drugs, sex, drank, dood en eenzaamheid in een steeds weerkerend refrein. Arm hè? Geen enkele oplossing voor die gruwelijke eenzaamheid. Kijk deze song:

And I bought another bottle of wine

and another bottle of gin

I played his records all night

And I got drunk all over again.

En hier, wat lees ik nou!"

Vader pakt één van de tijdschriften, die bij bosjes in een mand liggen. "Ik wil dat de mensen zich vermaken, dat ze swingen en kicken op de muziek, want dat is één van de leukste dingen die je in je leven kunt beleven. En als dat een paar honderd mensen tegelijk overkomt, verhuizen ze gelijk naar de hemel".

't Blijft even stil, heel stil. Om zich een houding te geven rommelt Wim wat in de la van zijn buro. Vader neemt het eerst het woord.

"Kijk jongen, dat is het nou. Daarom is popmuziek, deze popmuziek" en hij maakt een brede armzwaai naar het platenrek, "daarom is die muziek duivels. Als je goed luistert Wim, dan moet je dat kunnen horen. Je wordt er op een vreselijke manier door beïnvloed. Er zijn misschien wel heel onschuldige teksten bij geschreven, maar je kunt niet echt luisteren, niet echt genieten van deze muziek. Je wordt er door verdoofd als het ware. Ik weet heus wel iets over beat en popmuziek, al verwijt jij me dat dat niet zo is.

En alles veroordelen wat nieuw is? Je weet wel beter Wim. Jij hebt een verkeerde vriend. Sinds jij Rick ontmoette op de MTS, ben je veranderd. Nee, wacht even, ik weet wel wat je zeggen wilt.

Rick is een aardige jongen, maar niet als vriend. Hij doet aan God noch gebod en komt in geen enkele kerk. Heb je hem al verteld dat je gedoopt ben en wat dat inhoudt? Durf je hem te zeggen, als je leest wat hier staat -en vader wijst op de zojuist voorgelezen passage- dat er een God in de hemel is, Die de zonde straft? Weet Rick eigenlijk wel wat zonde is? Heb jij hem dat uèl eens verteld?"

Wim haalt zijn schouders op. "Ik ben niet van plan mijn platen op te ruimen, als u dat maar weet. En Rick blijft mijn vriend", voegt hij er koppig aan toe. Vader staat op. "Als jij me kunt laten horen, dat op alle ellende die door de popmusici wordt uitgekreten, een antwoord wordt gegeven, dan praten we verder m'n jongen. Maar weet, dat als God een mens zijn ellende, zijn eenzaamheid en verlorenheid laat zien, Hij ook een antwoord geeft, hoe men van die ellende verlost kan worden".

Vader doet de deur achter zich dicht. Als hij halverwege de trap is, hoort hij tussen de dreunende slagen van de drums een donkere mannenstem: "Well, could I dance with you, honey?"

Dan ga 'k het huis wel uit

"Ik ga, daag".

De deur valt met een slag dicht en meneer en mevrouw Van Bergen zitten voor de zoveelste maal alleen. En weer komt de vraag in hen op, de vraag die wel duizendmaal gesteld is na het gesprek op Wims kamer: "Hebben we het niet verkeerd gedaan?" Hadden we hem niet kort en goed moeten verbieden naar die muziek te luisteren? Hadden we die platen niet kapot moeten breken en in de vuilnisbak gooien?"

Maar dan is daar ook steeds weer hetzelfde antwoord: "Dan waren we hem kwijt geweest'.

Elke vrijdag- en zaterdagavond is Wim weg. Hij gaat ook al maanden niet meer naar de kerk. Eerst bleef hij alleen 's morgens thuis, dan moest hij uitslapen. De laatste weken laat hij ook de tweede dienst voor wat zij is. Praten helpt niet, dreigen evenmin. "Dan ga ik 't huis wel uit. Jullie hebben er geen last van als ik m'n platen draai. Je hoort beneden alleen wat gebonk als ik de installatie erg hard zet. En buren hebben we niet. En de kerk? Nou, 't spijt me, dat houd ik voor gezien. Ik leef maar eens en ik wil plezier hebben. 0 ja, van die verlossing hè? Nou, daar hebt u gelijk in, maar is dat nou wel nodig? De hele wereld is één grote chaos, daar is toch niks aan te veranderen. Nou, wat moet je dan van verlossing spreken. Wat zegt u? Ik moet erom bidden? Och dat is zo ouderwets. Goed voor.....eh, nou ja, neem me niet kwalijk. Ik doe het allang niet meer."

"Wim toch", had moeder alleen maar gezegd.

Nu is hij weg, naar één of ander popkonsert. Maandag lees je 't weer in de krant: "Hysterische jongelui slaan tijdens het optreden van de popgroep "Village People" alles kort en klein. Er is voor duizenden guldens schade aangericht aan meubilair en verlichting" .

't Is per slot bijna kerstfeest

"Ik ga met Rick op kamers wonen".

Een donderslag bij heldere hemel had niet meer schrik kunnen veroorzaken dan deze woorden.

"Nou, jullie kijken zo vreemd. Is dat dan zoiets bijzonders? We hebben een flat aan de Izaak da Costasingel. Over drie maanden verhuizen we".

"Maar Wim", is alles wat mevrouw Van Bergen kan uitbrengen.

"Jongen toch", zegt vader met een vreemde stem, "moet dat echt?" "Moet dat echt, moet dat echt", herhaalt Wim op een wat smalende toon. "Ik dacht dat jullie blij zouden zijn. Jullie kunnen me toch niet bekeren, nóu dan is het zo 't beste dacht ik. 0 ja, ik zit in een popgroepje, morgenavond treed ik voor 't eerst op. We hebben ook een song gemaakt over Maria en Jezus, 't Is per slot bijna ker........"

Een blik op het gezicht van zijn vader doet hem zijn mond houden. "Sorry, dat is tegen 't verkeerde been, merk ik".

Moeder zit verslagen op haar stoel, krijtwit. Vader moet even wat wegslikken. Met een vermoeid gebaar strijkt hij met de hand over zijn voorhoofd.

"'t Is toch misschien maar beter Wim, dat je het huis uitgaat", zegt hij moeilijk. "Ik vraag je wel om, zolang je nog bij ons bent, zulke praat niet meer te bezigen. De Heere laat niet met Zich spotten, jongen. Pas toch op, stel dat Hij eens onverwachts hier binnenkwam, wat zou je dan doen, wat zou je dan zeggen? Wim, spot toch niet met God en Zijn woord, bedenk toch dat Hij alles ziet en hoort".

Even blijft het stil na deze woorden. Dan recht Wim zijn rug.

"U rijmt niet onaardig", zegt hij vluchtig. "Wees maar niet bezorgd om uw zoontje. Ik ga wel niet meer naar de kerk, maar daarmee wil ik niet zeggen, dat ik niet geloof dat er geen God is. Als Jezus nu hier binnenkwam? Wel, ik zou Hem mijn kamer geven en het beste wat ik had. Ja, dat meen ik".

"Wim, wil je als je blieft naar je kamer gaan", komt plotseling moeders stem.

Even lijkt het alsof Wim nog wat zeggen wil, maar als hij moeders ogen ziet, slikt hij zijn woorden in. Hij staat op en loopt langzaam de kamer uit. Zacht valt de deur achter hem in 't slot. Die avond liggen meneer en mevrouw Van Bergen langer geknield voor hun bed dan anders.

Het cassettebandje

Wim zit op de vloer middenin zijn kamer. Naast hem staan een paar stevige dozen. Hij is bezig z'n boeken die hij niet dringend nodig heeft vast in te pakken.

Na een klopje op de deur komt vader binnen. Verwonderd kijkt Wim op.

"Ik heb eens naar jouw platen geluisterd", valt vader met de deur in huis, "nou zou ik graag willen dat jij naar een plaat van mij luistert. Of beter gezegd naar een bandje".

Voor Wim van zijn verbazing is bekomen, duwt meneer Van Bergen hem een cassettebandje in zijn hand.

"Moet dat vanavond nog?" vraagt hij, terwijl hij opstaat. Vader knikt: "Graag Wim".

Terwijl zijn vader naar beneden gaat, bekijkt Wim het bandje aan alle kanten. Zeker één of andere psalm. Mooi afscheidskadootje. Enfin, hij zal 't even opzetten. Een minuut later begint een zuivere bariton te zingen:

"If Jesus came to your house

te spend a day or two,

If He came unexpectedly,

I wonder what you'd do?

0, I know you'd give your nicest room

to such an honoured Guest,

And all the food you'd served

to Him would be the very best,"

Wim schokt op. Dat zijn z'n eigen woorden! Hoe? Wie?

"But when you saw Him coming,

would you meet Him at the door

With arms outstretched in welcome

to your heavenly Visitor?

Or would you have the change your

clothes before you let Hum in?

Or hide some magazines and put

the Bible where they'd been?

Would you turn off the radio

and hope He hadn't heard?

And wish you handn't uttered

that last doul hasty word?

Would you hide your worldly music

and put the hymnbooks out?

Could you let Jesus walk........"

Als vastgenageld aan de grond staat Wim te luisteren. Ieder woord, elke vraag is als een nagel die vast ingeslagen wordt. Hij moet het hele vers uitluisteren of hij wil of niet. Als de laatste akkoorden verklonken zijn, staat hij nog als bij 't begin.

"Als Jezus in jouw huis kwam,

zo voor een dag of twee?

Als Hij eens onverwachts kwam,

'k ben benieuwd wat je dan dee'

Je allermooiste kamer gaf je

deze Gast, nietwaar....?

En 't allerbeste eten maakte

je vast voor Hem klaar......

Wim wrijft met de hand over zijn ogen. Wat mankeert hem nou? Helemaal ondersteboven van zo'n song?

"Maar als je Hem zag komen,

liep je Hem dan tegemoet?

Zou je deez' hemelse Bezoeker

verwelkomen met een groet?

Zou je je moeten verkleden

voor je Hem opendeed?

Wat tijdschriften wegmoffelen?

Lag je Bijbel wel gereed?

Zou je de radio af moeten zetten,

in de hoop dat Hij 't niet heeft gehoord?

Zou je spijt hebben van dat laatste

hardop gesproken woord?

Zou je je psalmboek kunnen vinden,

je popmuziek nog uit moeten doen?

Zou je Jezus zo binnen kunnen laten....?"

Maar Wim zal niets doen. De woorden blijven in zijn hoofd: "Zou je Jezus zo binnen kunnen laten, of vluchtte je naar buiten toe?" Het is ver na middernacht eer hij in slaap valt. Hij wordt wakker van het geluid van een deur die in het slot valt. Half tien, vader en moeder gaan naar de kerk, 't is zondag.

"je popmuziek nog uit moeten doen? Als Hij eens onverwachts kwam?" Het zweet breekt hem uit.

"Zou je Jezus zo binnen kunnen laten?"

Wim kijkt rond: z'n platen, de posters, z'n boeken! "Nee!!"

schreeuwt alles in hem. "Nee!"

En dan, zijns ondanks: "Heere, help!"

J.W. v.d. Berg

N.B.

Het vrij verhaal voor -12 kan helaas, i.v.m. auteursrechten, niet in de schets zelf afgedrukt worden.

Het verhaal "Boris eigen baas?" is als bijlage naar de kontaktpersoon van de klub gestuurd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

Mivo -16 | 40 Pagina's

Als Je Hem Zag Komen....

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 1984

Mivo -16 | 40 Pagina's