A Vertelschets -12
D1 Langs de weg naar het stadje Bethlehem grazen honderden schapen en koeien. Veel tenten staan er opgesteld. Er lopen kinderen rond. Uit een van de tenten klinken opgewonden stemmen en daar tussendoor hoor je het gehuil van een vrouw. Die vrouw is Rachel, de zus van Lea. Allebei zijn ze getrouwd met Jacob. Jaren is Rachel jaloers geweest op Lea. Want Lea kreeg kinderen, en zij niet. Zij was de mindere, E2 en dat wilde, ze niet. Rachel wilde heel graag kinderen om daarmee óók belangrijk te kunnen zijn, om óók een trotse moeder te kunnen zijn. Ze heeft al een kind gekregen: Jozef. En nu huilt ze. Wat is er dan aan de hand? Wel, wat Rachel zo hoopt gebeurt, ze zal opnieuw een kindje krijgen. Nu zal ze nog trotser kunnen zijn. Maar, 't gaat niet goed. Rachel voelt het. Ze moet sterven, als haar kindje geboren wordt. Nu krijgt ze wat ze zo graag wilde en nu kan ze er niet eens trots op zijn, want ze zal sterven.Ze verlangde alleen maar naar een kindje om daarmee zelf belangrijk te zijn. Opdat zij, Rachel, ook geëerd zou worden, en niet Lea alleen. Een zoon! Maar Rachel is niet blij, ze is boos, verbitterd en teleurgesteld. Noem hem Ben-oni , zegt ze met stervende lippen. Ben-oni? Maar dat betekent "ongelukskind". 0, wat erg, zó te moeten sterven.
E1 Jacob begraaft zijn vrouw, bij Bethlehem. Het is een huis van verdriet.
D2 De jaren gaan voorbij. In de velden bij Bethlehem klinkt mu. ziek. En een jongen zingt. Hoor: "De Heere is mijn Herd-r, mij zal niets ontbreken".
Hij heeft een harp in zijn handen. Rondom hem lopen vele schapen.
C3 Het is David, een herder, hij is de zoon van Isaï. Maar van welke herder zingt hij dan? Wel van de Heere God.
David is nog wel jong, maar hij heeft de Heere lief. Hij gelooft dat de Heere nog beter voor hem zorgt, dan hij voor zijn schapen. Opeens klinkt er een stem. David wordt geroepen. Als hij binnenkomt staat Samuël op,
C4 neemt .de hoorn met zalfolie die hij in zijn hand heeft en giet de olie uit over David. David, nu ben je nog een herder in de velden van Bethlehem, in de velden van Efratha, maar eens, dan zul je koning zijn over Israël. Uit jouw familie zal eens hier, ook in Bethlehem de grote Koning komen. Die zal Herder en Koning tegelijk zijn. En Zijn Koninkrijk zal tot in eeuwigheid zijn. Hij zal Zijn volk regeren, Hij zal het leiden. Hij komt hier in jouw plaats, David. Wat een blijdschap voor hem, dat hij Gods knecht mag zijn. En bovenal, dat uit hem Gods Grote Knecht geboren zal
E1 worden, in Bethlehem. Het is een huis van vreugde.
Opnieuw zijn vele jaren voorbijgegaan, het is stil in Bethlehem. De hele dag is het erg druk geweest. Vele mensen uit D3 andere plaatsen zijn in Bethlehem. Zij hebben in de herberg een plaats gevonden om te overnachten. Keizer Augustus heeft namelijk een wet gemaakt, waarin staat dat iedereen zijn naam C7 moet laten opschrijven in de plaats waar zijn familie vandaan komt. Dan weet de romeinse keizer precies wie hem allemaal belasting moeten betalen. En nu is het rustig geworden in Bethlehem. Daar staan nog twee mensen bij de herberg. "Nee, er is echt geen plaats meer. Alles is vol". De man en de vrouw lopen weer verder. Het zijn Jozef en Maria. Zij moeten hun naam in Bethlehem laten opschrijven, want hun voorvader David kwam daar vandaan. Maar nu is D3 alles vol in de herberg. Geen plaats. 0, wat nu, Maria moet nodig rusten, want, het zal niet lang meer duren en dan zal er een Kindje geboren worden. Waar moeten ze nu naar toe in dit Bethlehem? Het is een huis van verdriet .
Eindelijk vinden ze een plaatsje. In...... een stal. Een beestenstal, daar kunnen ze slapen. Het is nacht in Bethlehem. De mensen slapen. Jozef en Maria niet. En God in de hemel, Hij waakt ook. Hij ziet neer op de aarde. Vol van zondige mensen. Dat is hun eigen schuld. Adam moest de Heere gehoorzaam zijn. En hij was het niet. Hij zondigde toch en at van de vrucht van de verboden boom. Adam moest sterven, en Eva, en alle mensen. Na de val wilde niemand meer gehoorzaam zijn God. Niemand kon het ook meer. Alle mensen zondigden.
De Heere ziet al die zondige mensen. Ze moeten sterven. Eigen schuld. Maar...... in dat stille, donkere Bethlehem gebeurt er een wonder! "Jullie kunnen het nooit meer goed maken" heeft de Heere gezegd. "Maar Ik zal het Zélf goed maken. Ik zal Mijn Zoon naar de aarde zenden, Die zal lijden en sterven. En door het geloof in Hem, kunnen mensen weer behouden worden. Ik zal Mij ontfermen over arme zondaren en Ik zal genade geven".
En nu doet God in die donkere nacht wat Hij beloofde. Hij geeft Zijn Zoon, de Zaligmaker van zondaren. Wat een blijdschap in die donkere stal! Want daar wordt Hij geboren. Hij is immers het Kind je dat Maria verwachtte. Wat een vreugde. Veel hebben ze niet voor het Kind. Maria windt Het in doeken en dan legt ze Hem neer. in een krib, een voerbak voor de beesten. Hij vernederde Zich zo diep. Maar zo is het goed. De Heere hoeft niets voor Zichzelf te hebben, Hij wil juist Zelf alles geven. In een voerbak voor bees ten. Hij is het Brood des levens voor slechte mensen. Het Brood E3 wat uit de hemel is nedergedaald. Bethlehem betekent immers broodhuis! Nu is het echt zo. De Heere is Zelf gekomen, arm geworden om arme zondaren, ook kinderen, door Zichzelf aan hen weg te geven. Jozef en Maria zien het Kind liggen in de krib. 0, ze zouden Hem alles willen geven, maar ze hebben het niet. En zo moet het ook juist. Een diepe vreugde komt in hun harten, God geeft Zijn Zoon, God geeft het Liefste dat Hij heeft. God geeft alles. Bethlehem, Broodhuis, huis van hemelse vreugde.
In Bethlehem is het nog stil en donker. Maar daar lopen haastig een paar mannen door de straten. Het lijkt wel of er iets aan de hand is in de stad, waar ze bij willen zijn. En zo is het ook. Ze hebben inderdaad gehoord, dat er iets gebeurd is. Het zijn schaapherders. Zij waren buiten op het veld. In die donkere nacht in Efratha's velden, daar, waar ergens Rachel werd begraven, waar David voor zijn schapen zorgde, daar hielden ze de nachtwacht over hun kudde. Die mannen vrezen de Heere. Hoe lang zagen ze al niet uit naar de komst van de Messias. En toen kregen ze een boodschap: Jezus de Zaligmaker is geboren!! In Bthelehem, in de stad van David! Het Brood des levens is uit de hemel neergedaald in het Broodhuis! Een engel van God had hun die wondere boodschap verteld. En daarna waren er boven Bethlehem engelen geweest, heel veel. Die hadden gezongen: Ere zij God, en vrede op aarde, en in mensen een welbehagen.
Toen was het weer stil geworden, maar niet in hun hart. Want dat zong verder.
Snel gingen ze naar het stille stadje. En daar is de stal. Daar is het Kind: bet Brood dat uit de hemel neerdaalde. Die ruwe herders vallen op hun knieën.
Dit Kind is de Zaligmaker. En het grootste wonder is dat ze mogen geloven: Dit Kind is ónze Zaligmaker. Hij kan en zal hun schuld en zonden vergeven. Hij zal er voor zorgen, dat zij, verloren zondaren weer bij de Vader mogen komen, dat het weer goed mag zijn. Niets hebben die eenvoudige mannen dat Kind te geven, maar dat Kind geeft alles aan hen. Wat is God goed. Wat een blijdschap, daar in die donkere stal, in dat
El stille Bethlehem. Bethlehem, huis van hemelse blijdschap.
Het is dag geworden. De mensen uit Bethlehem staan op. Wie staan daar zo druk te praten op straat? Ze gaan eens kijken. C8 Het zijn herders. "De Zaligmaker is geboren. Wij hebben Hem gezien. Een engel heeft het ons verteld en toen hebben duizend maal duizenden engelen gezongen, en de Zaligmaker, de Verlosser, Hij ligt in een kribbe in een stal". Nu heeft de Heere gedaan wat Hij beloofde. Nu kunnen onze zonde vergeven worden, nu kunnen wij gered worden door de Heere. De engelen hebben het zélf gezongen: Ere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde en in mensen een welbehagen!
C9 De mensen luisteren. Wat een wonderlijk verhaal. Zou het waar zijn? Ze halen hun schouders op. Het is wel erg vreemd. Heel Bethlehem verwondert zich, maar.....gaan ze Hem ook aanbidden? Geloven ze het ook? Gaan ze ook op zoek naar dat Kind?
E5 Er staat niets van in de Bijbel. Ze verwonderen zich wel, ze zijn verbaasd. Meer niet. Geen geloof, geen aanbidding, niets. En jij?
Er was geen plaats voor de Heere Jezus in de herberg, en nu Hij toch geboren is, in een stal, is er nóg geen plaats voor Hem in hun hart. Ze hebben Hem niet nodig, hun hart is al vol met de dingen die zij belangrijk vinden. Welke dingen vind jij belangrijk?
Maanden gaan_voorbij. Er marcheren soldaten door het stadje
D4 Bethlehem. Soldaten door koning Herodes gestuurd. Er waren enkele wijzen gekomen uit het Oosten, om het nieuwgeboren Koningskind van de Joden te aanbidden. Toen was koning Herodes geschrokken. Hij wilde dat Kind doden, maar de wijzen kwamen niet terug om te vertellen waar dat Kind was. En nu zijn er soldaten gekomen. Ze dringen de huizen binnen en zoeken in alle kamers. Uit vele huizen klinkt gehuil. Want C10 overal waar ze een kindje vinden van twee jaar en jonger, doden ze dat. Dan zal dit Koningskind er ook bij zijn, zo dacht Herodes. Want die hemelse Koning moet sterven, anders zal Hij mij van de troon stoten.
Radeloze moeders stormen naar buiten, maar het is overal hetzelfde. De hele stad wordt vervuld met geween en gekerm. 0, hun kinderen! Nergens meer een kinderstem. Wat is dat vreselijk. Wat is dat afschuwelijk. Bethlehem, het is een huis van bitter verdriet.
Maar toch, buiten Bethlehem lopen een man en een vrouw en een Kind. Het Kind. Want de Heere Jezus is niet bij de vermoorde kinderen. Hij leeft. De satan wilde het Kind vermoorden, maar het is mislukt. Want de Heere had tot Jozef gezegd dat hij naar Egypte moest vluchten, en daarom, moeders E6 van Bethlehem, laat u troosten, want al zijn üw kinderen vermoord, hét Kind leeft!
Buig voor de hoge God, want het gaat niet om uw kinderen, het gaat niet om u, het gaat om de Heere Jezus, de Zaligmaker, Hij leeft! Wat een wonder, want nu kan Bethlehem toch nog een huis van grote blijdschap worden. De Heere slaat u hard, het verdriet is groot, maar Hij doet dat om u te laten buigen voor Hem, om u te laten zien, dat er juist nu toch redding is, bij het geredde Kind. Want Bethlehem is toch het Broodhuis! Het huis van de Heere Jezus! Omdat Hij gered is, kan Hij nu ons redden, omdat Hij leeft, kan Hij ons levend maken. Daarom kwam Hij, om dode zondaren levend te maken. Om van een huis van verdriet een huis van blijdschap te maken. Door Hem alleen kan dat. De Zaligmaker kwam in Bethlehem. Huis van hemelse vreugde.
Bidden jullie ook of Hij in jouw hart komt wonen? Dan wordt ook jouw hart een huis van hemelse vreugde!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1983
Mivo -16 | 53 Pagina's