B Vertelschets +12

Hoeveel mensen zouden er in Nederland zijn die de Heere dienen? Hoeveel in onze stad of ons dorp? Als je om je heen kijkt in de wereld, zie je er maar weinig meer die naar de kerk gaan. En de mensen die wel naar de kerk gaan? Zijn die oprecht? En jij? Dien jij de Heere?

Misschien denk je dat dat iets is voor oude mensen. Je vergist je. Juist jonge mensen wil de Heere gebruiken. Juist jij wordt tot bekering geroepen.

In de Bijbel wordt er ook van zo'n jonge dienaar gesproken. Het is Josia. Hij is koning over het tweestammenrijk en heeft geregeerd van ongeveer 639 tot 608 voor Christus.

Het is een donkere tijd. Het tienstammenrijk is al ruim 70 jaar geleden weggevoerd naar Assyrië. En het tweestammenrijk? Alleen door gehoorzaamheid aan datzelfde Assyrië kan het blijven bestaan. Maar dat is niet het ergste. Het ergste is, dat ook Juda de Heere vergeten is en volop de afgoden dient. De koningen geven zelf het slechte voorbeeld. Koning Manasse is goddelozer dan de heidenen en zijn zoon Amon gaat dezelfde weg ver- der. Hij weigert te buigen voor de God voor wie zijn vader Manasse tenslotte wel gebogen heeft.

Wat is er overgebleven van de stad Jeruzalem, de plaats waar de Heere wilde wonen?

Kijk, het is vroeg in de morgen en de zon komt op. Wat is daar te zien in de straten van de stad? Het is een optocht van zogenaamd heilige paarden die de zon tegemoet rijden om die als god te vereren.

En daar? Op het dak van het koninklijk paleis? Daar staan altaren, waarop koning Amon offert aan de sterren. Dat heeft hij van de Assyriërs geleerd.

Gelukkig, de tempel des Heeren is er nog. Maar, wat is dat?

Er staan allemaal beelden in die er niet horen. Amon heeft ze er in laten zetten en ze vertegenwoordigen de sterren.

En in de tempel staat het beeld van Asjera, ook wel Astarte of Astaroth genoemd, de godin van de Kanaanieten, die voor vruchtbaarheid zorgde. Aan haar worden de offers gebracht, en buiten Jeruzalem, op hoger gelegen plaatsen, daar zijn de bossen of palen, ook al aan deze Asjera gewijd. Op deze hoogten offert Israël.

Wat moet er van terecht komen? Heel Juda loopt de afgoden na. Koning Amon geeft het slechte voorbeeld. Dat kan alleen maar op de ondergang uitlopen.

Ja, zo zouden wij praten. Maar zo spreekt de Heere niet.

Want in het koninklijk paleis leeft een vrouw die is opgevoed in de vreze des Heeren. Het is de vrouw van Amon. Haar naam is Jedida. Als er een zoontje geboren wordt, noemt zij hem: Josia. Dat betekent: de Heere ondersteunt. Daar spreekt vertrouwen uit op de Heere God. Want van die steun was niet veel te zien. En hoe moet dat nu bij het opgroeien?

Als de goddeloze Amon slechts 2 jaar geregeerd heeft, wordt hij vermoord. Josia is zijn opvolger, maar hij is nog maar 8 jaar oud. Een kind op de troon, in zo!n goddeloze omgeving, nu zal het met Juda wel helemaal verkeerd gaan.

Maar nee, Josia leeft niet volgens de regels van zijn vader Amon, maar zoals eens zijn voorvader David leefde. Hij doet wat goed is in Gods ogen. Hij wandelt over de smalle weg en gaat daar niet van af, noch rechts noch links.

Hoe kan dat nu? Waarom leeft Josia wel volgens de geboden van de Heere? Is hij zo goed? Nee, maar God is zo goed. De Heere vraagt naar Josia en dan gebeurt er iets in zijn leven, hij gaat naar God vragen. Want als hij 16 jaar oud is begint hij de God van zijn vader David te zoeken. Josia wordt wedergeboren!Zestien jaar! Een leeftijd waarop er heel wat te beleven valt. De wereld gaat voor je open. En dan de Heere zoeken! Hoe kan dat toch? Voor Josia zijn er ruime mogelijkheden om de zonde te dienen, maar hij begeert dat plezier niet. Waarom niet? Waarom gaat Josia's hart naar God uit en niet naar de wereld? Wel, omdat Gods hart naar Josia uitging. Daarom. Omdat de Heere graag ook jonge mensen in Zijn dienst heeft. Want nooit heeft iemand tevergeefs de Heere gezocht. Die Hem vroeg zoeken, die zullen Hem vinden (Spr. 8:17b).

Die Hem vroeg zoeken, die zullen Hem vinden (Spr. 8:17b). En wat is het gevolg? Josia gaat de Heere dienen en eren! Hij

En wat is het gevolg? Josia gaat de Heere dienen en eren! Hij doet wat recht is in de ogen van God.

Josia wandelt in de wegen van zijn vader David en hij wijkt er niet van af.

Maar het volk? Er wordt nog steeds geofferd aan Asjera en aan Baal. Dan kan niet langer! De afgodendienst moet worden uitgeroeid. En grondig ook. Als hij twintig jaar is begint hij met dat grote werk.

Daar trekt hij door Juda. Bij elk dorp is wel een altaar te vinden waar het volk elke dag offers brengt aan Baal en Astarte/ Asjera. Daar doen de Baaispriesters hun werk. Er staat een beeld, of in ieder geval een steen, gewijd aan de zonnegod Baal. Er staat ook een houten paal voor de godin Astarte. Zo'n paal kan een boom zijn geweest. Deze goden moeten zorgen voor goede oogsten, voor vruchtbaarheid, voor veel kinderen. En het volk zondigt er op los. Maar nü moet het land gereinigd worden.

Bij elke hoogte laat hij stilhouden. De zonnebeelden gewijd aan Baal worden stukgeslagen. De houten palen gewijd aan Astarte worden omgehakt en vernietigd.

Het gruis hiervan wordt gestrooid op de graven van degenen die eraan geofferd hadden. Wat een ontering van die afgoden. Waar is nu hun macht? Josia veracht en bespot ze op deze manier. Het stof van de goden ligt op degenen die dit stof hebben vereerd.

Nog is Josia niet klaar. De graven van de afgodspriesters worden geopend. Josia laat hun beenderen eruit halen. Op de altaren ermee! Ze zullen verbrand worden. Een stank stijgt op van de hoogte. De rook is tot ver in de omtrek zichtbaar. Het volk ziet dat alles nu in vlammen opgaat, waar ze zo op vertrouwd hadden. De Heere ziet het! Het vuur verteerd alles waarmee het volk Hem zo tergde en verdriet deed. Josia ziet het! Alles wordt verbrand wat zo tegen de Heere en Zijn geboden was ingegaan.

Als de beenderen zijn verbrand, komen er nog enkele sterke mannen en de altaren worden aan gruis geslagen.

300 jaar geleden had een onbekende profeet dit al tegen Jerobeam gesproken.

Heel Juda is gereinigd van alle vuile afgoden.

Maar nog is het Josia niet genoeg. De onderdrukker van het tienstammenrijk, Assyrië, is al veel van zijn macht verloren en daarom trekt Josia verder. Ook in heel Israël worden alle beelden vernield, de altaren afgebroken.

Eindelijk keert Josia terug naar Jeruzalem. Deze stad is nog niet gereinigd. Daar werden de afgoden van Assyrië heel openlijk gediend. Maar in 926 stierf de machtige heerser van dat land en het wereldrijk verzwakte.

Misschien heeft Josia daarom wel zo lang gewacht om ook uit Jeruzalem alle afgodendienst uit te bannen.

Eindelijk is toch het hele land gezuiverd. De afgoden en hun altaren zijn verwoest.

is Josia nu klaar? 0 nee, want al zijn de beelden weg, daarmee is de dienst des Heeren nog niet hersteld.

En daarom geeft hij opdracht de van afgoden gereinigde tempel nu ook helemaal op te knappen, zodat de Heere weer gediend kan worden volgens Zijn geboden.

Wat een heilige ijver voor God! Wat een helder licht op de kandelaar. De Heere gezocht, de Heere gevonden en de Heere gediend! Wat een gelukkig leven!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen