JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

B. Vertelschets +12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

B. Vertelschets +12

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jacob woont in Kanaan. Van zijn zonen heeft er één een bijzondere plaats in zijn hart. Hij weidt net als zijn broers de kudde (al is hij nog maar zeventien jaar) en toch is er verschil. Die jongen, die zo anders is, is Jozef. Hij is de zoon van Jacobs meest geliefde vrouw: Rachel. Maar het belangrijkste is, dat Jozef de Heere vreest en E1 dient. En dat is zichtbaar. Hij zondigt niet mee met de broers, maar waarschuwt hen en vertelt aan zijn vader wat ze deden. Niet uit hoogmoed of verwaandheid, niet om bij zijn vader in de gunst te .komen , maar uit afkeer van de zonde. Gods Naam werd er immers door onteerd? Jacob houdt dan ook het meest van Jozef, maar uit dat verkeerd: hij verwent hem met een prachtig opperkleed. De broers worden jaloers. Bovendien droomt Jozef zeer wonderlijk. Hij is er vol van, want D2 de Heere spreekt immers door dromen. Hij dacht aan zijn vader, die in Beth-El ook wonderlijk droomde. De schoven van zijn broers bogen zich voor de zijne neer.

De broers worden woedend. "Jij wilt over ons heersen?" Nooit zal je dat gelukken!" Ze haten Jozef en vinden hem een verwaande, vrome verklikker.

Opnieuw droomt Jozef. Hij weet heel goed hoe de broers zullen reageren, maar hij gelooft zo vast dat de Heere tot hem gesproken heeft, dat hij toch vertelt van de zon, de maan en de sterren. Maar nu bestraft zelfs zijn vader hem, hoewel Jozefs woorden diepe indruk op hem maken en hij ze niet kan vergeten.

De broers weiden de kudde te Sichem en Jacob stuurt Jozef er D4 op uit om te kijken hoe het met hen is. Gehoorzaam volgt hij E6 het bevel van zijn vader op, hoewel het 80 kilometer lopen was. Dat betekent voor ons, van Gouda naar Arnhem lopen!

In Sichem zijn ze niet. Een man vertelt hem dat de broers naar Dothan zijn gegaan. Zonder te mopperen gaat Jozef dan daarheen. Dat is nog eens zo'n twintig kilometer lopen!

De broers zien hem aankomen. "Daar komt de meesterdromer aan". De haat die in een mensenhart leeft tegen God en Gods kinderen, komt bij de broers tot uiting. "Laten we hem doden en in een van deze putten werpen, dan zullen we eens zien wat er van zijn dromen terecht komt".

Maar Ruben, de oudste, is er tegen, want hij draagt als oudste de meeste verantwoordelijkheid. Hij zal de schuld krijgen. "Laten we hem in een put gooien". Hij wil hem er dan stilletjes uithalen.

Als Jozef bij hen gekomen is, grijpen ze hem, rukken het gehate opperkleed van hem af, en werpen hem zonder pardon in een van de putten. Ze luisteren niet naar zijn roepen en smeken. Ze luisteren ook niet naar de stem van hun geweten. Ze gaan rustig eten en voelen zich voldaan.

Als er een gezelschap van kooplieden op hun kamelen nadert, oppert Juda het plan, Jozef aan hen te verkopen, dat levert nog wat op ook. De karavaan wordt stilgehouden.

Jozef wordt uit de put gehaald. Wat gebeurt er? In de put heeft hij tot de Heere om redding geroepen. Heeft God, Die hij wilde dienen, dat gebed verhoord? Maar als hij de arabische kooplieden ziet, en de twintig zilverlingen, begrijpt hij het: verkocht. Hij smeekt om genade bij zijn broers, maar het helpt niets. Heeft niemand dan medelijden? Is de Heere er dan niet? Geeft God dan geen antwoord als je tot Hem roept? Maar de kamelen lopen al. Geen redding, geen uitkomst....

C8 Ruben is teruggekomen. Als hij ziet dat de kuil leeg is, scheurt hij zijn kleren. Hij is als oudste verantwoordelijk! Geen nood. Een geitebokje wordt geslacht en daarin dopen ze Jozefs kleed. Zo sturen ze het naar Jacob, en Jacob begrijpt het al: Jozef is door een roofdier verscheurd! Hij wil niet vertroost worden, het verdriet om dit godvrezende kindis te groot.

E7 Staat hier de punt? Is dit het einde? Nee, nooit. Vele zijn de tegenspoeden van de rechtvaardige, maar,..... de Heere geeft toch uitkomst. Jozef wordt verkocht aan Potifar. Hij blijft de Heere dienen en de Heere blijft bij Jozef. Zelfs in de gevangenis. Uit alle die redt hem de Heere. Jozef wordt onderkoning. De dromen, waaraan hij was blijven vasthouden worden vervuld. Door hem wordt Israël behouden. Uit dit volk zal de Zaligmaker geboren worden. De meerdere Jozef zal het geestelijke Israël, Gods volk, behouden. Vele tegenspoeden, ja! Maar.......de Heere redt!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1982

Mivo -16 | 39 Pagina's

B. Vertelschets +12

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 september 1982

Mivo -16 | 39 Pagina's