Let op je woorden!
De Israëlieten zijn door de woestijn op weg van Egypte naar Kanaän. Op zekere dag horen enkele Israëlieten dat iemand uitdrukkelijk de Naam van God vloekt. Het is de zoon van Selomith, een Israëlitische vrouw die met een Egyptische man getrouwd is. De getuigen brengen de man direct naar Mozes om hem hierover te laten oordelen. Op last van Mozes wordt hij in verzekerde bewaring gesteld, in afwachting van een uitspraak van de Heere Zelf.
De Heere vonnist dat de godslasteraar buiten de legerplaats gestenigd moet worden. De Israëlieten doen wat de Heere geboden heeft. Op bevel van Mozes wordt de man buiten de legerplaats gebracht. Daar wordt de vloeker gestenigd, nadat de getuigen hun handen op zijn hoofd hebben gelegd. Dit is een teken dat zij nu niet meer medeschuldig zijn. Iemand die het vloeken gehoord had, was immers ook schuldig.
Niet alleen in Israël werd de godslastering zwaar gestraft. Uit de oude geschiedenis weten we dat keizer Justinianus (583 na Chr.) aan godslasteraars de doodstraf oplegde. Lodewijk de Vrome, die in 814 Karel de Grote opvolgde, bepaalde dat de tong van een vloeker met een gloeiend ijzer moest worden doorstoken.
In Nederland stelde Karel V op vloeken een gevangenisstraf van één maand op water en brood, terwijl de magistraat van Straatsburg in diezelfde tijd een God lasterende soldaat de tong liet uitrukken.
Later in de achttiende en negentiende eeuw lezen we niet meer van lichaamsstraffen op het vloeken.
In de twintigste eeuw is de Godslastering helaas geen strafbaar feit meer. Integendeel, de Naam van God wordt steeds minder op de juiste manier gebruikt. Denk maar aan het weglaten van de bede in de troonrede. Het vloeken daarentegen wordt steeds erger. Dat is een teken van de eindtijd. In Openbaring kun je lezen dat de eindtijd gekenmerkt zal worden door een geweldig lasteren van Gods Naam.
En toch... Het blijft gelden: gij zult de Naam van de Heere Uw God niet ijdel gebruiken! Immers, God maakt Zich door middel van Zijn Woord en Zijn Namen bekend! En juist in Zijn Namen ligt het karakter en het wezen van Zijn God-zijn uitgedrukt. Daarom mogen die Namen nooit gebruikt worden om allerlei alledaagse zaken kracht bij te zetten. Integendeel: het zijn afgezonderde (geheiligde) Namen, die we alleen met eerbied en op gepaste wijze mogen gebruiken. Uw Naam worde geheiligd!
Daarom is het verboden:
a. Gods Naam te lasteren of te vloeken
b. Gods Namen en eigenschappen lichtvaardig te gebruiken
c. te zwijgen als er gevloekt wordt.
Wie zwijgt, laadt een vloek op zich (Lev. 5: 1).
Ook blijft gelden wat er in het derde gebod geboden wordt: Zijn Naam te belijden en daarvan te getuigen. De Heere heeft de mens een tong gegeven om Hem te verheerlijken.
Door de zonden kunnen en willen wij dat niet meer zoals God dat van ons eist. Heb je er wel eens aan gedacht dat de Heere Jezus ter dood veroordeeld is omdat Hij tegen het derde gebod gezondigd zou hebben? De Farizeeërs zeiden dat Hij God gelasterd had. En dat terwijl de Heere Jezus juist gekomen was om Gods Naam te openbaren en te verheerlijken (Joh. 17). Zo heeft de Heere Jezus ook de straf van Zijn kinderen op de zonde tegen het derde gebod gedragen.
WIE HET VLOEKEN VERKIEST, ZAL NIET ONSCHULDIG GEHOUDEN WORDEN.
WIE DOOR GENADE DE VERHEERLIJKING VAN GODS NAAM VERKIEST, ZAL VOOR DIE NAAM UITKOMEN.
Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen,
Men loov' Hem vroeg en spa.
De wereld hoor' en volg' mijn zangen
Met amen! amen! na.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1979
Mivo -16 | 20 Pagina's
