JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Handleiding 2a: De goede Herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 2a: De goede Herder

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij deze handleiding is een -10 en een +10 werkboekje beschikbaar. Klik op onderstaande link om deze in te zien.

Lezen
Johannes 10:1-15

Zingen
Psalm 23:1 en 2
Psalm 100:2
Psalm 118:10
Psalm 121:4
Psalm 146:3

Kerntekst
Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen (Johannes 10:11)

Vertelschets

Daar staan Farizeeërs. Ze praten druk met elkaar. Wat zijn ze boos! Zojuist heeft Jezus een man genezen die blind geboren was. Maar in plaats dat de Farizeeërs blij zijn of veel ontzag hebben voor het grote wonder dat Jezus heeft gedaan, spreken ze kwaad van Hem. Ze willen niet dat de mensen naar Hem luisteren. Met woede in hun hart zien ze hoeveel mensen toch Jezus volgen. Ze proberen telkens te laten zien dat Hij een leugenaar is. Maar dat lukt ze niet! Hoor eens wat ze nu weer van Hem zeggen: Deze Mens is van God niet! En even later: Geef God de eer; wij weten dat deze Mens een zondaar is. Daarmee bedoelen ze dat je geen eerbied voor Hem hoeft te hebben, omdat Hij een zondaar zou zijn. Ze verachten de Heere Jezus! Ze willen niet dat er groot en vol ontzag over Hem gesproken wordt. “Vertel eens,” vragen de Farizeeërs aan de blindgeborene, “hoe heeft Jezus dat gedaan?” Ze willen het precies weten. Misschien kunnen ze iets vinden, waardoor ze Jezus gevangen kunnen nemen. Misschien is er iets waarvan ze Hem kunnen beschuldigen.
Of Hij een zondaar is, weet ik niet; één ding weet ik, dat ik blind was en nu zie, antwoordt de blindgeborene. De Farizeeërs worden steeds bozer. Dat God tot Mozes gesproken heeft, dat weten we wel, maar Dezen weten wij niet vanwaar Hij is. In hun stemmen klinkt spot. Ze kijken de blindgeborene nijdig aan. En als hij dan begint te vertellen hoe machtig God is en dat Hij werkelijk de Zoon van God is, barst hun woede los. Wat? Wil jij ons leren? Jij? Jij bent maar een gewone man uit het volk! Wij zijn leraars, wij zijn oversten. Wat verbeeld je je wel? Ze kunnen het niet verdragen dat deze man hun de waarheid zegt. Dat willen ze niet toegeven. Ze grijpen hem beet en zetten hem buiten de synagoge. Hij mag er niet meer in komen. Nooit meer!

Als de Heere Jezus hiervan hoort, zoekt hij de blindgeborene weer op. Hij troost hem. Hij verstoot hem niet. Hij is net als een herder, die voor zijn schapen zorgt. Hij zal ze voor gevaren behoeden. Hij waakt over hen. De Heere kent hen; Hij kent ze bij hun naam. Hoor wat de Heere Jezus zegt: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degene die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden.
Zijn wij dan ook blind? vragen enkele Farizeeërs spottend. De Heere Jezus zegt, dat ze inderdaad blind zijn, gééstelijk blind. Ze dénken dat ze zien en daarom hebben ze Jezus niet nodig. Daarom zijn ze geen goede leiders van het volk. Ze weten niet dat ze blind zijn. Dat is erg! Ze moeten het volk de weg wijzen naar Jezus en ze kennen Hem zelf niet! Ze denken dat ze goede herders zijn, maar ze zijn slechte herders.

Hoe is dat met jou? Heb je al ontdekt dat je blind bent. Geestelijk blind? Dan zie je niet hoe erg de zonde is. Dan geloof je niet in de Heere Jezus. Maar de Heere kan jou dat geloof geven uit genade. Bid je daar iedere dag om? Of heb je niet in de gaten dat je blind bent? Dan ben je net als die Farizeeërs. Maar als God je ogen opent, dan ga je zien Wie de Heere Jezus voor jou wil zijn. Dat Hij zelfs Zijn leven heeft gegeven voor Zijn schapen. Dat Hij de goede Herder is.
Luister maar verder, dan hoor je wat een echte goede herder doet en wie hij wil zijn voor zijn schapen.

Langzaam wordt de lucht lichter. De zon komt op. De nieuwe dag is begonnen. Kijk, daar komen de schapen de stal uit. Ze duwen elkaar en zij blij dat ze weer naar buiten mogen. Ze gaan allemaal met de herder mee. Hij gaat voorop. De herder houdt veel van zijn schapen. Hij kent ze allemaal. Al zijn schapen zijn verschillend. Er is er niet één hetzelfde. Maar toch kent hij ze allemaal. En de schapen kennen hun herder ook. Ze kennen hem aan zijn stem. De herder zal vandaag weer goed voor zijn schapen zorgen. Hij zoekt mooie plekjes op, waar lekker gras groeit en waar heerlijk fris water is. Daar kunnen zijn schapen lekker eten en drinken. De herder zal de hele dag dicht bij hen blijven, want dan zijn ze veilig. Hij zal goed op hen passen. Als er een wild dier komt dat een schaap wil doden, zal de herder het wegjagen. Als het nodig is, zal hij met zijn dikke stok vechten. Al zou het hem zijn leven kosten.
Daar gaan ze. Wat een prachtig gezicht. Telkens kijkt de herder achterom of alle schapen hem wel volgen, want er mag er niet eentje afdwalen. Nee, hij houdt zoveel van zijn schapen, dat hij er niet één missen kan. Hij houdt de schapen bij elkaar. Maar o, daar is er één die een eindje verder wat groen gras heeft ontdekt. Het schaap dwaalt wat af en begint ervan te eten. De kudde loopt door. Hij dwaalt steeds verder af. Wat nu? Maar let eens op de herder… hij heeft nu door dat er een schaap is afgedwaald! Hoor, daar klinkt zijn stem. Hij roept het schaap bij zijn naam. En… het schaap kijkt op en komt weer achter zijn herder aan. Hij hoort het aan de klank van zijn stem. Dát is de stem van mijn herder! Even later loopt hij weer tussen de andere schapen. De kudde trekt verder. De herder voorop. Soms is de weg moeilijk, maar de herder maakt de weg vrij. Hij zorgt ervoor dat de schapen erdoor kunnen. Plotseling valt er een schaap. Het lette even niet goed op. Nu is het in een diepe kuil gevallen. Het kan er niet uit. Maar daar is de herder al. Hij bukt zich diep en pakt het schaap voorzichtig op. Behoedzaam brengt hij het bij de kudde. Zo redt hij het dier van de dood.
De lucht wordt donker. De zon zakt achter de horizon. Wat kleurt de lucht mooi! De herder ziet het ook. Het is tijd om zijn schapen naar de stal te brengen. Want in de donkere nacht zijn de schapen niet veilig. De herder leidt zijn schapen naar de stal. De schapen weten het al. In de stal kunnen ze uitrusten en zijn ze veilig. Eén voor één gaan de schapen door de deur. De herder telt… Hij wil al zijn schapen bij zich hebben. Als alle schapen binnen zijn, gaat de herder in de deuropening liggen. Nu kan niets de schaapskooi in of uit. Niemand komt langs de herder. De herder is de deur. Hij houdt de wacht over zijn kudde. Hij waakt over hen. Zo kan de schapen niets overkomen.

Hoor, de Heere Jezus gaat vertellen over een herder en zijn kudde. Hij gaat hun uitleggen hoe een goede leidsman moet zijn. Ik ben de goede Herder, zegt Hij. Hij vergelijkt Zichzelf met een herder: Een góéde Herder. Zo’n herder kent zijn schapen bij name. En de schapen kennen hun herder. Ze kennen zijn stem en volgen hem, waar hij ook heengaat. Als een vreemde de schapen roept, zullen ze niet naar hem luisteren.
Een goede herder zorgt goed voor zijn schapen. Zo zorgt de Heere Jezus goed voor Zijn kinderen. Hij is een Herder voor Zijn volk. Hij zal ze veilig door het leven leiden. Niet één van Zijn schapen zal verloren gaan. Een goede herder zoekt zijn afgedwaalde schaap weer op. Zo zoekt de Heere Jezus ook verloren mensen op. Dat zijn mensen die van Hem zijn afgedwaald door de zonde. Door eigen schuld. Een goede herder jaagt vijanden weg. Zo jaagt de Heere Jezus ook de vijand, de zonde weg uit hun hart. Zo heeft Hij de sterkste vijand, de duivel overwonnen. Een goede herder heeft zijn leven over voor zijn schapen. Zo heeft ook de Heere Jezus Zijn leven gegeven. Denk maar aan Gethsemané. Ruwe handen hebben Hem gebonden en meegenomen. Denk maar aan Kajafas. Daar is op Hem gespuugd, daar is Hij geslagen. Denk maar aan Pilatus. Daar wordt Hij gegeseld en gehoond met een doornenkroon. Dan gaat Hij, als de goede Herder, naar Golgotha. Daar wordt Hij gekruisigd, zodat Zijn schapen bevrijd zullen worden. De goede Herder gaat de dood in opdat Zijn schapen zullen leven. Dat deed hij uit liefde voor Zijn schapen! En straks, na dit leven, zullen al die schapen als één kudde bij Hem mogen zijn. Voor altijd!

Hoor jij al bij die enige goede Herder? Ken jij Zijn stem? Hij is de goede Herder en Hij heeft Zijn leven gegeven voor Zijn schapen. Hoor jij al bij die schapen? Er is maar één weg om daar te komen. Die weg wijst de Heere zelf aan.
Ik ben de Deur der schapen, zegt Hij. Indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden. Zoals een goede herder in de deuropening waakt, zodat er niemand in of uit de stal kan komen, zo kunnen ook wij alleen door de Heere Jezus, de goede Herder, bij Gods kudde komen. Zoals de deur toegang geeft tot de schaapskooi, zo is Christus onze enige Toegang tot God. Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij (Johannes 14:6).
Daarom mag je bidden: “Heere, U bent de Goede Herder. U heeft Uw leven gegeven voor Uw schapen. Wijs mij de goede weg, zodat ik ook bij Uw kudde mag horen.”

Hoor, de Heere Jezus vertelt verder: De dief komt niet, dan opdat hij stele en slachte en verderve. Er zijn ook dieven. Zij geven niets om schapen. Ze willen de schapen alleen maar doden en eten. Daar worden ze zelf beter van. Maar zo is het niet met een goede herder. Hij wil juist zijn leven geven voor de schapen.
Er zijn ook huurlingen. Dat zijn mensen die voor wat geld op de schapen moeten passen. Maar deze mensen houden niet echt van de schapen. Ze kennen de dieren ook niet zo goed als de herder. Als er een wolf komt, laten ze de kudde in de steek. Ze hebben hun leven niet over voor de schapen. De schapen worden dan verscheurd.
De Farizeeërs luisteren verbaasd. Wat zullen ze gedacht hebben? Begrijpen ze dat ze zelf geen goede herders zijn? De mensen om Jezus heen luisteren ook, maar ze begrijpen niet wat Hij zegt. Hij de goede Herder? De Farizeeërs zijn toch de herders van het volk? Ze praten er met elkaar over. Sommigen zeggen: Hij heeft de duivel. Luister toch niet naar Hem. Anderen zeggen juist: Dit zijn geen woorden van een bezetene, kan ook de duivel der blinden ogen openen? Iemand die van de duivel bezeten is, kan toch niet een blindgeborene genezen?
Wat denk jij? Geloof jij dat Jezus de goede Herder is? Dat Hij de Deur der schapen is? Hij zegt het Zelf in Zijn Woord. Ga dan tot Hem! Hij kan je tot één van Zijn schapen maken. Er is geen andere weg, dan door Hem. Hij is de Deur. En als je door Hem ingaat, dan zal je behouden worden! Als je dat gelooft, écht gelooft, dan kan je met David zeggen: De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.

Aantekeningen bij de tekst

vers 1: die niet ingaat door de deur: In eerste instantie bedoelt de Heere Jezus hier de Farizeeërs of schriftgeleerden. Maar Hij doelt hier vervolgens ook op allen die zich ten onrechte voordoen voor herder of leidsman van godsdiensten. Elke herder van de gemeente, die niet in Christus gelooft, en niet door Hem is geroepen en gezonden is, is een indringer in de gemeente van Christus.
vers 3: Deze doet de deurwachter open: Hij kent de herder.
De deurwachter: De Heilige Geest.
En de schapen horen Zijn stem: Zij kennen hun herder en vertrouwen en gehoorzamen hem.
Zijn stem: de woorden van God.
vers 6: een vreemde: Die Gods Woord verdraait.
vers 7: Ik ben de Deur der schapen: dat wil zeggen, dat niemand buiten Jezus om tot God en tot behoud kan komen. Jezus is de enige Zaligmaker. De ware herders leiden rechtstreeks tot Christus.
vers 8: Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen: Al de stichters van eigen godsdiensten en valse profeten.
vers 9: hij zal ingaan en uitgaan: De schapen gaan ’s avonds de stal in en ’s morgens de stal uit. Door het geloof kunnen wij in de gemeente met Christus leven.
Hij leidt en beschermt ons: De HEERE zal uw ingang en uw uitgang bewaren, van nu aan tot in de eeuwigheid (Psalm 121:8).
En weide vinden: Geestelijk voedsel vinden voor zijn ziel in Gods Woord. Christus zorgt goed voor de Zijnen. Denk aan wat David zegt in Psalm 23: De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
vers 10: de dief komt niet dan opdat hij stele...: allen die niet door de Geest van Christus spreken, brengen de mensen in het verderf.
Overvloed: overvloed van genade en van heerlijkheid, na dit leven.
vers 11: Ik ben de goede Herder: Christus is de beloofde grote Herder der schapen. Hij is de enige, ware Leraar en Leidsman in tegenstelling tot de Joodse leiders die Hij met laffe, ontrouwe, zelfzuchtige huurknechten vergelijkt.
vers 12: de huurling: Iemand die op de schapen past voor loon en ten diepste niets om de schapen geeft.
de wolf: een dwaalleraar of valse profeten (zie Mattheüs 7:15 en 16)
vers 14: Ik ken de Mijnen: Christus kent Zijn schapen. Hij kent hun naam, hun leven en hun afkomst.
vers 15: Ik stel Mijn leven voor de schapen: Christus offert Zichzelf op voor het behoud van Zijn volk. God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren (Romeinen 5:8).

Achtergrondinformatie

Context
Jezus is in Jeruzalem, in discussie met de Joden, de Farizeeërs, die afwerend staan tegenover Zijn persoon en prediking.
Dit bijbelgedeelte sluit aan bij Johannes 9 waar Jezus een blinde ziende heeft gemaakt. In dit hoofdstuk richt Jezus zich tegen de Farizeeërs, die Hem spottend vragen: Zijn wij dan ook blind? Jezus verwijt hen hun geestelijke blindheid.

De blindgeborene wordt genezen naar lichaam (zie Johannes 9:7) en naar ziel (vers 11). In hem wordt het geloof in Christus verwekt, dat langzaam maar zeker getuigt van een vast geloof in Gods Zoon, de Verlosser. In vers 17 noemt hij Hem een profeet en in vers 38 komt hij tot vol geloof en aanbidding van zijn Verlosser. Zo werd deze blinde waarlijk ziende. Zo leerde hij dat er niet alleen in lichamelijke zin twee soorten mensen waren: blinden en zienden, maar ook in geestelijke zin.
De blindgeborene werd, omdat hij hardop Christus beleed, een van de eerste martelaren en verstoten door de Farizeeërs. Naar aanleiding van deze gebeurtenis gaat de Heere Jezus de Farizeeërs leren hoe blind ze zelf zijn en vertelt Hij hun deze gelijkenis. Er is sprake van een dubbele vergelijking: In vers 7 noemt Hij Zich de Deur (van de schaapskooi) en in vers 11 noemt Hij Zich de goede Herder.

Geestelijke blindheid
Blindheid wordt in de Bijbel gebruikt om de gevolgen van de zonde in de mens aan te duiden. Het is een beeld van onze onwetendheid en onkunde in de geestelijke zaken, van de geestelijke duisternis waarin we verkeren en van onze vijandschap tegen God. Deze geestelijke blindheid kan leiden tot allerlei dwalingen en afgoderij.
Blindheid wordt gebruikt als beeld voor het ongeloof van de mens. We zijn blind voor Christus, het Licht der wereld. ‘Geestelijk blind zijn’ is: niet in Christus geloven. ‘Geestelijk zien’ is: in Christus geloven.

Indeling hoofdstuk 10
Hoofdstuk 10 zouden we als volgt kunnen verdelen:
Vers 1-5 de gelijkenis van de Goede Herder
Vers 6 het onbegrip bij de hoorders
Vers 7-18 de verklaring van Jezus

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

Kompas Handleiding | 20 Pagina's

Handleiding 2a: De goede Herder

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

Kompas Handleiding | 20 Pagina's