Het achtste gebod
'Niet stelen, maar delen'
Iedere zondag hoor je: Gij zult niet stelen. En wat gebeurt er om je heen? Er wordt ingebroken, banken worden overvallen, tasjesdieven op straat en ook in de supermarkt wordt gestolen. Stelen is iets wat dieven doen. Jij doet hier niet aan mee, toch? Stelen is zonde tegen het achtste gebod. Maar kun jij zeggen dat jij nooit hebt gezondigd tegen het achtste gebod? Bij het achtste gebod gaat het niet alleen over grote dingen stelen, maar ook over die rol snoep die je misschien wel stiekem bij je moeder uit de la pakt, of de antwoorden die je op school van een ander overneemt. En wat doe jij met de gaven en talenten die je van de Heere hebt gekregen? Deel je deze met anderen? En het belangrijkste: geef je God de eer in je leven?
We staan allemaal schuldig tegenover het achtste gebod. Maar er is hoop en redding voor mensen die hebben gezondigd tegen het achtste gebod. Omdat de Heere Jezus nooit heeft gestolen, omdat Hij altijd de eer van Zijn hemelse Vader op het oog had. Door Zijn volbrachte werk is er vergeving voor zondige mensen.
Weet je het nog?
Kies het goede antwoord. En schrijf de letters van de goede antwoorden achter elkaar. Wat lees je dan?
1. Wie was de leider van het volk Israël?
a) Jozua (N)
b) Mozes (B)
2. Welke stad werd als eerste ingenomen in Kanaän?
a) Ai (R)
b) Jericho (I)
3. Waar moest de buit van Jericho gebracht worden?
a) In de tempel (S)
b) In de tabernakel (E)
4. Welke man had toch iets gestolen?
a) Achan (T)
b) Jozua (F)
5. Waarin woonden de Israëlieten?
a) In tenten (S)
b) In huizen (D)
6. Hoe heette de tweede stad die ingenomen moest worden?
a) Bethlehem (E)
b) Ai (T)
7. Met hoeveel mannen gingen de Israëlieten strijden tegen Ai?
a) 3.000 mannen (E)
b) 8.000 mannen (O)
8. De Israëlieten werden toen...
a) Verslagen (L)
b) Overwinnaars (K)
9. Om er achter te komen wie er gezondigd had, moest Jozua...?
a) Loten (E)
b) Tellen (P)
10. In welk dal werd Achan gestenigd?
a) Het dal Hinnom (S)
b) Het dal Achor (N)
Antwoord:............................................................................
Om over te praten
1a. Jericho was de eerste stad in het land Kanaän die veroverd is door het volk Israël. Wat moest het volk doen met alles wat zij geplunderd hadden?
b. Waarom mocht het volk Israël niets voor zichzelf houden van de buit?
2. Bij stelen denk je vast aan een dief, iemand die in het huis van een ander mooie spullen steelt. Of misschien denk jij aan iemand die een bank overvalt. Maar het achtste gebod gaat niet alleen over zulke dieven en rovers.
a. Kun je met elkaar voorbeelden noemen, die ook zonden zijn tegen het achtste gebod?
b. Kun je dan nog zeggen dat je niet zondigt tegen het achtste gebod?
3. Lees Zondag 42, vraag 111 van de Heidelbergse Catechismus:
Vraag 111: Maar wat gebiedt u God in dit gebod?
Antw: Dat ik mijns naasten nut, waar ik kan en mag, bevordere; met hem alzo handele, als ik wilde, dat men met mij handelde. Daarenboven ook dat ik trouwelijk arbeide, opdat ik den nooddruftige helpen mogen.
Zondag 42 laat duidelijk zien dat God in het achtste gebod iets verbiedt maar ook gebiedt.
a. Probeer het antwoord eens in je eigen woorden te zeggen.
b. Hoe kun je dat laten zien in je leven?
4. Lees Spreuken 28:13. Het gaat hier om twee dingen: je zonde belijden en de zonde laten. Er is bij de Heere barmhartigheid, vergeving van zonde te verkrijgen. Ook wanneer je hebt gezondigd tegen het achtste gebod. Kun je uitleggen hoe dat kan?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2015
Kompas -10 werkboekje | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2015
Kompas -10 werkboekje | 8 Pagina's