Hoe betrokken ben ik?

1. De kerk wordt binnenkort verbouwd en er is een oproep voor vrijwilligers. Er zijn ook taken bij waar u geschikt voor bent.

a. Er zullen vast wel voldoende vrijwilligers zijn, ik reageer niet. (1)

b. Ik laat meteen weten dat ik beschikbaar ben. (3)

c. Ik wacht nog even met reageren tot een eventuele vervolgoproep. (2)

2. Het verenigingsseizoen begint, maar uw kinderen tonen nog niet veel animo.

a. Ik bespreek het en dring aan om de vereniging te bezoeken. (3)

b. Ik bespreek het, maar laat de beslissing aan mijn kinderen over. (2)

c. Ik weet dat meer jongelui weinig animo hebben en spreek er niet over. (1)

3. Iedere maand wordt er bij de kerk oud papier verzameld voor de zending.

a. Ik breng daar gewoontegetrouw de oude kranten. (2)

b. Als het even kan, steek ik daar een helpende hand uit. (3)

c. Een andere organisatie haalt ze bij mij thuis op, veel makkelijker. (1)

4. Er is een gemeenteavond. U hebt de avond nog vrij staan, maar verder is het een drukke week.

a. Ik sla deze keer maar over. (1)

b. Ik ga naar de gemeenteavond, daar maak ik tijd voor. (3)

c. Het hangt af van het thema van de avond. (2)

5. De kerkbode:

a. Lees ik met aandacht. (3)

b. Gebruik ik vooral om de familieberichten en extra collectes bij te houden. (2)

c. Lees ik weinig. (1)

6. U weet vanuit de kerkbode dat er een nieuw gezin in de gemeente is gekomen.

a. Ik stuur het gezin een welkomstkaartje. (2)

b. Ik weet dat het welkomstcomité dit nieuwe gezin goed zal ontvangen en onderneem zelf geen actie. (1)

c. Ik probeer zelf contact te leggen om te kijken of ik iets voor hen kan betekenen. (3)

7. Er zijn veel leesdiensten in uw gemeente.

a. Ik bezoek trouw de leesdiensten in mijn gemeente. (2)

b. Af en toe laat ik verstek gaan om een predikant in een naburige gemeente te beluisteren. (1)

c. Ik bezoek alle zondagse diensten in mijn gemeente en daarnaast ook doordeweekse diensten waarin een predikant voorgaat. (3)

8. Er wordt zondagochtend voorbede gedaan in verband met een ziekenhuisopname van een van de leden.

a. Ik ben het na afloop van de dienst weer snel vergeten, gelukkig is er wel voorbede in de kerk voor gedaan. (1)

b. Ik stuur een bemoedigingskaartje. (2)

c. Ik stuur een kaartje en informeer via de familie naar de gezondheid van het gemeentelid. (3)

19-24 punten: U bent actief betrokken bij uw gemeente en u neemt zelf initiatief. U doet vanzelfsprekend mee met activiteiten die in de kerk worden georganiseerd. Dat is positief. Tip: laat uw activiteiten geen doel op zich worden. Er valt niets mee te verdienen. Maak afgewogen keuzes.

13-18 punten: U bent redelijk positief betrokken bij uw gemeente. U bent bereid om te helpen en mee te leven, maar neemt daarin niet het voortouw. Of u meedoet, hangt wellicht af van hoe aantrekkelijk een activiteit is. Tip: ga eens na wat redenen zijn waarom u niet altijd initiatief neemt.

8-12 punten: U bent (op de zondagse kerkgang na) minder actief betrokken bij uw gemeente. Extra inzet laat u aan anderen over. Het kan zijn dat daar een reden voor is. Tip: denk eens na over dingen waarbij u zich actiever kunt inzetten. Bied op die gebieden uw hulp aan. U zult er niet minder van worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen