Augustinus in vraag en antwoord
Liefde als drijfveer
‘Veel geprezen, weinig gelezen’, wordt wel eens van oudvaders gezegd. Dat geldt ook voor Aurelius Augustinus (354 - 430). Een kind kan zijn levensloop vertellen, maar weinig mensen lezen zijn boeken. Terwijl zijn nalatenschap heel actueel is. Aan de hand van een zestal vragen zoekt EigenWijs in de werken van Augustinus naar antwoorden die voor ons vandaag van betekenis zijn.
Hoe moeten we het Koninkrijk van God in deze wereld zien?
“Gods Koninkrijk op deze aarde kun je zien als een heilige stad tegenover de stad van de goddelozen. Deze twee steden zijn in deze wereld dooreengevlochten en met elkaar vermengd, totdat ze door het laatste oordeel zullen worden gescheiden. Zo tekenen zich twee gemeenschappen af: de stad van de bozen en die van de heiligen. Zij bestaan vanaf het begin van het menselijk geslacht tot aan het einde van de wereld.”
Wie zijn de inwoners van die twee steden?
“Kort samengevat wonen in de goddeloze stad de verdraaiden van hart. Mensen die, als hen iets kwaads overkomt, God gaan beschuldigen. Onbegrijpelijk! Ze zouden zichzelf moeten beschuldigen. Wanneer het hen goed gaat, prijzen ze zichzelf. Maar wanneer ze kwaad ondervinden, beschuldigen ze God.
De goddeloze inwoners hebben over God één van de volgende drie meningen: ze ontkennen Gods bestaan, ze zeggen dat Hij onrechtvaardig is, of ze ontzeggen Hem het bestuur van alle dingen. Waarom? Omdat ze verdraaid van hart zijn. Wat een verschil met de mensen die volgens de Schrift rein van hart zijn en in de heilige stad leven. Zij verdragen de rampen in de wereld en beschuldigen God niet. Maar dit zijn zeldzame vogels.”
De mensen zijn toch allemaal naar Gods beeld geschapen?
“De mens is geschapen naar het beeld van God, maar dit beeld is door de zonde verwoest en geschonden. Door te zondigen zijn wij zowel de vroomheid als het geluk kwijtgeraakt. Nu zoeken bijna alle mensen de genieting, de verhevenheid en de waarheid niet meer in God maar in zichzelf of in de naaste.
Het is nodig dat mensen in de Schrift ontdekken dat we verstrikt zijn in de liefde voor de wereld en dat we daarom ver verwijderd zijn van de liefde voor God en de naaste. Omdat we ons oorspronkelijke geluk kwijtgeraakt zijn, is ons hart één en al onrust: Gij hebt ons geschapen tot U en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U.”
Hoe kan ons hart rust vinden in God?
“Om die rust te vinden in God, moet je Hem zoeken. Want als je hem zoekt, zul je Hem vinden, en als je Hem vindt, zul je Hem loven. Om Hem te vinden, moet je zoeken omdat Hij verborgen is. Na het vinden moet je blijven zoeken, omdat Hij onmetelijk is. Maar er zijn hindernissen. Velen hebben te veel gevoel, anderen te veel verstand. Ik zou zeggen: Geloof, opdat je zult begrijpen.”
En onze houding tegenover onze naasten en de wereld?
“Drijf je naaste uit tot God. Wees vriendelijk, maar laat hem niet in zijn waarde, want zijn ziel ontaardt doordat hij zich van zijn Schepper afkeert. Lees de eerste algemene zendbrief van de apostel Johannes waarin zo rijk wordt gesproken over de liefde van en tot God en onze naasten. Niet het verstand, het gevoel of de wil, maar de liefde stuurt ten diepste de mens. ‘Bemin en doe (dan) wat je wilt.’ Gebruik de aardse dingen met mate, maar onthoudt: God is het voorwerp van het genieten.”
Tenslotte nog een persoonlijke noot?
Augustinus beschrijft hoe de vrede van God in zijn leven kwam: ‘Laat heb ik U lief gekregen, o Schoonheid, zo oud en zo nieuw! Gij waart binnen en ik was buiten, en daar zocht ik U, en ik rende, wanstaltig als ik was, op de schone dingen af die door U gemaakt zijn. Gij waart bij mij en ik niet bij U. Ik werd van U gehouden door dingen die niet bestaan zouden hebben als ze niet in U bestaan hadden. Geroepen hebt Gij (…) en mijn droefheid doorbroken! Gestraald hebt Gij, geschitterd en mijn blindheid verjaagd; gegeurd hebt Gij en ik heb ingeademd en snak nu naar U; geproefd heb ik en nu honger en dorst ik; aangeraakt hebt Ge mij en ik ben ontvlamd naar Uw vrede.’
Niets is genoeg voor je, mijn beste lezer, behalve je Schepper. Al het overige waarnaar je grijpt is maar arm. We moeten allen naar de overkant, maar we willen helemaal niet en gaan met tegenzin. We zijn vol hebzucht voor het aardse, maar wat we hier bijeengraaien, raken we helemaal kwijt. Klamp je niet vast aan de grijzende wereld, maar laat je verjongen in Christus. Niets is beter dan de vereniging met Hem. Sta in Hem en je zult standhouden, rust in Hem en je zult rust vinden.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2011
Eigenwijs | 24 Pagina's
