Bekijk het origineel
Bekijk het origineel
Verdwaald als een schaap, gedragen door de Herder
Je kent ze vast: de gelijkenissen die Jezus vertelde. Korte verhalen over zaaien, zoeken, bouwen of wachten. Eenvoudige voorbeelden, maar met een diepere boodschap. Soms begrijp je ze meteen. Soms blijf je met vragen zitten. Vanuit zijn pastorie, met uitzicht over de polder, neemt dominee P.J. de Raaf (40) uit Boskoop je mee in de wereld van de gelijkenissen. Hij laat zien dat het geen verhaaltjes zijn, maar geestelijke lessen.
Dominee De Raaf is een man die helder over gelijkenissen spreekt: “Het zijn verhalen uit het gewone leven met een geestelijke boodschap. Soms vertelt Jezus een heel verhaal, zoals die van de verloren zoon, maar soms bestaat de gelijkenis slechts uit één zin. De betekenis ligt niet altijd voor de hand. Soms geeft Jezus de uitleg erbij, soms moet je die zelf zoeken. De context is dan belangrijk: wat gebeurt er om het verhaal heen?”
Waarom sprak Jezus eigenlijk in gelijkenissen?
“Wij denken vaak dat het een zegen is. En natuurlijk, voorbeelden helpen ook ik gebruik ze in Boskoop vaak, vooral voor de kinderen. Maar Jezus sprak juist in gelijkenissen, omdat de mensen Zijn boodschap niet wilden aannemen. Een gelijkenis is iets wat tegelijkertijd verbergt én openbaart. Op een gegeven moment vragen de discipelen waarom Hij dat doet, en dan zegt Hij: ‘Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.’ Hij haalt dan een profetie van Jesaja aan waarin staat dat mensen zullen horen, maar niet begrijpen.
Het spreken in gelijkenissen is dus voor degenen die ze niet begrijpen een oordeel. Verharding treedt op als je onbekeerd blijft onder de prediking. Dat is aangrijpend.”
Waarom legt Hij gelijkenissen dan niet altijd uit?
“Soms is het moment er nog niet naar. Zoals toen Hij zei dat Hij de tempel zou afbreken en in drie dagen weer opbouwen. Dat ging over Zijn sterven en opstanding, maar dat paste toen nog niet in het begrip van de discipelen. Later, door de Heilige Geest, begrepen ze het. Zo werkt het nog: wat je nu niet snapt, kan later in je hart terugkomen.”
Wat vraagt dat dan van jongeren?
“De prediking is ervoor om gelijkenissen uit te leggen. Maar de vraag is: ga je daarna weer naar huis en klap je je Bijbel dicht? De discipelen begrepen de gelijkenis van de zaaier niet en vroegen de Heere Jezus om uitleg. Dat moet jij ook doen! Vraag je op je knieën: Heere, wilt U deze gelijkenis verklaren?”
Welke gelijkenis raakt u persoonlijk het meest?
“Ik vind dat een lastige vraag. Alles uit Gods Woord is belangrijk, juist ook wat me misschien niet aanspreekt. Maar de gelijkenis van de zoekende herder, die het ene schaap vindt, raakt me diep. Dat ben ik: dwaalziek en telkens op de verkeerde weg. Psalm 119 zegt: Ik heb gedwaald als een schaap. Die herder tilt dat volwassen, zware schaap op z’n schouders. Dat is zo’n teer beeld van Wie de Zaligmaker wil zijn voor een ellendig mens.”
Als u één gelijkenis met jongeren zou bespreken, welke zou dat zijn?
“De tweeling-gelijkenissen van de schat in de akker en de parel van grote waarde. Ze vullen elkaar aan: er komt plotseling of geleidelijk een gemis van iets kostbaars. Dat geeft verlangen om die schat of parel te bezitten. De mensen in de gelijkenis moesten alles opgeven voor dat ene belangrijke. Er zit ook verschil in deze gelijkenissen. Zo zijn er jongeren die niet bezig zijn met geloof en ineens geraakt worden, zoals de man die onverwacht op een schat stuitte. En anderen zijn al langer zoekend, zoals de parelkoopman. De Heere werkt op beide manieren. Maar in beide gelijkenissen zit de boodschap: je raakt alles kwijt om het éne kostbare te krijgen.”
En als jongeren denken: ik lees die verhalen wel, maar voel niks, wat dan?
“Dat laat zo duidelijk zien dat je de Heilige Geest nodig hebt. Die alleen vernieuwt het hart. Dat zie je ook in de gelijkenis van het zaad. Het zaad moet eerst ontkiemen in het verborgene. Pas later komen er zichtbare vruchten: berouw over je zonden, hongeren naar de Heere, verlangen naar verzoening en besef dat je een Zaligmaker nodig hebt.”
Hoe voorkom je dat je te subjectief met zo’n uitleg omgaat?
“Door altijd te zoeken naar het punt van vergelijking. Elke gelijkenis heeft een geestelijke boodschap, maar wees voorzichtig in je uitleg. Bij de gelijkenis van de schat in de akker en de parel gaat het erom dat je alles opgeeft om die schat te verkrijgen. Dat betekent niet dat je genade kúnt kopen. De verloren zoon? Het punt daar is: het verlorene wordt gevon-den. Je mag ook aandacht geven aan details, zoals de kleding die de zoon krijgt. Maar je moet wel grenzen houden. Het geslachte kalf vergelijken met het offer van de Heere Jezus, dat gaat te ver. Om de betekenis te zien, moet je gelijkenissen lezen en herlezen. Bijvoorbeeld: het verloren schaap en de verloren penning wérden gevonden, dat is passief. Maar als Jezus deze gelijkenissen uitlegt, spreekt Hij over een zondaar die zich bekeert. Dat is actief. Bij de gelijkenis van de verloren zoon is het precies andersom: in de gelijkenis keert hij actief terug, maar de vader zegt: hij was verloren en is gevonden. Passief dus. Dat is mooi om te ontdekken.”
Als het gaat over het ontdekkende werk van de Heilige Geest, zie je dat terug in de gelijkenissen?
“Zeker. Kijk naar de verloren zoon. Zolang het goed ging, bleef hij in dat verre land. Zelfs toen hij gebrek kreeg, keerde hij nog niet terug. Hij probeerde zichzelf te redden. Pas toen hij besefte: bij mijn vader was het goed, ik heb gezondigd: toen kwam hij tot inkeer. Hij stond op en keerde terug. Dat is het werk van de Heilige Geest. Die overtuigt van zonde en brengt terug. Dat is geen menselijk besluit, dat is genade.”
Wat helpt jongeren om zichzelf niet te bedriegen als het gaat om waar geloof?
“Het eerste is afhankelijkheid. Je hebt onderwijs nodig: Gods leiding, correctie en bemoediging. Laat dat je brengen in gebed: leer mij door uw Woord en Geest.
Dan komt eerlijkheid: leg je leven naast het Woord. Misschien moet je dan zeggen: deze gelijkenis laat zien dat ik Gods genade mis. Of misschien mag je tot je verwondering iets teruglezen van wat de Heere in je hart heeft gedaan.
En ten slotte: voorzichtigheid. Veel gelijkenissen gaan over het ware geloof en schijngeloof. Over mensen die zichzelf bedriegen. Je hebt er niets aan om met een vals gevoel van veiligheid naar Gods rechterstoel te reizen. Maar het besef dat je nog buiten Christus bent, kan je juist drijven naar de Heere.”
Heeft u dat zelf ook zo meegemaakt?
“Ja. Ik was negentien en dacht in die tijd dat ik wel een kind van de Heere was. Ik had immers overtuigingen van zonde gekregen en liefde tot Hem. Tijdens een Avondmaalsdienst dacht ik eraan om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal. Maar de dominee beschreef zó duidelijk wie Jezus was en wat Gods kinderen in Hem vinden... Toen opende de Heere mijn ogen. Daar kende ik niets van. Ik was dus geen kind van God en miste de genade. Dat deed heel veel pijn. Ik werd erg verdrietig, soms zelfs boos. De Heere wees mijn tekort aan en dreef me uit naar Hem.”
En wat gebeurde er daarna?
“Het werd nood. Ik hoorde steeds opnieuw: als je buiten Christus bent, mis je alles. Schuld en zonde werden duidelijker. Toen kwam Advent. En ik hoorde van een Zaligmaker die komt voor een arm en ellendig volk. Ik keek zó uit naar Kerst! Dominee A. Vermeij preekte en zei: ‘Wat moet u met Jezus doen als u zo vol bent van uzelf?’ Toen merkte ik: er was geen plaats in mijn hart. Twee donkere weken volgden. De Heere liet me zien dat ik Zijn tegenstander was, onwillig en onmachtig. En het was rechtvaardig als de Heere het daarbij gelaten had. Aan het begin van het nieuwe jaar hoorde ik een leespreek van dominee Kersten…”
Hij stopt even. Je ziet dat het hem nog raakt.
“Die ging over de genezing van de verlamde man. Totaal onmachtig kwam die aan de voeten van Jezus. En dan staat daar: En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, uw zonden zijn u vergeven. Jezus zag die man in al zijn onmacht en schuld liggen. En dat was ik. De Heere heeft in die dienst mijn ogen willen openen. Hij zag niet alleen mij, maar ik mocht ook Hém zien.”
Ds. P.J. de Raaf is getrouwd en vader van vier kinderen (15, 14, 9 en 4 jaar). In zijn vrije tijd wandelt hij graag, leest hij veel en trekt hij er met zijn gezin op uit. Zijn favoriete theologische boek is Komen tot Jezus Christus van Bunyan. Dat boek gaf hem veel onderwijs in een periode waarin hij zelf met de levensvraag worstelde hoe hij tot de Heere Jezus kon komen. Buiten het theologische genre leest hij graag over geschiedenis, zoals In Europa van Geert Mak. Voor vakanties blijft hij het liefst in Zeeland, om op zondag te kunnen preken en bij ingrijpende gebeurtenissen terug te kunnen naar zijn eigen gemeente.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2025
Daniel | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 2025
Daniel | 40 Pagina's