Binnen

Daar staat hij. Voor de deur. Dit wordt zijn einde. Hij kan geen kant meer op. Maar als de deur opengaat, komt de koning zelf op hem af met open armen. Zoiets had hij nooit verwacht.

Als de Heere in je leven komt, besef je dat je zo niet kunt leven. Het voelt alsof je voor een dichte deur staat, die je zelf door je zonden hebt gesloten en die je nooit meer open kunt krijgen.

Wist je dat de Heere Jezus Zichzelf in Zijn Woord vergelijkt met een deur? Als je deze Deur leert kennen, spreekt de Heere tot je: “Ik ben uw heil” of “Vreest niet.” Dan besef je: door deze Deur kan ik weer naar binnen, ook al heb ik dat niet verdiend.

Als je door Hem ontvangen wordt, net zoals Mefibóseth door David in huis werd genomen, dan weet je niet wat je meemaakt.

Mefibóseth begreep er ook niets van. Hij was toch van het geslacht van Saul? Zouden ze hem daarom niet doden? Hoe vaak zou David het hem hebben moeten uitleggen, dat het kwam door het verbond tussen David en Jonathan?

Zo is het ook om in Christus te zijn. Niet omdat jij zo goed bent of zo gelovig, maar vanwege het verbond tussen de Vader en de Zoon. En dat verbond is niet voor even, maar voor altijd.

Ben jij al binnen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen