Kwetsbare brief voor jou!
Graag breng ik je een brief onder ogen. Een kort levensverhaal. Danny gaf hem aan me om te delen met jongeren in kerken en op christelijke scholen.
Aangenaam, mijn naam is Danny. Ik ben éénentwintig jaar. Een aantal jaar geleden zat ik op een spoorlijn. De grond voelde koud aan, maar na enkele minuten voelde ik dat niet meer. Ik was meer verdoofd door de kou vanbinnen. Het hoefde voor mij niet meer. Weg van hier!
Een poosje later werd ik bij mijn schouders gegrepen. Werd ik overeind getrokken en aan de hand van het spoor af geleid. Toen ik me omdraaide, stond er een trein op vijftig meter afstand stil op het spoor. De conducteur die uitgestapt was, hield mijn hand nog vast en vroeg alleen maar: “Waarom doe je dit?” Ik antwoordde dat ik het niet wist. “Als u een oplossing hebt…”, stootte ik eruit. Mijn stem moet boos geklonken hebben. Was ik boos? Was ik zo geïrriteerd dat ik door deze beste man voor een zekere dood behoed was? Het kan diep van binnen helemaal geen boosheid geweest zijn. Zo moet wanhoop voelen. Op die enigszins kille dag in september voelde ik alleen maar wanhoop.
Ik vertel jullie dit om te laten zien hoe een Zeeuwse jongen zover kan komen. Hoe realistisch deze gedachten voor sommige jongeren kunnen zijn. Het niet meer weten, het leven niet aankunnen. Gedachten dat de dood dan misschien maar beter eerder kan komen. Heftig, nu ik er achteraf over nadenk.
In een klein Zeeuws dorp werd ik geboren, maar toen ik drie jaar was, kwam ik bij mijn oma terecht omdat mijn moeder mij niet aankon. Geen concentratie, weinig interesse in spelen, alleen maar vervelend doen. En zo nam ik op mijn zevende al wel eens een rustgevertje: pillen van oma die je echt rustig maakten. Later kwam daar de alcohol voor in de plek. Drie keer in coma, evenzoveel ziekenhuisopnames door teveel alcohol. Bij één van die opnames sprak een arts me aan. Of ik al eens had nagedacht over een opleiding en een baan. Ja, daar had ik over nagedacht. Maar ik was er niet mee bezig. Ik probeerde mezelf overeind te houden. Ik zette mijn boosheid en verdriet om in crimineel gedrag en verslaving. De arts gaf me een rare opdracht: “Ga maar zo door en er zal nooit een opleiding of baan voor je inzitten. Je hersenen zullen het niet meer aankunnen”. Ik was zestien jaar. Nu ik vijf jaar verder ben, kan ik zeggen dat het goed met me gaat. Mijn oma leeft nog, mijn moeder ook en ik leef ook nog. Nu vertel ik dit verhaal aan jou. Om je te behoeden voor wat kan gebeuren. Verdriet dat verandert in eenzaamheid omdat je geen hulp vraagt. Angst die je verlamt om vol te gaan voor een toekomst. Ik weet dat ik het tegen christelijke jongeren heb. Die lijken minder kans te maken op een leven zoals ik heb geleid. Maar dat is niet waar. Als je de duivel de ruimte geeft (en dat doen we allemaal) dan maakt iedereen evenveel kans om af te glijden. Daar moeten we niet hoogmoedig over doen. Maar wat wel troostend is: licht aan het einde van de tunnel is er ook, een weg omhoog uit de zorgen is er, een nieuwe toekomst dankzij God is mogelijk, mensen om je heen die om je geven zijn er. Soms lijkt je zoektocht naar de beste toekomst nooit klaar, maar ‘wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen; ziet zich omringt met Zijn weldadigheên’.
Be blessed! Groetjes, Danny
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2021
Daniel | 36 Pagina's