Oproep tot bekering

Bekering nagelaten
Hoort dit woord! Amos is opnieuw aan het preken. In beeldspraak gaat hij de straffen weergeven die God al heeft gezonden. De Heere heeft u reinheid van tanden gegeven (dit is gebrek aan eten), maar gij hebt u niet bekeerd tot Mij. Ik heb de regen van u geweerd, maar gij hebt u niet bekeerd tot Mij.
Ik heb de oogst laten mislukken door ziekten in het gewas, door rupsen en andere plagen, maar gij hebt u niet bekeerd tot Mij. Ik heb vreselijke ziekten onder u gezonden. Ik heb uw jongemannen door het zwaard van de vijand laten doden, maar gij hebt u niet bekeerd tot Mij. Ik heb sommigen van u met veel tegenslagen bezocht, maar gij hebt u niet bekeerd tot Mij. Tot vijf keer klinkt het refrein: maar gij hebt u niet bekeerd tot Mij.
Dat is het doel van de Heere met tegenslagen: Bekeer je! Eenmaal zal de Heere ook jou vragen, als je voor Hem staat: “Wat heb je gedaan met Mijn roepstemmen? Wat heb je gedaan met Mijn Woord?
Amos zegt het met deze woorden: “Schik u, o Israël, om uw God te ontmoeten.” (Amos 4 : 12) Wat zal het vreselijk zijn als je dan God moet ontmoeten zonder dat je ooit gelet hebt op Zijn stem.

VRAAG
Op welke manier roept de Heere Nederland op om zich te bekeren?

Tot bekering geroepen
Amos gaat echter verder. Hij laat hen niet alleen hun zonden zien, maar hij wijst ook de weg terug tot God. Zo zegt de HEERE tot het huis van Israël: Zoekt Mij en leeft! (Amos 5: 4) Zoekt Mij! Dat zegt de Heere tot iedereen. Misschien zul je zeggen: Dat kan ik toch niet! Ik kan me niet bekeren. Dat is waar, de Heere weet dat ook! Hij weet dat nog veel beter dan jij. En toch gebiedt Hij het. Waarom? Een dode kan zich toch niet bekeren? De Heere gebiedt het, opdat je met de eis van God zo in de knel komt, dat je ermee tot Hem vlucht. Dan ga je roepen: “Heere, bekeer me, zo zal ik bekeerd zijn!
Wilt U mij geven wat U beveelt. U alleen kunt mij toch een nieuw hart geven! Tot Wie zullen we anders heen gaan! Dan wordt het nood in je leven. Er komt een heimwee naar God in je leven en je voelt dat je zonder de Heere niet verder kunt.
En als je je bekeert, dan belooft de Heere ook het leven: “Die Mij vindt, vindt het leven!” Het kan zijn dat je voelt dat je hart zo dood is en zo hard is als een steen. Dan zegt de Heere: “Ik ben de Opstanding en het leven!” Bij Wie zou je het anders zoeken dan bij Hem. Hij is de Almachtige, Die alles heeft geschapen. Zou Hij jouw dode hart niet kunnen levend maken?
En omdat de Heere wil dat je weet dat het Hem ernst is, laat Hij het Amos wel vier keer zeggen. Iedere keer in iets andere woorden: Zoekt Mij en leeft. Zoekt de Heere en leeft. Zoekt het goede en niet het boze.
Misschien zeg jij wel: ik zoek al zo lang naar God! Het lijkt wel of ik Hem nooit zal vinden. Wat moet ik nu?
Er is maar één weg. Dat is je knieën buigen en roepen tot God. Neem je bijbel. ‘Onderzoekt de Schriften’, zegt Jezus, ‘die zijn het die van Mij getuigen.’
Doe maar net als de Kananese vrouw. Zij riep de Heere Jezus aan. Ze kon niet loslaten. Zelfs niet, toen de Heere Jezus zei: ‘Het is niet voor jou, het is alleen van het huis van Israël. Daar hoor jij niet bij.’
Ze kon niet loslaten. Ze greep de Heere Jezus aan op Zijn eigen Woord. En: ze is niet beschaamd. Jij zult evenmin beschaamd uitkomen. De Heere zal antwoorden. Op Zijn tijd. Hij beproeft wel, maar Hij beschaamt nooit.

Vraag

Is het jouw gebed: ‘Heere, bekeer ook mij, dan zal ik bekeerd zijn’?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen