Hoe komen we aan onze principes?
Jouw persoonlijkheid ontstaat niet van de één op de andere dag. Met name in de periode van de adolescentie en de jong-volwassenheid ontwikkelt het besef van de waarde van principes izich. Dit betekent dat veel principes in deze periode eigen gemaakt moeten worden en daamee bij jou gaan horen.
De opvoeding in het gezin en het (kerkelijk) onderwijs kunnen het vormen van een mening en het eigen maken van principes ondersteunen. Gedurende de periode van de volwassenheid krijgen principes verdere vorm en inhoud voor het dagelijks leven.
Waarde van het gezin
Het gezin wordt vaak aangeduid als de hoeksteen van de samenleving. Dit wil eigenlijk zeggen dat het gezin de basis vormt voor het goed functioneren van de samenleving. In het gezin worden de gezinsleden voorbereid op hun plaats in de maatschappij. Als het gezin deze opdracht niet aankan, dan betekent dat direct dat de samenleving leden ontvangt die niet goed zijn voorbereid op hun taak in de maatschappij.
In het gezin worden als het goed is normen en waarden aangeleerd. Worden principes eigen gemaakt. Het gezin is de plaats waar jongeren gewezen worden op de beginselen die de ouders waardevol vinden. Het is niet zo dat een kind bij de geboorte al beginselen kent. Een kind leert van zijn of haar omgeving hoe het met allerlei zaken om moet gaan. Van eetgewoonten tot en met het goed gebruiken van de moedertaal. Het mag duidelijk zijn dat de waarde van principes in de omgang met anderen aangeleerd wordt. Daarom is het niet om het even in welk gezin iemand opgevoed wordt. Het maakt nogal wat verschil of ouders vanuit christelijke of humanistische grondbeginselen willen handelen.
juist het christelijk gezin kent in het aanleren van principes een dubbele verantwoordelijkheid, jongeren in christelijke gezinnen moeten net als ieder ander klaargestoomd worden voor de maatschappij. Ook christenen hebben de plicht hun plaats in te nemen in het maatschappelijk leven. Denk maar aan Daniël en Nehemia, die beiden zelfs een hoge positie bekleedden aan een onchristelijk hof. Maar daarnaast heeft het christelijk gezin een wapenrusting mee te geven om in deze maatschappij te kunnen blijven staan (zie ook: Efeze 6). Christelijke uitgangspunten, bijbelse
Christelijke uitgangspunten, bijbelse normen en waarden zullen van jongsaf eigen gemaakt moeten worden, willen ze niet in de eerste de beste confrontatie met de maatschappij ondergesneeuwd raken. Daarbij gaat het er in de eerste plaats niet om dat we de christelijke leer verstandelijk eigen hebben gemaakt, hoewel de opdracht tot deze kennisname er voor ieder mens ligt. Het gaat er veel meer om dat we door de werking van de Heilig Geest in ons leven kennis hebben van de wezenlijke inhoud van de geestelijke wapenrusting uit Efeze. In Spreuken 22:6 lezen we in dit verband: "Leerden jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs, als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken". Dit aanleren van 'de eerste beginselen naar de eis zijns wegs' is allereerst de taak van de ouders. In de praktijk zal dit echter gedeeltelijk overgedragen worden aan de school. De school is zo het verlengstuk van het gezin. Het is dan nodig dat er overeenstemming is tussen de normen en waarden zoals die thuis en op school uitgedragen worden. Op die manier worden beginselen gemakkelijker overgenomen en eigen gemaakt.
Hoe wezenlijk dit alles ook op jongere leeftijd is, veel jongeren die gaan werken of studeren merken in de praktijk dat hun opvattingen niet gedeeld worden. In de wereld om hen heen heersen andere normen. Dit is vaak heel verwarrend: "Ik dacht dat ik veel wist over onze kerk, de leer, het geloof en zo. Maar ik merkte al snel dat ik veel te weinig wist. En dat veel van mijn kennis aan de buitenkant zat " Deze al eerder aangehaalde uitspraak kan met andere aangevuld worden. Veel jongeren geven aan dat zij onvoldoende toegerust zijn om hun mening naar andersdenkenden te verwoorden: "Eigenlijk liep Ik gewoon mee met de massa, we waren het op school met elkaar eens over wat wel en niet kon, wisten ook ongeveer waarom we dat vonden. Maar een echte discussie, nee, die hadden we niet. Dat is in m'n huidige opleiding wel anders. Daar sta ik vaak alleen in allerlei discussie's. En toch verwachten m'n mede-leerlingen dat ik m 'n mening geef".
Persoonlijkheid
In onze maatschappij raakt de christelijke levensbeschouwing uit de mode. Godsdienst is tot een privé-zaak geworden. Dat moet je anderen niet opleggen. In de maatschappij gelden andere normen en staat de eigen vrijheid van handelen voorop.
Godsdienstige normen en waarden kunnen die eigen vrijheid alleen maar beknotten. Als het bijvoorbeeld bij het moderne leven past dat de zondag de beste dag is om te gaan winkelen, dan moeten die winkels ook open op zondag. Het is in onze samenleving dan onbelangrijk als iemand zegt op bijbelse gronden niet op zondag te willen werken. Die persoon moet dan maar een andere baan gaan zoeken.
Op deze manier dreigen christenen door maatschappelijke ontwikkelingen in een isolement te raken.
Om in deze situatie staande te kunnen blijven is het voor christelijke jongeren en ouderen belangrijk dat ze geworteld zijn in het christelijk belijden. Een standpunt innemen over zondagsarbeid betekent dan ook dat dit standpunt eigen gemaakt is, dat het deel uitmaakt van het geheel aan opvattingen van de persoon zelf. Het is in deze maatschappij niet langer mogelijk om een beroep te doen op ouders, de kerk, de dominee of welke 'autoriteit' dan ook. Men voelt feilloos aan of een christelijke jongere zichzelf is of dat hij anderen napraat.
Al eerder zagen we het belang van het gezin in het aanleren van normen, waarden en principes. Het gezin en de sfeer daarin bepalen voor een groot gedeelte of iemand zich principes persoonlijk eigen maakt, of dat ze oppervlakkig 'aangehangen worden'. Maar het gezin heeft een nog veel grotere taak en verantwoordelijkheid in het voorbereiden van jongeren op een plaats in de maatschappij. In het gezin wordt iemand gevormd. Daar vindt de wisselwerking tussen de karaktertrekken van iemand en de ge- en verboden en ontplooiingsmogelijkheden plaats. In de ontwikkeling van baby tot jongvolwassene is het gezin de belangrijkste bron waaruit iemand leert omgaan met de ander.
In de gezinssituatie zal het kind de eerste ervaringen in het samenleven met anderen opdoen. Op deze wijze leert een kind met vallen en opstaan rekening te houden met anderen, leert het om te gaan met verschillen en conflicten. Het is dan ook heel bepalend of er in een gezinssituatie de ruimte is om op een gezonde manier te ontdekken wat het maatschappelijk leven van ons vraagt. Krijgt het kind het gevoel dat het ondersteund wordt door de ouders als het faalt, of juist niet. Stimuleren ouders en overige gezinsleden of worden initiatieven belachelijk gemaakt en de grond ingeboord. Kortom, biedt het gezin de mogelijkheden om op te groeien tot een eigen persoonlijkheid. Want de sfeer in het gezin en de ondersteuning in het proces van volwassen worden vormen voor een belangrijk gedeelte iemands persoonlijkheid.
Dit heeft weer gevolgen voor de wijze waarop iemand zich tegenover andere mensen in zijn omgeving, op school, het werk etc. opstelt. Kan en mag iemand zichzelf zijn in het gezin, dan zal dit in positieve zin bevorderen dat hij of zij zich onbevangener opstelt op school, werk, etc. Dit betekent niet dat iedereen die uit een 'warm nest' komt zich gemakkelijk zal bewegen onder andere mensen. De één is van karakter nu eenmaal opener en spontaner dan de ander. En verlegenheid kan iemand heel dwars zitten. Daar helpt een fijn gezin niet direkt aan. Maar het kan wel de ondersteuning geven waardoor iemand in het zoekproces naar wie hij of zij nu eigenlijk is verder durft te gaan. Het gezin kan dan de thuishaven zijn om op terug te vallen en uit te blazen, maar ook de plaats om weer aangescherpt te worden. Iemand die zich zo op een gezonde manier heeft kunnen ontwikkelen tot een persoonlijkheid die weet voor welke principes hij staat, kan in de maatschappij wel een stootje hebben. Die kan, hoe moeilijk het overigens vaak in de praktijk is, toch staande blijven bij meningsverschillen. Een gezonde persoonlijkheid durft ook te kiezen voor een bijbels standpunt terwijl de rest van de collega's totaal andere opvattingen heeft.
Bovenstaande kan het idee geven dat opvoeding en vorming voldoende zijn om in het leven staande te blijven. De Bijbel leert wel anders! In Efeze 6: 10-20 gebruikt Paulus het beeld van een soldaat die zich klaarmaakt voor de strijd. De volledige wapenrusting is nodig om te kunnen "staan tegen de listige omleidingen des duivels (vers 11)". Zo heb je ook als jongere voor het staan in de wereld van vandaag deze geestelijke wapenrusting nodig. Alleen daarmee is een werkelijk veilige koerste varen.
Anders?
We kunnen om ons heen soms zien dat onkerkelijke mensen normen en waarden hanteren die overeenstemmen met bijbelse uitgangspunten. W.H. Velema in: Oriëntatie in de christelijke ethiek:
Vanwaar het goede bij anderen?
Hoe dan te verklaren dat sommige (...) punten ook door anderen als noodzakelijk gezien en metterdaad gepraktiseerd worden? Wij hebben er geen behoefte aan zo exclusief te zijn, alsof bij anderen niets goeds zou zijn. Waar wij het goede aantreffen willen wij dat dankbaar erkennen. Met schaamte moet gezegd worden dat anderen soms meer zicht gehad hebben op wezenlijke bijbelse noties dan christenen. Dit feit noopt ons wel tot zelfkritiek, (...). Wij geloven dat Gods Openbaring verder rijkt dan de kring van christenen. Zij is gegeven aan mensen en werkt door in de samenleving. De wet van God is zo overmachtig dat de praktische betekenis ervan voor het samenleven van mensen ook daar wordt erkend waar men God Zelf als Wetgever niet erkent (pag. 45).
Je zou je af kunnen vragen of het dan niet uitmaakt vanuit welke beginselen iemand handelt als er in de dagelijkse praktijk toch geen verschil in handelingen en gedragingen te zien is. J. Douma haalt in "Verantwoord handelen" het voorbeeld van een magneet aan:
Laten we eens even aannemen (al is het een onjuiste veronderstelling, zoals ons straks zal blijken), dat elke handeling die de christen verricht, ook door niet-christenen verricht wordt. Dan nog zou het totaalbeeld van het handelen van de christen anders zijn. We kunnen hier het beeld van de magneet gebruiken. De ijzerdeeltjes (te vergelijken met onze afzonderlijke handelingen) hebben, op zichzelf beschouwd, niets opvallends; maar zij worden door de magneet op een bepaalde manier geordend (te vergelijken met het totaalbeeld van ons handelen) (pag. 86-87).
Douma geeft aan dat het andere van de christen ligt in een ander innerlijk, in een leven vanuit de navolging van Christus. Zoals een magneet de stukjes ijzer aantrekt en op een bepaalde manier ordent, zo ordent het veranderde innerlijk van de christen zijn afzonderlijke handelingen.
Verwerking
Stellingen
Bespreek de volgende stellingen:
- In onze maatschappij komen we allerlei godsdiensten tegen, je kunt daarom de Bijbel niet meer als uitgangspunt nemen.
- Christenen kunnen alleen "een zoutend zout" zijn als zij volop meedraaien in de maatschappij. Daarom moet je vooral werk zoeken buiten eigen kring.
- In de Bijbel staat: "In de wereld zult gij verdrukking hebben", je moet daarom niet teveel verwachten van onkerkelijke collega's.
Vragen
1. Geeft de Bijbel altijd pasklare antwoorden in onze levenssituatie? Verklaar je antwoord.
Hoe kunnen we in concrete situaties weten hoe we te handelen hebben?
2. a. Wat wordt er in Spr. 22:6 bedoeld met "de eerste beginselen"?
b. Probeer te verwoorden op welke wijze deze beginselen in het gezin aangeleerd kunnen worden.
c. Wat hebben ouders ten diepste nodig om deze taak te vervullen?
3. Probeer een aantal redenen te bedenken waarom het gezin van groot belang is voor het eigen maken van principes.
Bedenk eveneens een aantal redenen waarom catechisatie van belang is voor het eigen maken van principes.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1996
Mivo +16 | 32 Pagina's