Reaktie op de prediking
Paulus heeft in Hand. 26: 4 t/m 23 zich verantwoord voor Festus en Agrippa. Naar aanleiding van zijn betoog, reageren beiden zeer verschillend.
Opdracht 1
Schrijf in de onderstaande kolom hoe Festus en Agrippa reageerde op de rede van Paulus. Gebruik daarbij de volgende woorden (indien van toepassing):
Verharding - Verwerping - Ongeloof - Vijandschap - Bewogenheid - Buigen - Dwaasheid - Vernedering - Hoogmoed - Verootmoediging.
Opdracht 2
Gebruik de woorden die in opdracht 1 zijn gegeven en vul de kolommen A, B en C in. Kolom A: Schrijf in kolom A op hoe de reaktie op de prediking behoort te zijn. Kolom B: Schrijf in kolom B op hoe jouw reaktie op de prediking is. Kolom C: Schrijf in kolom C op hoe jouw reaktie op de prediking niet is.
Opdracht 3
"Doch wij prediken Christus, de Gekruisigde, de Joden wel een ergernis, en de Grieken een dwaasheid, maar hun, die geroepen zijn, beide Joden en Grieken, prediken wij Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods" (1 Kor. 1: 23).
a. Waarom is de prediking van Christus voor de Joden een ergernis?
b. Waarom is de prediking van Christus voor de Grieken een dwaasheid?
c. Wie worden er bedoeld met "die geroepen zijn"? Motiveer je antwoord.
In deze verwerkingsvorm komt de reaktie van Festus en Agrippa aan de orde. Tevens wordt gelet op de aktieliteit.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1991
Mivo +16 | 24 Pagina's