1. Enquête over vriendschap

In dit hoofdstuk zijn jongeren zelf aan het woord. De volgende vragen zijn aan hen voorgelegd en hebben zij schriftelijk beantwoord:

1. Probeer eens in eigen woorden te omschrijven wat je onder vriendschap verstaat.

2. Welke eisen zou jij stellen aan vriendschap?

3. Is er verschil tussen vriendschap en "ware vriendschap"? Indien ja, welk verschil is er dan? Zo niet, kun je motiveren waarom je vindt dat daar geen verschil tussen is?

4. Kun je bevriend zijn met iemand die niet in God gelooft? Motiveer je antwoord.

5. Heb je veel vrienden? Hoe kom je aan je vrienden?

1. Probeer eens in eigen woorden te omschrijven wat je onder vriendschap verstaat.

Vriendschap is omgang met leeftijdsgenoten, waarmee je kunt praten over alles wat je bezig houdt. (Jacqueline).

Vriendschap vind ik eigenlijk dat je alles voor elkaar over hebt. Dus dat je op elkaar kunt bouwen en op elkaar kunt vertrouwen. Je moet met elkaar kunnen praten, niet alleen over oppervlakkige dingen, maar ook over belangrijke zaken, waar je mee zit. En dat je weet dat het tussen jullie blijft en niet doorverteld wordt aan een ander. (Dorinda).

Met iemand heel goed kunnen opschieten. Goed met elkaar kunnen praten. Ook samen over het geloof kunnen praten, maar ook samen lol hebben. Gewoon een vriend(in) bij wie je uit kan huilen en ook kan lachen. Iemand die altijd naar je luistert. (Ellen).

Het serieus met elkaar omgaan. (Peter).

Dat enkele (meestal 2) mensen op een fijne manier met elkaar om kunnen gaan en elkaar helpen als het nodig is. (André).

Een band met iemand die je goed kent en waar je voor wilt doen wat mogelijk is, op welke manier dan ook. (Linda).

2. Welke eisen zou jij stellen aan vriendschap?

Dat je eerlijk tegen elkaar bent. En als je ergens mee zit, dat je daarover kunt praten. Je moet elkaar ook serieus nemen. Dus niet om de ander zijn/haar praatjes lachen. Je moet voor elkaar door het vuur kunnen gaan. (Dorinda).

• Openheid voor elkaar. • Niet altijd als eerste aan je zelf denken, dus meer geven als nemen. (Jacqueline).

• Je moet je vriend(in) aanvaarden als een mens met gebreken. • Je moet goed met elkaar kunnen praten, ook over bijvoorbeeld godsdienstige dingen. • Als je vriend(in) in "nood" zit, help je hem/haar enz. (Ester).

Als je iets hoort van elkaar, bijvoorbeeld dat je vriendin of vriend gestolen heeft, hem/haar niet voor in de steek laten, maar diegene juist helpen zodat hij/zij het niet meer zal doen, ook al kijken je medemensen je hierop aan. (Esmaralda).

• Er moet vertrouwen zijn. • 't Liefst dezelfde godsdienst. • Eerlijkheid/oprechtheid. • Aanvaarden van de ander, zowel zijn/haar positieve als negatieve kant. • Een 'luisterend oor' vinden als je ergens mee zit en dat wilt vertellen. (Ellen).

Je moet fatsoenlijk en serieus met elkaar kunnen praten en omgaan. Je moet eikaars problemen aan elkaar kunnen voorleggen. (Peter).

Over bepaalde eisen aan vriendschap heb ik niet zo nagedacht. Ten eerste moet het van 2 kanten komen. Maar als dat zo is dan voel je elkaar toch wel aan? Als je met een rijtje eisen komt, denk ik dat je een hoop vriendschappen automatisch uitsluit. Bij de ene vriend(in) kan je iets wel eisen, wat bij de ander onmogelijk is. (Corry).

Eerlijkheid. Een beetje beslotenheid, niet iedereen hoeft de dingen te weten die je elkaar vertelt. Vertrouwen. (Peter).

Ik vind eigenlijk dat je niet zoveel eisen kan stellen, want als je dat doet, dan is er denk ik niet zo gauw iemand waarmee je bevriend kan zijn. De enige eis die je zou kunnen stellen is, of iemand rekening houdt met God en Zijn Woord. (Linda).

3. Is er verschil tussen vriendschap en "ware vriendschap"? Indien ja, welk verschil is er dan? Zo niet, kun je motiveren waarom je vind dat daar geen verschil tussen is?

Nee, alle vriendschap moet de onder vraag 2 genoemde punten in zich hebben. En is dat er niet, kun je ook niet spreken van vriendschap. (Jaqcueline).

Ja, bij ware vriendschap kun je met elkaar over alle dingen praten. Ik heb wel vriendinnen waar je mee weggaat maar eigenlijk heb ik maar twee echte goede vriendinnen, waar ik alles mee kan doen, dus niet alleen plezier mee maken. (Dorinda).

Ja, gewone vriendschap duurt meestal niet zo lang (soms wel). En ware vrienden zijn het eens wat geestelijke dingen betreft. (Ester).

Ja, vriendschap kun je hebben met een heleboel, gezellig zomaar wat kletsen over van alles en nog wat. Ware vriendschap heb je meestal maar met 1 of 2 of 3 personen. Met echte vriendinnen kun je echt praten, ook over ernstige / serieuze zaken. (Ellen).

Ja, vriendschap is alleen een menselijk band tussen twee personen. "Ware vriendschap" is meer. Dan kan gesproken worden van een verzoening met de Heere. Dan kun je pas zeggen dat je een "goede Vriend" hebt. (Peter).

Ja, daar zit verschil tussen. Vriendschap is volgens mij "leuk en gezellig" met elkaar omgaan. Misschien kan je ook nog wel goed met elkaar praten. Ware vriendschap gaat verder. Dan moet je elkaar werkelijk in alles vertrouwen. (Corry).

Ik vind dat hier wel verschil in zit. Je kunt met zoveel mensen bevriend zijn. Je collega's op je werk, waar je weieens mee uitgaat of een avondje naar toe gaat. Maar ware vriendschap is pas als je iemand hebt die "voldoet" aan de eisen die bij vraag 2 staan. (Tineke).

Ja, want ik heb veel vriendinnen waar ik heel veel mee omga, maar waar ik eigenlijk alleen maar een beetje lol mee maak. We zij ook wel eens serieus bezig, maar eigenlijk nooit over dingen waar ik wel eens over wil praten. Ik heb één vriend waarmee ik wél kan praten over Gods Woord en hoe je leeft naar Zijn wil, maar die zie ik alleen op school en dan praat je niet zo gauw over zulke dingen. Ik vind dat zo'n vriendschap een "ware vriendschap" is. (Linda).

4. Kun je bevriend zijn met iemand die niet in God gelooft? Motiveer je antwoord.

Nee, want in de Bijbel staat: wie een vriend der wereld wil zijn, wordt een vijand van God gesteld. Dat wil niet zeggen dat je niet met een andersdenkend jongen of meisje praten mag. Maar dat is dus geen vriendschap in de echte zin van het woord. (Jacqueline).

Ja, dat denk ik wel, maar het is natuurlijk anders dan met iemand die wel in God gelooft. Je hebt dan allebei een andere levenswandel. Jij gaat 's zondags naar de kerk en hij/zij gaat bijvoorbeeld naar het strand. Je bent dan oppervlakkige vrienden, want je hebt met elkaar geen geestelijk contact. Je kunt dus wel vrienden zijn, maar de ware vriendschap ontbreekt. (Dorinda).

Nee, echt bevriend zijn met iemand die niet in God gelooft, kan niet. Je kunt er wel vriendelijk tegen doen om ze op zo'n wijze voor Christus te winnen. Als je echt bevriend met hun bent, heb je de kans om verleid te worden tot zonde. (Ester).

Je kunt er wel bevriend mee wezen. Maar ik geloof dat het geen "ware vriendschap" kan zijn. Want je kunt niet met elkaar over de godsdienst praten, omdat je anders denkt. En het kan toch wel eens fijn zijn om met een vriend(in) over je godsdienst/geloof te praten. (Ellen).

Ja, ik heb zelf een vriend die doet ook nergens aan. Hij eet veel bij ons en als we gaan bijbellezen zit hij stil te luisteren en tijdens het omgaan vraagt hij wel eens wat, waar ik dan zo goed mogelijk een antwoord op probeer te geven en in zulke dingen is hij dan ook erg serieus. (Peter).

Ja, maar tot op zekere hoogte. Over oppervlakkige dingen kan je nog wel praten, maar zodra je het over levensvragen krijgt, wordt het al moeilijker. Je moet wel veel van iemands mening kunnen respecteren wil je vriend of vriendin zijn met iemand die niet in God gelooft. En andersom moet dat ook zo zijn. (Corry).

Nee, want zo iemand heeft heel andere ideeën, opvattingen en gewoontes die jij hebt en die vaak nog onbijbels zijn. Het zijn vaak dingen die wij als christenen niet kunnen accepteren. (Tineke).

Wel oppervlakkig, maar ware vriendschap kan mijns inziens niet, want in wezenlijke dingen verschil je van elkaar. (André).

Ja, waarom niet, maar je moet hem of haar wel op het goede spoor brengen. (Wim).

Nee, daar kan je niet mee bevriend zijn. (Piet).

Eigenlijk weet ik dat niet zo goed, want ik kom bijna nooit met iemand die helemaal niet in God gelooft in aanraking. Maar ik denk dat ik niet echt met hen bevriend zou kunnen zijn, want zij hebben toch een heel andere levensvisie en ik zou hen daar, denk ik, nooit op durven wijzen. Misschien komt dit juist omdat ik nooit met hen in aanraking kom, ik woon in een vrij christelijke plaats, zit op een reformatorische school, enz. Ik weet dat dit een kromme redenering is, maar toch voel ik het zo. (Linda).

5. Heb je veel vrienden? Hoe kom je aan je vrienden?

Ik heb niet echt veel vriendinnen, maar die ik heb, heb ik leren kennen op de jeugdvereniging. En sinds kort heb ik een vriend, uit onze kerk, ook hij zit op de jeugdvereniging. (Jaqueline).

Ja, best wel. De meeste ken je van school, uit de buurt, kerk of van vakantie. Je ziet iemand en je denkt: "Dat lijkt me wel een aardig iemand". Je praat er eens mee. Nodig ze uit. En als je dan bemerkt dat je goed met elkaar op kunt schieten, word je vanzelf vrienden. Het groeit eigenlijk. Zelf heb ik twee en een half jaar geleden een meisje ontmoet toen wij en ook zij met haar ouders bij mijn tante en oom in hun hotel logeerden. We trokken die week heel de week met elkaar op. Toen wij aan het eind van de week allebei weer naar huis gingen, spraken we af om met elkaar te schrijven. Zo gezegd zo gedaan, wij schreven met elkaar. Toch vlotte het niet zo weg omdat we elkaar na die week nog niet goed kenden. De brieven werden spaarzamer. Doch het volgende jaar ontmoetten we elkaar weer. We hadden weer goed contact met elkaar en nu een jaar later, zijn we hele goede vriendinnen. We logeerden bij elkaar en weten wat we aan elkaar hebben. (Dorinda).

Ja, via school, jeugdvereniging en via de contacten op het dorp. Via de zomerkampen kom je weer in aanraking met anderen en kun je weer nieuwe vrienden opdoen. (Ellen).

Ja, best wel veel. Maar één vaste vriendin (van de lagere school af). Ze is hervormd, maar (hoe noem je dat?) op hele hoge wielen. Toch kunnen we het samen best vinden. Ze zal nooit een woord zeggen van mijn hele geloof of kerkgang. Dat komt misschien ook wel doordat ik van ons tweeën een beetje de dominerende figuur ben. Zij is meer verlegen, vooral in grote groepen. Maar dat gaat ook wel over. In de herfst hopen we naar een reformatorische camping te gaan. Van de beide regels die we van haar thuis en mijn thuis meekrijgen, nemen we gewoon de strengste, hebben we afgesproken. Dan moet alles toch goed gaan? Hoe je verder aan vrienden of vriendinnen komt? Nou, een zomerkamp bezorgt je vaak een heleboel (pen)vriendinnen en/of vrienden. Van de jeugdvereniging en catechisatie hou je ook vaak vrienden over. Je moet je natuurlijk wel openstellen voor zoiets, anders is het veel moeilijker. (Corry).

Veel vrienden heb ik niet. Ik bedoel "echte vrienden" dan. De vrienden die ik heb, is een getrouwd stel. Hoe ik daar aan kom, is gewoon vanzelf gegroeid. Het waren eerst gewone kennissen. Maar in de loop van de tijd zijn het vrienden geworden. (Tineke).

Ik heb veel vriendinnen, ik heb één vriendin daar ging ik op de kleuterschool al mee om. Anderen heb ik op de jeugdvereniging leren kennen. En ook op school heb ik ze leren kennen. (Linda).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen