1. De Bergrede als "grondwet"
De Bergrede kan gezien worden als de "grondwet" van het Koninkrijk der hemelen.
In Matth. 4:12-25 heeft de evangelist een algemene tekening gegeven van de arbeid des Heeren in woord en daad. Deze wordt nu nader uitgewerkt in de hoofdstukken 5 t/m 9:34. Het "woord" vinden we dan met name in de hoofdstukken 5 t/m 7 (de Bergrede) en de "daad" in hoofdstuk 8 tot 9:34 (de geschiedenis van een aantal wonderen door de Heere Jezus). In Matth. 4:17 en 23 wordt de prediking van Jezus gekarakteriseerd als een aankondiging van het Koninkrijk der hemelen:
vers 17b: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
vers 23: ...lerende in hun synagogen, en predikende het Evangelie des Koninkrijks...
Wanneer de Joden in Jezus' dagen over het Koninkrijk der hemelen spraken, bedoelden zij daarmee het door hen vurig verwachte ingrijpen van God, om Zijn volk te herstellen en uit de macht van de vijanden te bevrijden. Vóór het koninkrijk werkelijkheid wordt, zal de Messias komen om de weg ervoor te banen. Deze verwachting ging terug op wat in het Oude Testament over het herstel van de troon van David was verkondigd (vgl. Ps. 110, Ps. 132). Tevens klinkt erin mee dat God als Koning over de gehele aarde zal regeren en de volken in alle rechtmatigheid zal richten (Ps. 96:10,13).
Als Johannes de Doper en later de Heere Jezus Zelf de nabijheid van het Koninkrijk prediken, betekent dat: de langverwachte heilstijd gaat nú komen. Bij Johannes de Doper overheerst de aankondiging van het goddelijk gericht: de bijl ligt reeds aan de wortel van de boom. Tevens wijst hij op de Komende, Die na hem komt en Wiens wegbereider hij is. Vóór Zijn komst moet men zich bekeren, zich laten dopen tot afwassing der zonden, om aan de toorn Gods te ontkomen. Jezus' prediking sluit aan bij wat Johannes sprak. Toch zijn er ook verschillen aan te geven.
Het voornaamste verschil is dat de Heere J.ezus zegt dat met en in Hem het Koninkrijk al gekomen is (zie bijv. Matth. 12:28). Dat het Koninkrijk der hemelen gekomen is, is te zien in de Persoon en het werk van Christus. Als Johannes de vraag laat stellen of de Heere Jezus Degene is Die komen zou, dan wordt door Hem gewezen op de wonderen die Hij doet en op het feit dat aan armen het Evangelie wordt verkondigd. Daarom: wie aan de Heere Jezus toebehoort, behoort ook tot het Koninkrijk der hemelen (vgl. Matth. 7:23).
In de Heere Jezus is het Koninkrijk der hemelen gekomen.
Het Koninkrijk is er, maar moet tegelijkertijd ook nog komen.
De satan heeft nog macht, al is zijn kop vermorzeld. De Heere Jezus regeerde tijdens Zijn omwandeling op aarde nog niet als Rechter van het heelal; maar Hij kwam, als de Koning Wiens Rijk niet van deze aarde is, aan het kruis. Maar op het kruis volgde Zijn opstanding. En straks zal Hij op de wolken des hemels wederkomen om te oordelen de levenden en de doden. Daarna zal het Koninkrijk Gods definitief én volledig gestalte krijgen. Daarin zal God alles zijn en in allen.
Direkt na de aankondiging van het Koninkrijk der hemelen wordt in de hoofdstukken 5 t/m 7, dus in de Bergrede, een uitvoerig verslag van Jezus' prediking gegeven. Het is begrijpelijk dat deze eveneens in het teken staat van de prediking van het Koninkrijk der hemelen.
Het is een evangelie (= goede boodschap) dat dit Koninkrijk aanstaande is. De prediking van dit Rijk houdt ook een oproep tot bekering in, juist met het oog op de komst ervan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983
Mivo +16 | 36 Pagina's
