JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

5. Voor- en tegenstanders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

5. Voor- en tegenstanders

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vóór we zelf tot een standpunt trachten te komen, is het goed de belangrijkste gedachten en motieven van zowel voor- als tegenstanders te laten horen. 

Hier baseren we ons vooral op de indeling zoals F.J. Mink die geeft in zijn artikel "Kernenergiedebat vraagt discipline" en (als Ir. Erik Mink) in zijn boekje "Kernenergie in opspraak".

De voorstanders laten zich als volgt indelen:

1. Zij die menen dat wetenschap en techniek ons verder brengen in het beheersen van de natuur. Kernenergie is een gegeven, dat we dankbaar hebben te benutten. Uiteraard zijn er (nog) wel problemen, maar deze moeten en kunnen met behulp van een nóg betere techniek worden opgelost. Het motief is technokratisch of positivistisch.

2. Zij die menen dat economische groei een voorwaarde is voor het instandhouden van een hoog welvaartsniveau. Om dit te kunnen, hebben we kernenergie beslist nodig; kernenergie is economisch gezien onvermijdelijk. Het motief is economisch en daarbij gekoppeld aan het idee der vooruitgang. 

Een kenmerkend citaat geeft Ir. Mink in zijn artikel "Kernenergiedebat vraagt discipline" van de Amerikaanse hoogleraar R. Nisbet: "Vooruitgang was Amerika's religie gedurende de 19e eeuw, en bleef dit tot het einde van W.0.2. De uitgangspunten van de vooruitgangsidee zijn: Geloof in de waarde van economische groei en welvaart; vertrouwen in de kracht der rede, met name zoals die manifest wordt in kunsten en wetenschappen; aanvaarden dat materiële vooruitgang één der blijken is van intellectuele en redelijke vooruitgang". 

3. Er is tenslotte een groep van ingenieurs, natuurwetenschappers en politici, die het belang van kernenergie als energiebron erkennen, zonder de gevaren te ontkennen. De kerntechniek wordt door hen niet vanuit een filosofisch of religieus standpunt beoordeeld, maar door voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen. Hierdoor wordt de feitelijke ontwikkeling van alles wat zich om kernenergie afspeelt, als maatstaf aanvaard. Het motief is pragmatisch.

De tegenstanders zijn terug te brengen tot de volgende groepen:

1. Orthodoxe marxisten, die weliswaar niet tegen kernenergie op zichzelf zijn, maar tegen kernenergie ten dienste van een kapitalistische maatschappij.

Schuurman vindt dat de marxistische maatschappijvisie juist sterk technocratisch van karakter is (zie blz. 11, 12 en 69 van "Techniek: middel of moloch?")

Dat klopt ook wel, want de Russische regering heeft b.v. een uitgebreid kernenergieprogramma. Kernenergie in dienst van een communistisch systeem kan de voortgang van het socialisme bevorderen! In het denken van Marx was de natuur voor de mens van weinig betekenis...

2. Neo-marxistische revolutionairen verzetten zich tegen kernenergie, omdat die zich teveel onttrekt aan democratische controle. Hun staat immers een maatschappij voor ogen, waarin het volk echt mee beslist.

De huidige westerse samenleving wordt volgens hen veel te veel beheerst door de machten van het militair-industriële complex. Ook belemmert kernenergie een rechtvaardige verdeling van de welvaart, omdat ze slechts in technisch hoogontwikkelde landen kan worden ontwikkeld.

3. Pacifisten kanten zich absoluut tegen kernwapens en wijzen daarom elke mogelijkheid af waardoor uitbreiding van deze wapens eventueel zou kunnen plaatsvinden.

4. De vierde groep van tegenstanders kan onder de naam transcendentalisten worden samengevat. Zij zien in wetenschap en techniek autonome machten, die de mens in zijn vrijheid ernstig bedreigen. Kernenergie is van deze macht wel een heel duidelijk symbool. Zij vrezen dat door deze macht de maatschappij een politiestaat zal worden, waar het met de vrijheid is gedaan. De grootschalige technologie zal de mens geheel buitenspel zetten; daarom moet ze worden teruggedrongen.

Opmerking: Men leze ook blz. 70 e.v. van "Techniek: middel of Moloch?" om een heldere visie op deze transcendentalisten te krijgen.

Schuurman, die door ons zeker als één der meest gezaghebbenden op dit punt mag worden aangerekend, vindt dat de transcendentalisten te kort schieten om een zinvol perspectief te bieden. Toch zijn Schuurmans beschouwingen bepaald niet los te denken van een transcendentalistische visie. Het is heel belangwekkend wat hij schrijft.

In "Het demonische in de moderne techniek" benadrukt hij vooral de demonische aspecten in de huidige technische samenleving. Hij schreef dit artikel n.a.v. de kernenergieproblematiek, waarbij hij het demonische met name hierin ziet, dat de gevolgen nauwelijks meer te overzien zijn. Hij noemt in dit verband vooral de radioactieve afvalstoffen. Gaat de verantwoordelijkheid om eeuwenlang gevaarlijke afvalstoffen veilig op te bergen, de menselijke maat niet te boven? Is de aanwezigheid van dergelijke afvalstoffen te rijmen met een technische ontwikkeling, die aan (bijbelse) normen is gebonden? Kunnen we nog wel spreken van een goede techniek als de afvalstoffen voor lange tijd levensgevaarlijk blijven? 

Om niet meer te noemen wordt nog verwezen naar zijn artikel "Babelkultuur en toekomst", waarin hij het technicisme als drijvende kracht in de laatste eeuwen ziet. Hij ziet daardoor techniek niet alleen als toepassing van de wetenschap, maar komt tot de uitspraak dat de ontwikkeling van de wetenschap reeds beheerst wordt door de geest van de techniek! Dit motief is in onze tijd allesbeheersend en wereldomvattend geworden.

De ontwikkeling gaat zich echter steeds duidelijker aftekenen. Door het louter technicistisch beheer van de aarde nemen de ontsporingen en ontwrichtingen ook in de natuur, het milieu, op ernstige wijze toe. De mens lijkt meer en meer slaaf te worden van zijn eigen produkten. Ook hier geldt het: wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. 

De afgodendienst, welke de moderne mens bedrijft, richt het leven ten gronde. De verwoesting van het milieu is het spiegelbeeld van de egoïstische, materialistische, westerse mens. Zo kan Schuurman de energiecrisis een keerzijde van de geestelijke crisis noemen, waarin we ons bevinden. Dat Schuurman echter niet volledig als transcendentalist en dus als tegenstander is te typeren, zal hieronder nog blijken. 

5. De laatste groep tegenstanders wordt gevormd door het uiterst gemengde gezelschap van milieu-beschermers, ecologisten, etc., die in de techniek voornamelijk een bedreiging van de natuur zien. Zij pleiten voor "techniek op menselijke schaal" passend bij een leven van soberheid en harmonie. Voor zover de techniek een rol speelt, moet ze bescheiden zijn en gedecentraliseerd. De vooruitgangsidee is geheel losgelaten. Kernenergie is evenals bij de transcendentalisten een symbool van verkeerde techniek. 

Om meer zicht op dit standpunt te krijgen, leze men bijvoorbeeld één of meer boekjes van Hans Bouma, b.v. "Hoe menselijker, hoe beter", waarin hij "op zoek naar een nieuwe levensstijl" is. Hierin is ook een hoofdstukje opgenomen "Ethiek en kernenergie". 

Voor een evenwichtiger beschouwing leze men ook "Het denken van de tegenkultuur", blz. 71-75 in "Techniek: middel of moloch?" van Schuurman. Hij verwijt de ecologisten een gebrek aan cultuurroeping en een grote mate van naïviteit. Zij bieden niet veel meer dan een gevoelsmatige reactie op een vertechniseerde cultuur. Als de geest van de tegencultuur ook in de wetenschap overheersend zou worden, komt de benauwende vraag op of dan niet het gevaar van inéénstorting van die cultuur dreigt. 

Op zichzelf zou dat niet erg zijn, maar zullen de gevolgen daarvan niet nóg ernstiger zijn dan de gevaren die men nu terecht opmerkt? De vraag dringt zich op: is er nog wel een terug mogelijk?

 

Samenvatting 

Tussen de diverse groepen voor- en tegenstanders zijn genoeg onderlinge verschillen. Toch kunnen we, aldus Mink ("Kernenergie in opspraak", blz. 14, 15) een soort gemeenschappelijke noemer onderscheiden. Bij de tegenstanders overheerst de idee dat het kwaad zit in de techniek of de maatschappelijke structuur als zodanig.

De mens wordt bedreigd in zijn vrijheid of rechten en de natuur wordt het slachtoffer.

Bij de voorstanders vinden we de gedachte dat de mens zijn macht over de werkelijkheid voortdurend moet uitbreiden ten eigen bate in dienst van de vooruitgang. Zo ziet Mink twee grondideeën tegenover elkaar staan: vrijheid en beheersingsmacht. Deze twee ideeën zijn moeilijk met elkaar te verenigen, omdat ze uit verschillende ideologieën voortvloeien.

Het christelijke standpunt zal boven deze tegenstelling moeten uitgrijpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Mivo +16 | 60 Pagina's

5. Voor- en tegenstanders

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Mivo +16 | 60 Pagina's