Jefta, een geloofsheld
Moet ik altijd over me heen laten lopen?
Daar zit Peter. Het is donker geworden. De lamp heeft hij niet aangedaan. Als een soort uiting van zijn kwaadheid. 'Ik ga niet meer naar die school', mokt hij. 'Niet meer in de trein bij al die treiterende jongens. Wat zullen ze voor morgen weer verzonnen hebben?' Hij haat ze! Dan weer pakken ze spullen uit zijn tas en gooien die naar buiten. Dan is hij z'n treinkaart kwijt. Als dat nou een reformatorische school moet zijn...
De volgende morgen zorgt Peter dat hij te laat is voor de trein. De andere jongens ziet hij dus niet. Hij gaat niet naar school maar zwerft door de stad. Een trein later dan de andere jongens gaat hij weer naar huis. De volgende dag gaat het net zo. De derde dag blijft hij thuis. Hij voelt zich niet lekker. Moeder doet tot zijn verbazing niet moeilijk. Integendeel, ze is bezorgd merkt hij. Dat doet hem wel goed, maar eigenlijk vertrouwt hij het niet. Hij weet dat zijn moeder contact heeft met zijn mentor. Er zal best over hem gepraat worden in de klas. Daar kent hij zijn mentor goed genoeg voor. Maar wat helpt het? Na een paar dagen beginnen ze toch weer... Dan wordt er 's avonds aangebeld. Drie jongens uit zijn klas staan op de stoep. Of ze Peter even mogen spreken... Hij weet wat ze komen doen. Hun excuses...
Wat zou jij doen?
Je herkent vast wel de situatie van Peter. Wat zou jij doen? Zou je hen nu eens duidelijk vertellen wat voor mispunten ze zijn... Hen de huid volschelden? Nu durven ze toch niets terug te doen. Ik laat niet meer over me heen lopen! Zou je het met hen op een akkoordje gooien: goed ik wil jullie excuses aanvaarden, maar als je weer begint, ga ik gelijk naar de mentor toe... Zou je hun verontschuldiging aanvaarden en denken: zo nu heb ik ze toch eens goed laten merken dat ik niet alles over m'n kant laat gaan... Of zou je zeggen: O.K., laten we er maar niet meer over praten. Ik had het ook anders moeten doen. Laten we opnieuw beginnen. En als je dan na een paar dagen nergens je jas kunt vinden... Je weet zeker dat je hem goed hebt opgehangen...
Hoeveel keer vergeven?
In de tijd van de Heere Jezus vonden de farizeeërs dat het voldoende was als je drie maal per dag iemand iets vergaf. Toen de Heere Jezus eens met Zijn discipelen over vergeven sprak, vroeg Petrus of zeven keer vergeven voldoende was. Dat was meer dan de farizeeërs verlangden. Maar het antwoord van de Heere Jezus is: niet zeven maal, maar zeventig maal zeven maal. Met andere woorden: aan vergeven komt geen eind. Vergeven, telkens opnieuw. Ook als iemand beloofd heeft je met rust te laten. En hij begint toch weer... Ook als iemand je het grootste onrecht heeft aangedaan. Wie kan dat?
Hij wist wat vergeving is
Als Jakob gestorven is, vrezen de broers van Jozef het ergste. Ze denken dat hij zich ingehouden heeft zolang zijn vader nog leefde. Maar nu die er niet meer is, zal Jozef zijn kans grijpen en het gedane onrecht wreken. Hij heeft daar recht toe. Jozef moet hen wel haten. Daarom vragen ze nederig om vergeving. Ze krijgen een verrassend antwoord.
'Ben ik in de plaats van God? Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft het ten goede gedacht.'
Jozef weet door genade wat vergeving is.
Vergeven is moeilijk
Iemand vergeven die oprecht zijn excuses aanbiedt, is nog niet zo moeilijk. Maar iemand vergeven die je voor de derde keer een hak gezet heeft, wordt al moeilijker... En iemand vergeven van wie je overtuigd bent dat hij morgen weer de fout in gaat? Iemand vergeven die je onherstelbaar onrecht aangedaan heeft... Iemand vergeven die daar niet om vraagt, kan natuurlijk niet. Maar toch moet je houding dan een houding van vergevingsgezindheid zijn. Ook bij het grootste onrecht. En die houding moet ook in de praktijk blijken, bijvoorbeeld in de manier waarop je over hem of haar praat. Is dat geen onmogelijke eis?
Wees toornig
Maar moet ik dan alles zo maar over mijn kant laten gaan? Boosheid kan terecht zijn. Boosheid is een emotie die door de Heere geschapen is. Ook de Heere Jezus was boos toen Hij de geldwisselaars uit de tempel uitdreef. Paulus zegt: wees toornig, maar zondig niet. Dat lijkt een innerlijke tegenstrijdigheid. Maar hij bedoelt dat je boos mag zijn over verkeerde dingen, maar niet op mensen.
Innerlijke haat
Het is dus niet verkeerd om je boosheid over iets verkeerds te laten merken. Maar dan wel op de juiste wijze. Soms gebeurt het dat mensen hun boosheid niet uiten. Bijvoorbeeld omdat ze te bang zijn voor de ander. Omdat ze geen ruzie willen. Of omdat ze weten dat ze zich dan niet kunnen beheersen. Maar dan blijven ze wel met die boosheid zitten. Je haat iemand, maar je laat het niet merken. Dat is niet goed en kan ingrijpende gevolgen hebben. Je kunt bijvoorbeeld ineens over andere dingen in drift losbarsten. Je kunt ook psychisch in de put raken. Je kunt er zelfs overspannen van worden.
't Zit niet in ons bloed
Nee, vergeven zit ons niet in het bloed. Hoewel het gelukkig door Gods algemene genade mogelijk is dat we als mensen onder elkaar dingen kunnen vergeven. Anders zou een samenleving onmogelijk zijn. Maar een oprechte houding van werkelijke vergevingsgezindheid. Wie heeft die? Toch kan het anders worden. In de wedergeboorte wordt iemand door de Heilige Geest vernieuwd. Er wordt een nieuwe mens geboren. Maar dat betekent niet dat iemand die wedergeboren is altijd maar kan vergeven. De houding van Jozef en Stefanus konden zij alleen door genade hebben. Een kind van God is wel een nieuwe mens, maar de oude mens is er ook nog. Iedere dag opnieuw heeft zo iemand te strijden tegen de oude mens. Maar daarin zit juist ook het verschil. Een kind van God kan zondigen, maar daar zal het niet bij blijven. Hij zal daartegen strijden. Hij bidt dagelijks om te leven zoals de Heere het wil. Hij krijgt berouw over het verkeerde dat hij deed en vraagt vergeving. Dat noemen we de dagelijkse bekering.
Hij wilde de minste zijn
De Heere Jezus heeft getoond wat vergeven is. Aan het kruis riep hij: 'Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen.' Hij wilde de minste zijn. Als een onschuldig lam werd Hij ter slachting geleid en Hij deed Zijn mond niet open. Daardoor heeft Hij de schuld van zondaren betaald. Daardoor is voor ons vergeving mogelijk. Daarom wil de Heere op je gebed ook jou vergeven.
Op de Heere Jezus lijken
Wie door genade vergeving gekregen heeft, zal daarvoor dankbaar willen zijn. Die zal God en zijn naaste willen liefhebben. Die zal haat uit zijn leven willen wegbannen. Die zal op de Heere Jezus willen lijken en ootmoedig bidden: 'O Zoon maak ons Uw beeld gelijk.' Geef dat ik op U mag lijken ook als het gaat om het vergeven van mensen die mij iets misdeden.
Bewerking van een gelijknamig artikel in 'Mag je alle vragen stellen?'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995
Mivo +12 | 28 Pagina's
