Het verbond met Abraham
Genesis 15
Vers 1: gezicht: bijzondere openbaring van God.
Vers 3: zoon van mijn huis: Eliëzer, een knecht uit Damaskus, niet eens een vrij man.
Vers 9: driejarige dieren werden als volwassen gezien.
Vers 10: ook voorschrift voor de latere offerdiensten.
Vers 13: Egypte wordt niet met name genoemd om haat te vermijden,
Vers 17: een rookzuil in de vorm van een cilindervormige oven met uit de opening een vlam als een fakkel.
Genesis 17
Vers 5: Abram = hoge, grote vader. Abraham = vader van menigte der volken.
Vers 6: koningen: David en anderen, maar vooral Jezus, zie Matth. 1: 16.
Vers 15: Saraï = heldin, vorstin. Sara(h) = vorstin der volken,
Vers 19: Izak: men lacht (van verwondering en geloof),
Vers 20: zie Gen. 25: 12-18.
Vers 23: Abraham had goed, natuurlijk gezag in huis want zelfs de slaven waren inschikkelijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1990
Mivo +12 | 24 Pagina's
