De roeping van Jeremia

Blz. 3: "Ik kan niet spreken want ik ben jong"

Dat is voor ons een bezwaar, en wij kunnen nog talloze andere bezwaren opnoemen. Wie op zichzelf ziet zal altijd bezwaren blijven houden. Maar wie omhoog kijkt en zijn kracht en hulp van de Heere verwacht, mag het Woord van God spreken zonder zich zorgen te maken welke uitwerking dat Woord zal hebben. De Heere zal Zelf zorgen dat Zijn Woord vrucht draagt. Dan zal ook geen mens kunnen roemen op eigen kracht of welsprekendheid, maar de Heere alleen zal alle eer toekomen.

Blz. 4: Waarom nu geen visioenen meer?

De gelovigen in het O.T. en in de begintijd van het N.T. bezaten alleen de boeken van Mozes en enkele profetische boeken. Nadat de canon van de Heilige Schrift is samengesteld spreekt de Heere alleen nog door Zijn Woord: de Bijbel.

Blz. 5: Wat horen wij liever?

Wij horen -tenzij de Heilige Geest ons ontdekt aan onze zondige staat buiten God- ook liever een geruststellende prediking. Wij zijn geneigd te denken dat het met ons wel goed komt, of dat de Heere het niet zo nauw neemt.

Blz. 5: Het evangelie is niet náár de mens.

Een mens van nature hoort liever niet over zonde en genade spreken. Onze hoogmoedige aard verzet zich tegen het oordeel dat God ver ons leven uitspreekt. Onze vijandschap komt openbaar als we horen dat wij zelf niets aan onze zaligheid kunnen toebrengen. Het evangelie is wel vóór de mens. Dat wil zeggen: het is precies de juiste boodschap voor arme verloren zondaren; het wijst de weg ter ontkoming.

Blz. 6: Moet er ook in ons leven iets afgebroken worden?

Ja, het "rijk van de satan" moet afgebroken worden opdat Gods Koninkrijk gebouwd worde. "Uw Koninkrijk koom' toch o Heer. Ai, werp de troon des satans neer."

Blz. 6: Verschil?

De Heere maakt geen onderscheid tussen grote en kleine zonden. Onverschilligheid t.o.v. Gods Woord is misschien nog wel erger dan openlijke vijandschap, maar het is beide een verwerpen ervan.

Blz. 7: Onheilsprofeet?

In Jer. 1: 10 wordt vier maal over "breken" gesproken, en twee maal over "bouwen". Jeremia's prediking heeft dan ook het komende oordeel meer als inhoud dan de verlossing. Maar Jeremia is daarom nog geen ongeluksprofeet . Het volk zelf haalt door zijn onbekeerlijkheid het oordeel over zich.

Blz. 8: Oplossing puzzel

1. Pilaar

2. Jeremia

3. Joël

4. Zefanja

5. Maleachi

6. Ezechiël

7. Nathan

Blz. 9: Vervolging

De één heeft meer last van spot en haat dan de ander. Dat hangt ook af van de omgeving waarin je woont of werkt, of op welke school je gaat. Het kan echter ook zijn dat je geen last hebt van zulke "vervolging" omdat je je in niets onderscheidt van de wereld! Dan is het een slecht teken.

Blz. 10: Gods vinger schrijft de geschiedenis.

Geen machtige koningen of presidenten van grote staten hebben het lot van de wereld in handen, maar de Heere regeert (Jer. 1: 10)

Blz. 10: Profetie over Babel (Jer. 51: 7 t/m 9).

Babel zal als instrument in Gods hand de rechtvaardige oordelen over Juda en andere volken brengen. Maar Babel is zelf ook niet onschuldig, daarom zal Babel ook verwoest worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen