JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Ik ben met u, alle dagen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben met u, alle dagen

Actieschets

30 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelling


Lezen:
Mattheüs 28 : 16-20,
Handelingen 1 : 4-11

Zingen:
Psalm 24 : 5
Psalm 47 : 1, 3 en 4
Psalm 68 : 9, 10
Psalm 72 : 10, 11
Psalm 89 : 7, 8
Psalm 100 : 1, 2, 3 en 4
Gebed des Heeren : 3 en 9
Avondzang : 1, 4 en 6

Kerntekst: Mattheüs 28 : 20 En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.


In één van de huizen van de grote stad Jeruzalem zitten elf mannen bij elkaar. Ze praten en wachten. Dat hebben ze de afgelopen dagen steeds gedaan. Deze elf mannen horen bij elkaar, maar ze zijn niet compleet. Er hoort nog Iemand bij: de Heere Jezus. Op Hem wachten zij.
De elf discipelen van de Heere Jezus praten met elkaar over alles wat er is gebeurd in de afgelopen tijd. Drie jaar lang hebben ze met hun Meester het land door getrokken. Ze waren de hele dag bij Hem. Ze volgden Hem overal. Ze spraken met Hem en zagen de wonderen en tekenen die Hij deed. Judas had hun Meester verraden aan de overpriesters en Schriftgeleerden. De Heere Jezus was gevangen genomen, gekruisigd, gestorven en begraven. Na drie dagen is Hij opgestaan uit de dood. Nu is Hij niet meer bij hen, zoals vroeger. Toch is Hij verschillende keren aan hen verschenen. Plotseling was Hij dan bij hen. Wat was het goed als Hij met hen sprak. Een grote blijdschap vervulde dan hun hart. Wat houden de discipelen veel van hun Meester! Ze zien iedere dag naar Hem uit. Ook vandaag weer.
Hun wachten is niet tevergeefs. Ook nu komt de Heere Zijn discipelen opzoeken. Maar, deze keer zal het de laatste keer zijn.
De Heere Jezus kent Zijn discipelen. Hij heeft hen lief. Hij weet dat Hij hen zal gaan verlaten. "Jullie moeten hier in Jeruzalem blijven," zegt de Heere, "totdat gebeuren zal wat Ik jullie heb beloofd. Jullie hebben gezien dat Johannes de Doper de mensen doopte in de Jordaan, met water. Maar jullie zullen gedoopt worden met de Heilige Geest." De Heere Jezus bedoelt: iedereen zal kunnen zien dat de Heilige Geest komt. De mensen zullen het ook merken aan de discipelen, dat zij de Heilige Geest hebben ontvangen. Hij zal hen vrijmoedig maken om de mensen over de Heere Jezus te vertellen. Hij zal hen ook leren hoe ze dat moeten doen.
De discipelen begrijpen dat de Heere Jezus niet lang meer bij hen zal zijn. Hij gaat hen verlaten. "Maar," zeggen ze, "wanneer zult U dan het Koninkrijk oprichten aan Israël?" Dat had hun Meester toch gezegd? Zo vaak heeft Hij gesproken over het Koninkrijk van God. Hij heeft dat Koninkrijk vergeleken met een mosterdzaadje, een piepklein zaadje dat uitgroeit tot een heel grote boom. Hij heeft het Koninkrijk vergeleken met zuurdeeg. Een heel klein stukje zuurdeeg dat je in een klomp deeg stopt, laat het deeg rijzen. Eerst is het onzichtbaar, maar later zie je dat het zijn werk doet!
De discipelen hebben intussen wel begrepen dat de Heere Jezus geen aardse koning is. In plaats van in Jeruzalem op de troon te gaan zitten, is Hij gekruisigd, gestorven en opgestaan. Maar Hij heeft zoveel over Zijn Koninkrijk verteld! Hoe gaat Hij dat dan oprichten en wanneer zal dat komen? Afwachtend kijken ze hun Meester aan. De Heere geeft geen direct antwoord op hun vraag. Hij zegt: "Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft." Dat hoeven jullie niet te weten, discipelen. Mijn Vader in de hemel, Die weet het. Dat is genoeg.
Het is net als met dat mosterdzaadje. Het werd diep in de grond gestopt. Niemand zag het, maar het was er al wel. Een mosterdzaadje groeit heel langzaam. Maar uiteindelijk wordt het een enorme boom, waarin de vogels hun nest bouwen en die zijn schaduw geeft op de grond. De Heere Jezus wil zeggen: Mijn Koninkrijk is er al. Het is in jullie hart. Onzichtbaar voor de mensen, zoals dat mosterdzaad. Maar het zal groeien. Het zaad van het Woord zal in veel harten worden gestrooid. Niet alleen in de harten van Joodse mensen, maar ook in de harten van mensen die nu nog nooit van de Heere Jezus hebben gehoord. En Wie zal ervoor zorgen dat het Zaad gaat ontkiemen en gaat groeien? Dat doet de Heilige Geest. Daarom zegt de Heere: Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde." De discipelen mogen het Woord van de Heere Jezus overal gaan vertellen. Eerst in Jeruzalem. Dat is de stad waar de mensen de Heere Jezus hebben verworpen. Waar ze hebben geroepen: "Weg met Deze! Kruist Hem." In die stad moeten de discipelen straks het eerst gaan preken dat zondige mensen bekeerd kunnen worden. Alleen omdat de Heere Jezus wilde lijden en sterven. Daarna zal dat Woord over de hele wereld worden gebracht. Eens zal iedereen zien hoe groot het Koninkrijk van Christus is geworden. Dat zal gebeuren op de laatste dag.

De Heere Jezus is intussen met de discipelen naar buiten gelopen. Ze gaan door de straten van Jeruzalem, door de poort naar buiten. Hoe vaak hebben ze dat niet gedaan met elkaar? Ze lopen door een dal en gaan dan de Olijfberg op. Op de helling van deze berg ligt de hof Gethsémané. Wat hebben ze daar benauwde uren doorgebracht! Wat heeft hun Meester daar geleden! Nu ligt dat allemaal achter hen.
Ze lopen verder naar de top van de berg. De Heere spreekt met Zijn discipelen over de dingen die zullen gebeuren. De discipelen moeten weer denken aan wat hun Meester pas tegen hen heeft gezegd. Toen hebben ze Hem ook ontmoet, op een andere berg. Daar heeft de Heere Jezus hen bemoedigd. Hij zei: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde." Hij weet wat Zijn discipelen te wachten staat. Lijden, verdrukking en vervolging zal hun deel zijn. Verschillende discipelen zullen een vreselijke dood sterven. Daarin zullen ze hun Meester navolgen. Maar Hij laat hen niet alleen! Hij heeft alle macht. Hij zal Zelf hun werk zegenen, door alle verdrukking heen. Ze mogen op Hem vertrouwen. "Gaat dan henen," heeft de Heere Jezus gezegd, "onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld."

De Heere Jezus laat Zijn discipelen achter met een opdracht. Hij gaat naar de hemel. Aan Zijn prediking is een einde gekomen. Maar de discipelen gaan daarmee verder! Zij mogen de mensen gaan leren wat zij zelf van de Heere hebben geleerd.
De discipelen staan aandachtig naar de Heere Jezus te luisteren. Als de Heere Jezus uitgesproken is, heft Hij Zijn handen op. Hij zegent Zijn discipelen. En terwijl de Heere Jezus dat doet, komen Zijn voeten los van de aarde. De discipelen kijken in stille verwondering toe. Hun Meester, Die altijd bij hen was, gaat hen verlaten. Zijn lichaam stijgt op naar de hemel, terwijl Hij Zijn handen zegenend over de discipelen uitbreidt. De discipelen kijken Hem na. Er is een diep verlangen in hun hart. Wat zouden ze graag bij hun Meester willen zijn. Eens zal dat ook gebeuren. Heeft de Heere het niet Zelf gezegd: "Ik ga heen om u plaats te bereiden"? Ze blijven Hem nakijken, totdat er een wolk tussen hen en de Heere Jezus komt.
De discipelen kunnen de Heere Jezus niet meer zien. Hij is de hemel binnen gegaan. Wat zal er een blijdschap zijn geweest bij de engelen! Hij, Die als klein Kindje op de aarde is gekomen, komt als Overwinnaar terug in de hemel. Hij heeft de duivel overwonnen. Hij heeft de schuld van Zijn kinderen gedragen. Hij opent de poorten van de hemel weer voor verloren mensen.
Weet je hoe de hemelvaartsdag wel wordt genoemd? De kroningsdag van de Heere Jezus. Hij zit nu aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij is de Koning van de Kerk.
Terwijl de discipelen nog omhoog kijken naar de hemel, klinkt er opeens naast hen een stem. "Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren."
De discipelen zien twee mannen bij hen staan. Ze hebben blinkend witte kleding aan. Het zijn geen gewone mannen, het zijn engelen uit de hemel. De Heere Jezus is Zijn discipelen niet vergeten, nu Hij in de hemel is. Hij stuurt deze twee engelen naar hen toe. Ze komen de discipelen bemoedigen. Hun Meester is naar de hemel gegaan, maar eenmaal komt Hij terug. Op dezelfde manier als waarop de discipelen Hem naar de hemel zagen gaan. Dat zal zijn op de laatste dag. Dan zal iedereen Hem zien!

Nu is de Heere Jezus nog steeds in de hemel. Hij zit aan de rechterhand van Zijn Vader. Van daar regeert Hij Zijn Kerk. Hij is de Koning van de Kerk. Daarom hoeven Zijn kinderen niet bang te zijn voor de toekomst. Heel vaak heeft de duivel geprobeerd om de Kerk te verwoesten. Nog altijd valt hij de Kerk aan. Er zijn mensen gevangen genomen en gedood. Anderen zijn gestenigd of voor de leeuwen geworpen. Er zijn mensen op de brandstapel ter dood gebracht. Ook vandaag nog worden er mensen gevangen en gedood om hun geloof In de Heere Jezus.
Er is nog een andere manier waarop de duivel de Kerk aanvalt. Hij probeert ervoor te zorgen dat de mensen ruzie maken in de kerk. Of hij verleidt ze tot erge zonden, zodat iedereen er over praat. Zo probeert hij de kerk kapot te maken. Wat erg is het, als het ook nog lijkt te lukken.
Zal dat lukken? Nee! De Heere Jezus heeft immers gezegd: "Ik ben met u." Ook als de duivel de kerk wil verleiden tot de zonde. Ook als mensen worden vervolgd en gevangen genomen worden omdat ze de Heere dienen. De Heere Jezus heeft alle macht! Dat betekent niet dat Gods kinderen geen verdriet en zorgen zullen hebben.
Maar wel dat juist dan de Heere hen nabij wil zijn. Luister maar wat Hij Zelf zegt: "Een dienstknecht is niet meer dan zijn heer. Zij hebben Mij vervolgd, zij zullen ook u vervolgen.' Maar Hij zegt ook: "Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen."
Hoor je dat? Al die mensen die gestorven zijn en geloofd hebben in de Heere Jezus, mogen het Koninkrijk der hemelen binnen gaan. Niet omdat ze zelf zo goed zijn. Maar omdat de Heere Jezus hun schuld heeft gedragen. Omdat de Heere Jezus heeft overwonnen, daarom zal de duivel nooit meer Gods Kerk kunnen overwinnen!
Denk nog maar eens aan het mosterdzaad. Het begint zo klein. Het lijkt alsof je het gemakkelijk uit kunt roeien. Maar dat zal niet gebeuren! De Koning van de Kerk zal ervoor zorgen dat het een grote boom wordt.
Eens komt er een dag die de laatste zal zijn. Dan is het Koninkrijk van God volmaakt. Dan zijn al Gods kinderen toegebracht tot Zijn Kerk. Dat zullen mensen uit alle delen van de wereld zijn.
Mensen van vroeger en mensen van nu. Grote en kleine, oude en jonge mensen. Mensen die hier ziek waren en mensen die gezond waren. Dan zullen we zien hoe groot de Kerk van Christus is. Je zult ze niet kunnen tellen!
Wanneer zal die dag zijn? Dat weet niemand. Maar nu laat de Heere het zaad van Zijn Woord nog strooien. Het valt vandaag ook in jouw hart. Wat gebeurt ermee? Valt het op een harde bodem en pikken de vogels het straks weg? Of valt het in de aarde en draagt het vrucht?
Misschien zeg je wel: ik kan mezelf niet bekeren. Maar er is Iemand Die het wel kan. De Heilige Geest, Die aan de discipelen is gegeven, kan het Woord ook aan jouw hart zegenen. De Heere Jezus zegt "Al heb je maar een geloof als een mosterdzaadje..." Dan zal de Koning van de Kerk ervoor zorgen. Het zal groeien en niemand zal het tegen kunnen houden. Dan mag je horen bij de Kerk waarvan de Heere Jezus zei: "En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld." Zou je deze Koning niet willen dienen?

Aantekeningen bij de tekst 

MATTHEÜS 28 : 16-20 
Vers 16  De elf discipelen: zonder Judas. 
Zijn heengegaan naar Galllea: een lange reis vanuit Jeruzalem. 
Naar de berg: de naam van de berg wordt niet genoemd. 
Vers 23  Alle macht: het vermogen en de autoriteit om als het Hoofd der gemeente deze door de hele wereld te vergaderen, regeren en beschermen.

HANDELINGEN 1 : 4-14
Vers 4 De belofte des Vaders: de belofte van de komst van de Heilige Geest.
Vers 5 Met de Heilige Geest gedoopt worden: in de Heilige Geest. Dat zal gebeuren op de pinksterdag.
Vers 6 Zult Gij aan Israël het Koninkrijk weder oprichten?: de discipelen vragen of dit al binnenkort zal zijn. Ze gaan er vanuit dat dit in de eerste plaats voor Israël is. De Heere Jezus corrigeert hen door te zeggen dat ze niet alleen in Jeruzalem van Hem zullen getuigen, maar over de hele aarde.
Vers 7 De tijden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft: de tijden waarop God de Vader zal doen wat Hij heeft beloofd. Hij heeft deze tijden niet aan anderen geopenbaard.
Vers 10 Twee mannen: twee engelen in de gedaante van mannen.
Zal alzo komen: op dezelfde manier als waarop jullie Hem zien heengaan, zichtbaar op de wolken.
Vers 12 Liggende vandaar een sabbatsreis: de afstand die op een sabbatdag afgelegd mocht worden, ongeveer een kilometer. Dat is ongeveer een kwartier lopen.
Vers 13 In de opperzaal: waar ze tijdelijk bijeenkwamen.
Vers 14 Volhardende in het bidden: om de vervulling van de belofte over de komst van de Heilige Geest.

Achtergrondinformatie

DE MACHT VAN CHRISTUS
Deze almacht heeft Christus altijd al gehad, van eeuwigheid. In Zijn omwandeling op aarde verborg Hij deze almacht achter Zijn mensheid. Hoewel Hij in de wonderen en tekenen Zijn almacht liet blijken. Na Zijn opstanding heeft deze almacht geen beperkingen meer. Na Zijn hemelvaart gebruikt Hij Zijn almacht om Zijn Kerk te onderhouden, te beschermen en te bewaren. De Heidelbergse Catechismus zegt hierover: Vr.50. Waarom wordt daarbij gezet: Zittende ter rechterhand Gods? Dewijl Christus daarom ten hemel gevaren is, opdat Hij Zichzelven daar bewijze als het Hoofd Zijner Christelijk Kerk, door Wien de Vader alle ding regeert.
Dit is tot troost en bemoediging, niet alleen van de discipelen maar van al Gods kinderen. Vr.54. Wat gelooft gij van de heilige algemene Christelijk Kerk? Dat de Zone Gods uit het ganse menselijk geslacht Zich een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren, door Zijn Geest en Woord, In enigheid des waren geloofs, van de beginne der wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt; en dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven.

DE OPDRACHT AAN DE DISCIPELEN
De Heere Jezus zegt: "Gaat henen." Het is niet alleen een bevel, maar ook een woord van bemoediging: Gaat henen en vreest niet, heb Ik u niet gezonden? Tot nu toe hebben zij zich gehecht aan de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus. Ze voelden zich ervan afhankelijk, ze vonden daar al hun blijdschap en hoop in. Maar nu gaat Christus hen verlaten en zendt hen uit met een opdracht. Maar Hij blijft bij hen. Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft om ze tot vliegen op te wekken (Deuteronomium 32 : 11), zo wekt Christus Zijn discipelen op om zich te verspreiden over de wereld.
Deze opdracht geldt niet alleen voor de discipelen. Hij geldt voor alle predikers van het Evangelie. Want de Heere Jezus zegt dat Hij alle dagen, tot aan de voleinding der wereld met hen is. Deze belofte geldt ook vandaag en in de toekomst.

HET EVANGELIE VOOR DE VOLKEN
Deze opdracht strekt zich uit tot alle volken. "Gaat dan henen, onderwijst al de volken." De discipelen moeten hen onderwijzen. Niet, zoals Jona, het oordeel aankondigen, maar hen maken tot navolgers, discipelen van Christus. De prediking heeft in de eerste plaats ten doel dat mensen het Evangelie geloven en zich bekeren.
In de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 1 artikel 3 staat: En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, de Gekruisigde. Want hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? (Romeinen 10 : 14, 15).

DE NABIJHEID VAN CHRISTUS BIJ ZIJN KERK
Christus is wel opgevaren naar de hemel, maar Hij regeert vandaar Zijn kerk. Heidelbergse Catechismus vraag 47: Is dan Christus niet bij ons tot aan het einde der wereld, gelijk Hij ons beloofd heeft? Christus is waarachtig mens en waarachtig God. Naar Zijn menselijke natuur is Hij niet meer op aarde; maar naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons.

DE OPDRACHT VAN DE DOOP
De Heere Jezus gebiedt Zijn discipelen om de mensen te dopen. Hij stelt de Heilige Doop hier in als teken en zegel van het nieuwe verbond. Aan al de volken moet eerst het Evangelie worden gepredikt, leder die het Evangelie door het geloof aanneemt, moet worden gedoopt. Deze opdracht geldt in de zendingssituatie waarin de discipelen worden uitgezonden. Omda t de Doop in de plaats van de besnijdenis komt, geldt voor de kinderen van de gemeente dat zij het teken van het verbond, de Doop, moeten ontvangen.

DE DOOP MET DE HEILIGE GEEST
Dit is de wedergeboorte of de geestelijke vernieuwing van de zondaar. In Titus 3 : 5 wordt de Doop het bad der wedergeboorte en van de vernieuwing van de Heilige Geest genoemd. In 1 Korinthe 12 : 13 zegt Paulus: Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt. Christus schenkt al Zijn kinderen in meerdere of mindere mate Zijn Geest. Deze Geest verenigt Gods kinderen met elkaar en met hun Hoofd, Christus. De discipelen ontvingen de Heilige Geest opdat Die hen zou troosten en leiden. Zij hadden de hulp van de Geest nodig bij het verkondigen van het Evangelie. Het is ook de Geest Die hen vrijmoedig maakte om op de Pinksterdag en daarna Gods Woord te verkondigen.

HET KONINKRIJK VAN GOD
Tijdens Zijn omwandeling op aarde heeft Christus regelmatig onderwijs gegeven over de komst van Zijn Koninkrijk. Dit Koninkrijk is geestelijk. Tot aan de wederkomst richt Christus dit Koninkrijk op in de harten van Zijn kinderen. Dat is ook de tijd dat mensen tot dat Koninkrijk worden toegedaan. Bij de wederkomst zal het Koninkrijk volmaakt worden. Wanneer dat is, weet niemand dan God de Vader alleen.

Antwoorden bij het ledenblad

Weet je het nog?
1. De discipelen moeten in Jeruzalem blijven totdat de Heilige Geest komt.
2. De Heere Jezus heeft het Koninkrijk van God vergeleken met een mosterdzaadje en met zuurdeeg.
3. De Heere Jezus gaat met Zijn discipelen naar de Olijfberg.
4. Hij zegt tegen hen: "Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld"
5. Voor Hij opvaart naar de hemel, zegent Hij Zijn discipelen.
6. De Heere stuurt twee engelen om de discipelen te troosten.
7. Hemelvaartsdag wordt wel de kroningsdag van de Heere Jezus genoemd.
8. De Heere Jezus zit aan de rechterhand van Zijn Vader.
9. Hij is de Koning van de Kerk.
10. Daarom is er Toekomst voor de Kerk!

Om over te praten

VRAAG 1
De Heere Jezus vergeleek het Koninkrijk der hemelen ook met zuurdeeg.
a. Weet je wat zuurdeeg is? Waarom moet dat in het deeg worden gedaan?
Zuurdeeg of gist wordt gebruikt om het deeg te laten rijzen. Zonder zuurdeeg lukt dat niet. Het is een stukje deeg dat van de vorige keer overgehouden is en dat is bewaard. Het is een beetje zuur, maar het ziet eruit als gewoon deeg. Als je het in het brooddeeg stopt en het er doorheen kneedt, zie je het niet meer terug. Door het zuurdeeg wordt de rest van het deeg ook een beetje zuur en het gaat rijzen.
Daardoor wordt het brood luchtig. Anders zou het heel plat zijn. Toen het volk Israël uit Egypte wegging, aten ze ongezuurde koeken, dus koeken zonder zuurdeeg.
b. Waarom is het werk van de Heilige Geest in iemands hart eigenlijk net als zuurdeeg? Het werk van de Heilige Geest kun je niet direct zien. Het is verborgen. Je kunt niet in iemands hart kijken. Maar het komt wel openbaar. Zoals het deeg gaat rijzen door het zuurdeeg, zo zie je in iemands leven ook dat de Heilige Geest werkt. Het zuurdeeg trekt door het hele deeg, dat is ook zo met het werk van de Heilige Geest. Dat doortrekt ons hele leven, in alle dingen die we doen, zal het te merken zijn.
c. Kun je het merken als de Heilige Geest werkt in je hart? Hoe dan?
Je kunt dat merken, al is het niet altijd gelijk zichtbaar. Als de Heilige Geest in je hart werkt, ga je de Heere zoeken. Dat doe je door te lezen in de Bijbel, Zijn Woord. Je zoekt de Heere ook in het gebed. Je gaat anders luisteren naar de Bijbel en je krijgt een verlangen om de Heere te dienen. Daarom heb je ook verdriet over het verkeerde dat je doet. Je wilt dat niet meer doen, omdat je daarmee de Heere verdriet doet.

VRAAG 2
In de Heidelbergse Catechismus gaat het ook over de Kerk van Christus. Lees vraag en antwoord 54 eens.
a. Wat betekent het dat de Heere uit het ganse menselijke geslacht Zijn gemeente vergadert?
Dat betekent dat de Heere mensen bekeert uit de hele wereld. Dat deed Hij vroeger, dat doet Hij nu en dat zal Hij ook in de toekomst doen. Het woord 'geslacht' betekent 'familie', nakomelingen. Alle mensen die worden bekeerd, maken deel uit van de Kerk van Christus.
b. Er staat ook dat de Heere Jezus Zijn Kerk beschermt. Hoe kan het dan dat er christenen zijn die om hun geloof worden vervolgd en gemarteld?
De Heere Jezus beschermt Zijn Kerk. Dat betekent dat Hij ervoor zorgt dat de duivel Zijn kinderen niet van Hem af kan trekken. Als je een kind van God bent, zul je dat altijd blijven. De Heere houdt je Zelf vast. Hij zorgt ervoor dat niemand het geloof uit je hart kan wegnemen. Dat betekent niet dat er geen erge dingen met je kunnen gebeuren. Juist Gods kinderen maken vaak heel erge dingen mee. De Heere Jezus heeft gezegd dat dit zal gebeuren. "Neem uw kruis op en volg Mij." Maar ze krijgen van de Heere de kracht om dit te dragen. De Heere zal het kruis of de vervolging juist gebruiken om hun geloof alleen maar sterker te maken. Wij hebben niet op alle vragen een antwoord. Dat mogen we ook eerlijk tegen de kinderen zeggen. Kinderen kunnen heel ingrijpende dingen meemaken. Maar: met al onze vragen en waaroms mogen we naar de Heere gaan. Al begrijpen wij nu sommige dingen niet, de Heere zegt: "Na dezen zult gij het verstaan."
c. Hoe kun jij een lid worden van de Kerk van Christus? Wat moet je daarvoor doen?
Dat kan door bekering en geloof. Dat is iets dat de Heere door genade werkt in het hart. In Zijn Woord roept de Heere ons op tot bekering. Uit onszelf zullen we dat nooit doen. Maar de Heere vraagt het wel! En Hij belooft ook iets: Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal worden opengedaan. Dat is wat wij kunnen en moeten doen!
Er wordt ook wel eens gezegd: wie nat wil worden, moet in de regen gaan staan. Zo is het hier ook. Als je ernaar verlangt om een kind van God te worden, moet je daar zijn waar Gods Woord open gaat. Daar wil de Heere werken!

VRAAG 3
Zoek eens op in je Bijbel Mattheüs 28 : 16-20. Dit gedeelte wordt ook wel de zendingsopdracht genoemd.
a. Tot wie zegt de Heere nu nog: "Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende In de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes?
Dat zegt de Heere tegen zendelingen, predikanten en evangelisten. Zij prediken het Woord van God overal. Zij mogen mensen dopen die in de Heere geloven. In Nederland en in het buitenland. Eigenlijk zegt de Heere dat tegen de hele kerk. Want de kerk zendt mensen uit om het Evangelie te verkondigen.
b. Deze tekst betekent ook iets voor jou: je kunt hiervoor bidden. Wat kun je bidden en wanneer doe je dat?
Je bent zelf nog niet groot genoeg om zendeling te worden, of predikant of evangelist. Misschien verlang je er wel naar. Dan mag je daar zeker om bidden! De Heere heeft in de toekomst ook mensen nodig die Zijn Woord verkondigen! Bid maar veel of de Heere ook in jouw leven wil werken met Zijn Heilige Geest. Dan mag je ook vragen of de Heere je wil roepen tot Zijn dienst.
Bid ook veel voor de zendelingen en evangelisten die zijn uitgegaan. Misschien wel uitje eigen gemeente! En voor de dominee en de ouderlingen in jullie gemeente. Zij brengen bij jullie het Woord van God. Dat kunnen ze niet in eigen kracht. Vraag maar of de Heere hen daarbij helpen wil. En bovenal of Hij Zijn Woord wil zegenen. De Heere wil ook jouw gebed gebruiken tot bekering van mensen.
c. Wat vind je van de volgende uitspraak: Je kunt beter niet bidden of de Heere Jezus snel terug komt, want dan is het voor veel mensen te laat om bekeerd te worden.
Zo lang als er genadetijd is, kunnen er mensen worden bekeerd. Eens is die tijd voorbij. Maar: die dag komt pas als al Gods kinderen zijn toegebracht tot de Kerk van Christus. Niet één van hen zal verloren gaan. Je mag daarom bidden om de komst van Christus. Want dan zal Zijn Koninkrijk volmaakt zijn. Maar: vergeet één ding niet. Bid of jij ook een lid van die Kerk mag worden. Stel dat niet uit! Want de Heere Jezus heeft gezegd: Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.
d. Deze dag komt eenmaal, al weten wij niet wanneer dat zal zijn. Hoe moet jij je voorbereiden op deze dag?
Deze dag zal een heel blijde dag zijn voor de mensen die de Heere vrezen. Zij moeten eigenlijk veel meer uitzien naar deze dag dan dat ze vaak doen.
Maar deze dag is verschrikkelijk voor de mensen die de Heere niet vrezen. Zij moeten er veel banger voor zijn dan dat ze nu vaak zijn! Wij moeten ons allemaal biddend voorbereiden op deze dag. De Heere Jezus zegt Daarom, zljt ook gij bereid. We zijn bereid als we mogen weten dat we een levend lid van de Kerk van Christus zijn.

Uitkomst puzzel:
Toekomst voor de kerk
Daarvoor gaan wij aan 't werk!

Van alles over Ecuador, pag. 8 en 9
1. In de presentatie heb je gehoord over David. Hij woont in een sloppenwijk in Guayaquil, een grote stad in Ecuador.
Weet je nog waar Ecuador ligt?
In Zuid-Amerika.
Zoek op het kaartje de twee steden eens op waar de zending een gemeente heeft gesticht. Het zijn Guayaquil en Portoviejo. Zet daar een rode stip.
2. In Ecuador wonen niet alleen maar arme mensen, maar ook heel rijke mensen! Kijk maar eens naar de foto's hier. Noem eens een verschil dat je ziet?
De huizen en de straten zijn veel armoediger In het arme deel van de stad.
3. Op deze foto zie Je een mooie kerk. Wat is de belangrijkste kerk in Ecuador?
De Roomse kerk
4. Hier zie je een foto van de kerk van de zending in Guayaquil. Je ziet mooie tekeningen en ook een aantal woorden. Weet je welke taal de mensen in Ecuador spreken?
Ze spreken Spaans.
In grote letters staat de naam van de kerk op de muur. Hoe heet de kerk?
El Amparo
Je wilt natuurlijk ook wel weten wat dat betekent. Je meester of juf van de club kan het vertellen, want het staat in de handleiding. Het betekent:
De schuilplaats.

Antwoorden pag. 10-13
Dit zijn vragen om met de kinderen over te praten. Lees samen (bijvoorbeeld in groepjes) de tekst en praat met de kinderen over de vraag die onderaan de pagina staat. Het zijn vragen waar kinderen hun eigen mening over kwijt kunnen. Stuur waar nodig bij door een uitlokkende vraag of ga in op wat ze zeggen. Waarom vinden ze iets? Wat zegt de Bijbel hiervan?

Stellingenspel
Wat weten de kinderen over de actie en de actiedoelen? Test het in een stellingenspel, de spijkerquiz!
Uiteraard kunt u ook een andere werkvorm toepassen als u dat wilt.

Spijkerquiz
NODIG:
- Voor ieder kind een rood en een groen papiertje
- Voor ieder groepje een stevig houten blok en een hamer
- Voor iedere groep één of een paar lange spijkers. Sla de spijker(s) alvast een klein stukje in het blok, zodat ze stevig staan (anders slaan kinderen misschien op hun vingers).

WERKWIJZE:
- Verdeel de kinderen in groepjes (maximaal zes kinderen per groepje)
- Geef alle kinderen een rood en een groen papiertje
- Plaats bij ieder groepje een houten blok met (een) spijker(s) en een hamer
- Lees de eerste stelling op en laat de kinderen direct een rood of groen papiertje opsteken: rood voor fout en groen voor goed.
- Als alle kinderen van het groepje de vraag goed hebben, mogen ze één klap op de spijker geven.
- Het groepje dat het eerst de spijker(s) helemaal in het blok heeft, heeft gewonnen!
N.B. Je kunt er voor kiezen om één spijker erin te laten slaan, of meerdere. Met één spijker is de kans groot dat je tamelijk snel klaar bent met het spel. Met meerdere spijkers gaat het spel langer duren.
Sommige vragen komen niet letterlijk in de vertelling of het ledenblad terug, maar doen een beroep op de algemene kennis van kinderen. Enkele vragen zullen ze moeten raden, deze zijn bedoeld om spelenderwijs wat informatie door te geven.

STELLINGEN
1. De naam van de actie is Aan de slag voor de kerk' (fout)
2. Er zijn drie actiedoelen waar het geld naar toe gaat (goed)
3. Eén van de doelen is de Jeugbond. Het kantoor van de Jeugdbond staat in Rotterdam (fout)
4. De Jeugdbond maakt altijd de Mivo's voor de clubs (goed)
5. De Daniëlclub hoort ook bij de Jeugdbond (goed)
6. In Nederland zijn vijftig kinderclubs van onze kerk (fout)
7. Ecuador is een land in Azië (fout)
8. De oorspronkelijke bewoners van Ecuador zijn indianen (goed)
9. In Ecuador zijn alle mensen arm (fout)
10. Veel kinderen gaan niet naar school omdat hun ouders het niet kunnen betalen (goed)
11. Op school zingen de kinderen iedere morgen het volkslied (goed)
12. De kinderen spreken op school Ecuadoraans (fout)
13. Een sloppenwijk is een wijk waar veel arme huizen staan (goed)
14. De kinderen hebben in Ecuador al om twee uur vrij van school (goed)
15. De kerk in de stad Guayaquil waar de zending werkt, heet 'El Amparo' (goed)
16. De zondagsschool is daar op zaterdagavond (fout)
17. De meeste kinderen komen met hun vader en moeder naar de kerk (fout)
18. De meeste mensen in Ecuador zijn Rooms (goed)
19. De kinderen dragen op de zondagsschool een uniform (goed)
20. Met het geld van de actie kunnen de meesters en jufs van de zondagsschool mooie platen kopen (goed)
21. Eén van de doelen van de actie is de Theologische School (goed)
22. Op die school zitten mannen die straks dominee worden (goed)
23. De Theologische School wordt straks verbouwd, daar is het geld van de actie voor (fout)
24. De actie duurt tot november (fout)
25. Jij kunt alleen maar helpen door geld op te halen (fout)

Actie 'Toekomst voor de kerk'

Waarom een actie voor het jeugdwerk?
In deze actie zal het thema jeugdwerk en kerk centraal staan. Het landelijk jeugdwerk heeft extra steun nodig nadat de subsidie definitief is weggevallen. Willen we het jeugdwerk in de huidige omvang voortzetten is een extra impuls nodig. Tevens herdenken de Gereformeerde Gemeenten in 2007 het 100-jarig bestaan. We willen graag op het 100 jaar Gereformeerde Gemeente-zijn inhaken door aandacht te geven aan het werk van de kerk in Nederland en in de zendingskerken. Daarom is gekozen voor het overkoepelende thema: Toekomst voor de kerk.

De doelen van de actie

Het landelijke jeugdwerk:
- Ondersteuning aangesloten jeugdwerk
Veel jongeren komen met de Jeugdbond in contact door winterconferenties en bondsdagen. Om die relatie in stand te houden, is geld nodig. Ook wil de Jeugdbond werken aan de uitbreiding van het kinderwerk. De noodzaak daarvan wordt meer zichtbaar nu de jeugdproblematiek op steeds jongere leeftijd gaat spelen.
- Diensten en activiteiten
Om beter in te kunnen spelen op de grote vraag naar informatie over jongerenthema's, wil de Jeugdbond een kenniscentrum zijn voor jongerenproblematiek. Om die functie te vervullen moet er worden geïnvesteerd in het toegankelijk maken van alle info.
- Preventie en voorlichting
Jongeren gebruiken massaal moderne media, maar worstelen tegelijk met de problemen die de media met zich meebrengen. De Jeugdbond wil daar graag in meedenken. Zo wordt onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een project 'Jongeren en seksualiteit'.
- Personeel en organisatie
Veel vrijwilligers helpen de Jeugdbond, maar professionele krachten zijn onmisbaar. De personeelskosten vormen een groot deel van de lasten van de Jeugdbond. Steun is dringend gewenst.

De Theologische School
De Theologische School komt in de nabije toekomst voor grote kosten te staan in verband met de huisvesting. Een besluit hierover zal op de Generale Synode worden genomen. In de actie wil de Jeugdbond daar graag een steentje aan bijdragen.

Jeugdwerk in Ecuador
In Ecuador groeit de jonge zendingskerk. De Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) wil graag een lokale coördinator aanstellen voor het jeugd- en het zondagsschoolwerk om de begeleiding en toerusting van de verenigingen en leidinggevenden op zich te nemen. Vanuit Nederland wil de Jeugdbond hier graag aan meewerken.

De actie op de club
Om de kinderen te motiveren voor de actie is het belangrijk dat ze weten waar het om gaat. in de actieschets zijn verschillende onderdelen opgenomen die informatie geven over de actie en de doelen. Hieronder volgt een mogelijkheid voor het invullen van twee avonden:

Eerste avond
- inleiding: bijbelse vertelling 'ik ben met u, alle dagen'
- Presentatie 'David in de sloppenwijk' (aan te vragen bij de Jeugdbond).
- Eventueel de verwerking bij de bijbelse vertelling. Dit kan echter ook op een andere avond worden gedaan.
- Presentatie van het actiemateriaal (bv. euroenvelop: wat kun je ermee doen? Of de knutselkaart) en instructies voor de actie.

Tweede avond
- Vertelling over Ecuador (zie de actiesite voor een verhaal)
- Verwerking over Ecuador m.b.v. het werkboekje.
- Stellingenspel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2007

Mivo -12 | 27 Pagina's

Ik ben met u, alle dagen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 augustus 2007

Mivo -12 | 27 Pagina's