Noach
“Geloof je dat echt?” Met een verbaasd gezicht kijkt Jeffrey naar Anne. “ Geloof jij echt dat je voor een troon komt te staan als je sterft? En dat God dan alles van je weet en je gaat oordelen?”
Anne knikt. “ Ja,” zegt ze, “ want dat staat in de Bijbel.”
“Hoe kun je nu weten of dat waar is. Misschien hebben mensen dat wel verzonnen.”
“Nee, het is niet verzonnen. Het is het Woord van God.”
“Hoe weet je dat dan?”
“Nou, dat eh... Ja dat geloof ik gewoon.”
Weet je het nog?
Kruis het goede antwoord aan en zet de letters die achter het antwoord staan achter elkaar. Er komt nu een zin uit:
1. De vader van Noach heette
- Henoch (ee)
- Lamech (No)
- Adam (ver)
2. Noach
- leefde net als de andere mensen (n)
- leefde net als zijn vader (ga)
- wandelde met God (a)
3. Noach kreeg
- drie zonen (ch)
- drie dochters (zo)
- vier zonen (de)
4. De Heere zou
- het heel hard laten stormen (nen)
- een watervloed sturen (pre)
- een aardbeving sturen (ze)
5. Noach bouwde de ark
- bij het water (ga)
- op een berg (di)
- op het droge (der)
6. In de ark maakte Noach
- alleen een deur (me)
- twee deuren en een venster (de)
- een deur en een venster (ke)
7. Met Noach in de ark gingen
- zijn vrouw en zonen en hun vrouwen (rd)
- zijn vrouw en kinderen, hun vrouwen en alle andere mensen die wilden (rk)
- zijn vrouw en zonen (nd)
8. Van de dieren gingen
- alle soorten die er waren mee (en)
- reine en onreine dieren en de vissen (es)
- reine en onreine dieren en vogels mee (er)
9. Noach deed
- precies wat de Heere tegen hem zei (ge)
- een klein beetje van wat de Heere tegen hem zei (ver)
- alleen wat hij zelf dacht dat goed was (be)
10. De deur van de ark werd gesloten door
- Noach (bo)
- de vrouw van Noach (ra)
- de Heere (re)
11. Het regende wel
- 30 dagen en 30 nachten (ng)
- 40 dagen en 40 nachten (ch)
- 50 dagen en 50 nachten (nk)
12. Noach bleef
- een jaar in de ark (ti)
- twee jaar in de ark (si)
- drie jaar in de ark (so)
13. Toen zei
- zijn vrouw dat iedereen uit de ark mocht (ch)
- de Heere dat iedereen uit de ark mocht (gh)
- Noach dat iedereen uit de ark mocht (gt)
14. Het eerste wat Noach bouwde toen hij uit de ark kwam, was
- een huis bouwen om in te wonen (en)
- een kerk bouwen waar hij de Heere kon dienen (ten)
- een altaar bouwen om de Heere te offeren en te danken (eid)
Om over te praten
1. Ben jij het met de volgende uitspraken eens? Wat zou jij zeggen? Waarom?
Zie hiervoor het origineel.
2. Hoe kun je weten en aan anderen vertellen dat Gods Woord waar is?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014
Kompas -10 werkboekje | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2014
Kompas -10 werkboekje | 8 Pagina's