Jezus lijdt, sterft en overwint

De eerste week van het Bijbelrooster lees je over het lijden en sterven van Jezus. Aan de thema’s boven de Bijbelhoofdstukken kun je zien waar het in het te lezen Bijbelgedeelte over gaat. Ook Goede Vrijdag valt in deze week. De sterfdag van Jezus. Hij is niet in de dood gebleven, lees je in de tweede week. Hij is als Overwinnaar opgestaan!

‘Het is volbracht’ klonk Jezus’ stem

voordat Hij ’t leven gaf.

Met liefdehanden heeft men Hem

daarna gelegd in het graf.

’t Is Pasen, Christus is verrezen

in volle glans en majesteit.

Hij heeft Zichzelf met kracht bewezen

Gods Zoon te zijn in eeuwigheid.

Christien de Priester.

April

13 Afscheid

Johannes 14:1-6

Psalm 27:7

Welke bemoedigende afscheidswoorden geeft Jezus Zijn discipelen mee?

Waarom hadden ze dit nodig?

14 Gethsémané

Lukas 22:39-46

Gebed des Heeren :4

Vertel iets over de zware strijd van Jezus in Gethsémané.

Wat zie je bij Zijn discipelen en wat zegt dat jou?

15 Verloochening van Petrus

Lukas 22:54-62

Psalm 103:5

In welke verzoeking viel Petrus?

Wat zie je van Jezus toen Hij Petrus aanzag? Praat erover.

16 Jezus weggeleid

Johannes 19:8-16

Psalm 22:11

Lees vers 11 en dan vers 16. Bespreek daarna dat Pilatus een werktuig was in Gods plan.

17 Opschrift boven het kruis

Johannes 19:17-22

Psalm 22:12

Welk opschrift liet Pilatus boven het kruis plaatsen?

In welke talen?

In welk opzicht was dit de waarheid?

18 Goede Vrijdag

Johannes 19:23-30

Psalm 22:15

Vandaag is het Goede Vrijdag en denk dan aan het roepen van Jezus: ‘Het is volbracht’. (vers 30). Is het voor jou vandaag ook Goede Vrijdag en waarom?

19 Begrafenis van Jezus

Johannes 19:31-42

Psalm 115:9

Welke twee mannen gaan Jezus begraven?

Wat hadden ze hetzelfde toen Jezus nog leefde en wat nu na Zijn dood?

20 Jezus leeft

Matthéüs 28:1-10

Psalm 21:4

Wat is het verschil tussen de wachters en de vrouwen op de paasmorgen?

De vrouwen zijn bang en blij tegelijk. Hoe kan dat?

21 Jezus geeft opdracht

Matthéüs 28:11-20

Psalm 21:5

Wie spelen er een rol in dit Bijbelgedeelte?

Wat zijn de eerste woorden die Jezus tot Zijn discipelen spreekt na Zijn opstanding?

22 Hem zagen ze niet

Lukas 24:13-24

Psalm 51:6

Hoe is het mogelijk om Jezus niet te zien terwijl je naast Hem loopt?

Wat heb je altijd nodig om Jezus te kennen?

23 Hem zagen ze wel

Lukas 24:25-35

Psalm 21:7

Wanneer zagen de twee mannen dat Jezus bij hen was?

Met welke paasgroet gaan ze naar Jeruzalem?

Hoe was en is jouw paasgroet?

24 Onderwijs uit het Woord

Lukas 24:36-49

Psalm 25:4

Wat is het onderwijs dat de opgestane Jezus geeft aan Zijn discipelen?

Wat valt je op in Zijn onderwijs?

25 Bewaar het

2 Timótheüs 2:1-13

Psalm 21:6

Wat is de goede raad en bemoediging die Paulus doorgeeft aan Timótheüs? (vers 8)

Waarom moet jij deze woorden ook in je gedachten bewaren?

26 Overwonnen

Openbaring 5:1-5

Psalm 2:7

Wie is de Leeuw uit de stam van Juda?

Waarom wordt Hij een Leeuw genoemd en wat ligt er in Zijn hand na Zijn overwinning?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen