JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

In de Steenrots

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de Steenrots

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Een teer, maar mooi onderwerp!”, dat is de reactie van ds. J. de Kok op de vraag of hij ons wat wil vertellen over in Christus zijn. Een paar weken later zitten we bij hem in zijn studeerkamer. Verbondenheid met Christus is een thema dat zijn hart raakt. En dat voel je bij elk woord dat hij uitspreekt. Al snel gaat het gesprek over het zijn in Christus. De tijd is om voor we er erg in hebben.

Wat betekent in Christus zijn?

“Dat je deelhebt aan Christus en al Zijn weldaden. Dat betekent dat je zonden vergeven zijn en dat je recht hebt op het eeuwige leven. Dan wordt het beeld van God weer hersteld. Dit staat ook zo mooi in de berijming van psalm 17: Verzadigd met Uw Godd’lijk beeld. Hier op aarde is dat maar het begin, maar in de hemel zal dit volmaakt zijn.”

Kunt u een persoon uit het Oude Testament noemen die ‘in Christus’ leefde?

Er volgt even een stilte. “Hier moet ik denken aan Mozes. In Exodus 33 vraagt Mozes of Hij de Heere mag zien. Dan moet Mozes zich bij de steenrots stellen. Dit is de rots waar hij eerder op geslagen heeft en waar toen water uit kwam. Alleen wanneer hij in de steenrots was, toen de Heere voorbijging in Zijn heerlijkheid, kon de Heere hem voorbijgaan in Zijn heerlijkheid. In 1 Korinthe 10 komt Paulus hierop terug. Die rots is het beeld van Christus. Zoals het water toen uit de rots kwam, zo mogen Gods kinderen nu ook in en uit Hem leven door de geestelijke drank.”

Waar ben je ‘in’ als je niet ‘in Christus’ bent?

Eén is uw vader, zegt de Heere Jezus. Dat is de duivel (Johannes 8: 44). Het antwoord is scherp en gaat tegen onze hoogmoed in, maar zo is het wel. De Bijbel is heel duidelijk en eerlijk. In Psalm 14 en 53 staat dat de Heere neerziet uit de hemel om te zien of iemand verstandig is en God zoekt. En dan volgt het aangrijpende: er is niemand, die goed doet, ook niet één. Ik durf uit deze psalmen niet te preken. Je beseft dan dat er van ons alleen maar stank uitgaat. Maar dan het wonder! Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden (Jesaja 65: 1). Daaruit blijkt het liefdeswerk van God. Het is God die begint en een mens opzoekt. Calvijn hamerde daar ook zo op. Rust niet voordat je weet dat je in Christus bent en Christus in jou is. En verder moet ik denken aan de Dordtse Leerregels. Deze beginnen ook steeds bij God die de mens zoekt.”

Kan iemand “met Christus” zijn en toch niet “in Christus”?

De dominee denkt even na: “Ik geloof dat dat kan. In de Bijbel staat dat deze mensen een vermaak hebben gehad in de dienst van de Heere en zelfs iets gesmaakt hebben van God en toch voor de wereld kiezen. (Hebr. 6: 4-6). De kanttekenaren wijzen bij deze woorden naar de gelijkenis van het zaad. Waar het zaad geen wortel krijgt, omdat het op een steenachtige plaats gezaaid wordt. Dat is een beeld van een tijdgelovige. Maar als je ergens een vermaak in hebt gehad, dan wil dat toch zeggen dat er wel meer is geweest dan alleen een kerkdienst bezoeken. Ze hebben uitwendig wel genoten van de aangename woorden van de Heere Jezus, maar inwendig niet. Zij zien Christus niet als de Borg die zij nodig hebben voor hun schuld. Het persoonlijke ontbreekt er dan ook aan, het ‘Ik voor u’ zoals in het avondmaalsformulier staat. En verder kunnen we ook denken aan de schare die Jezus volgde. Ze hebben dicht bij Hem geleefd, maar velen kenden Hem niet als Zaligmaker voor hun ziel.

Het is echt een waarschuwing voor ons allemaal dat het er zo op kan lijken. We moeten in Christus zijn en Christus in ons. Er zijn mensen die zich bedriegen voor de eeuwigheid. Zij geloven dat ze genade hebben. Ze menen dat ze straks de Heere groot gaan maken in de hemel. Maar ze zullen nooit binnengaan. Een bekende uitspraak over een kind van God is: ‘Je moet door de wereld en je bent niet van de wereld.’ En als je leven werelds is dan zal dat niet gaan. Een waar geloof openbaart zich daarom altijd in de vruchten.”

Waarom is het juist hoopvol dat Christus mensen opzoekt?

“Omdat degenen die niet bij Hem kunnen komen, juist mogen vragen of ze in Christus gebracht mogen worden. Dit geeft moed en hoop, dat Hij het doen kan. In Psalm 107 lees je dat ook zo. Hier staat dat de Heere verzamelt, van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee. Deze Psalm is als eerste toe te passen op de terugkeer van de Joden uit Babel, maar we mogen het ook toepassen op de weg van de bekering.”

Moet ik dan afwachten tot God begint in mijn leven?

“We moeten niet lijdelijk afwachten. Wij zijn als mensen verantwoordelijk. Overal in de Bijbel kom je het tegen: Bekeert u, bekeert u! Gods werk en onze verantwoordelijkheid mogen we niet uit elkaar halen. Wanneer je niet spreekt over het eenzijdige werk van God, dan wordt er een vermogen in een mens gelegd. Maar wanneer er gezwegen wordt over de verantwoordelijkheid van de mens, dan krijg je lijdelijkheid. Samenvattend: de mens kan zich niet bekeren, maar moet wel de middelen gebruiken. Wist je dat de Heere ons zo aanspreekt in Zijn Woord, alsof we onszelf zouden kunnen bekeren? Zie maar enkele voorbeelden:

• Wendt u naar Mij toe, wordt behouden. (Jesaja 45: 22)

• En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren. (Psalm 50: 15)

• Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. (Matthéüs 7: 7)

De meesten van Gods kinderen worden bekeerd onder het lezen van of luisteren naar het Woord. Er zijn veel bekeringsgeschiedenissen verschenen, maar meestal gaat dit over mensen in wie de Heere op een bijzondere manier heeft gewerkt. Gods gewone weg van bekering wordt vaak niet beschreven in dergelijke boeken. Meestal werkt de Heere langzamerhand, van stap tot stap.”

Hoe brengt de Heere mensen in Christus?

“Dat zal ik duidelijk maken met een voorbeeld. In 2 Petrus 1: 19b staat: als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de Morgenster opga in uw harten. De duistere plaats ziet op het verduisterde hart, een totaal onleefbare situatie. En in die ruimte bevindt zich een man met een kaars. De kaars is het beeld van het Woord van God. Maar die kaars brandt niet, totdat die ontstoken wordt. Vanaf dat moment ziet hij wat zijn toestand is. Dat hij in deze plaats niet kan leven, maar ook dat hij moet sterven. Hij gaat proberen om uit die duistere plaats te komen. Totdat de Morgenster opga in zijn hart.

De Morgenster ziet op Christus. Zo werkt de Heere. De ogen worden geopend voor je toestand. Je gaat je leven opknappen en proberen goed te leven en tegen de zonden te strijden. Maar de Heere zal jou dan leren dat je zo nooit rechtvaardig voor God kunt verschijnen. En alleen via deze weg krijgt Christus betekenis voor je. Het wonderlijke is dat Christus, die je hart al binnen is gekomen, dan pas betekenis voor je krijgt.”

Gaat dat bij iedereen op dezelfde manier?

“Ieder mens is verschillend. Iedereen heeft zijn eigen karakter, maar ook zijn eigen zonden. Gelukkig is het wanneer de Heere werkt, want dan leidt de weg altijd naar Christus. Die weg kan voor sommige kinderen van God korter zijn, terwijl anderen een langere weg hebben. Daarnaast loopt het ene kind van God meer neergebogen op de weg en mag een ander meer uit de volheid spreken.

In de boeken van Bunyan komen de verschillende leidingen naar de kennis van Christus ook terug. Denk maar aan het verschil van wandelen in de Christenreis en Christinnereis. Christen gaat door diepe dalen en Christinne mag rustig op haar pad wandelen. Een ander mooi voorbeeld staat in de Christinnereis, wanneer Christinne en haar buurvouw Barmhartigheid bij het poortje (dat is Christus) komen. Christinne is al door het poortje, maar haar buurvouw staat nog buiten. Ze roept tegen de poortwachter dat hij haar ook naar binnen moet halen. Maar het gebeurt niet direct. Pas na aanhoudend kloppen wordt de deur voor haar opengedaan. De poortwachter opent hier de poort op Zijn manier en op Zijn tijd.

De weg van bekering is voor iedereen verschillend. Kijk maar eens naar Paulus of Timótheüs. Timótheüs leefde al van kinds af aan in de dienst van God. Tussen de bekering van Paulus en Timótheüs ligt veel verschil. En toch hebben beide mannen kruispunten in het leven gekend waar de Heere tot hen sprak. Over de verschillende leidingen van de Heere kun je ook uitvoerig lezen in het boek de Redelijke Godsdienst van A. Brakel, hoofdstuk Wedergeboorte.’’

Wanneer ben je in Christus?

“Als God jou bekeert, of anders gezegd: als jij je tot God bekeert. Vanaf dat moment ben je in Christus. Met andere woorden, je bent dan rechtvaardig voor God en daarmee kan je sterven. Dat wil niet zeggen dat je alles meteen helder ziet. Je begint pas net een beetje van je zonden te zien en je weet op dat moment nog helemaal niet wat je met Christus aan moet. Dat zal de Heere je geleidelijk aan leren.”

Hoe maakt de Heere bekend dat je in Christus bent?

“Altijd door Zijn Woord. Het is niet een bepaald gevoel dat je krijgt. Het gevoel is bedrieglijk en kan elke dag anders zijn. Een ding is wel zeker, wat een lust was wordt een last én wat een last was wordt een lust.”

In Johannes 1 vers 40 kunnen we lezen over een tiende ure, het moment dat Johannes Christus mocht zien. Gebeurt dit op één moment of geleidelijk?

“Als je Christus vinden mag in je leven, dan ga je op dat moment niet redeneren dat dit het onvergetelijke uur was. Het is een volzalig moment in je leven wat je nooit zult vergeten. Op dat moment is er geen twijfel, maar vind je in Christus alles dat tot hun zaligheid van node is (HC vr/ antw. 30). Doorgaans laat de Heere op een later moment zien dat dit de onvergetelijke ‘tiende ure’ was. Wist je dat er in de Christenreis iets opmerkelijks staat? Na de doorgang door het poortje, dat ziet op de openbaring van Christus, lopen er twee muren langs de weg. Die muren heten heil. Het staat er zo met één klein zinnetje en dat heeft mij wel eens getroffen tijdens het lezen. Als je Christus hebt omarmd door het geloof, toen Hij door Zijn Woord geschonken werd, dan ga je iets merken van die twee muren in je leven. Je ontvangt dan meer vastheid in je ziel. Dit zou je ook kunnen vergelijken met een mens die wegzakt in de modder, maar op vaste grond komt te staan. Als Christus aan je ziel wordt geopenbaard krijg je een vastere gang in je leven.”

Wat heeft u tot onze jongeren te zeggen?

“Heb geen rust in dit leven, voordat je op goede grond mag weten dat je in Christus bent.”


‘Wedergeboorte’ uit Helder en Klaar, De Redelijke Godsdienst van A. Brakel uitgelegd (Evert Barten)

Hoe gaat zo’n weder geboorte precies in z’n werk?

Er zijn verschillende manieren waarop de Heere een mens van dood levend maakt.

• Plotseling en in een korte tijd, zoals Zachéüs, de moordenaar aan het kruis of de gevangenbewaarder in Filippi.

• Onder grote angsten, omdat je voelt dat de vloek van de wet, de dood en de verdoemenis op je rusten. Een voorbeeld hiervan zijn de duizenden mensen die op de Pinksterdag bekeerd werden.

• Lieflijk en rustig. De volheid en zaligheid van Christus vervullen dan zo je hart, dat je helemaal geen tijd hebt om angstig te worden. Denk opnieuw aan Zachéüs toen hij geroepen werd.

• In alle kalmte. Bij deze manier overweeg je op een bedaarde manier het Woord van God, waarbij je gaat zien hoe zondig en ellendig je bent buiten Christus en inziet hoe ernstig Hij je aangeboden wordt. En terwijl je dit bedenkt, gaat God je geleidelijk vernieuwen en word je de waarheid, Gods Woord, gehoorzaam. Bij deze manier van wedergeboorte ken je geen grote droefheid over de zonde en geen grote blijdschap over de zaligheid. Wel sta je dan van harte achter de waarheid van Gods Woord. Doorgaans zijn dit de meest stabiele gelovigen.

• Langzamerhand. Hierbij wisselen droefheid, blijdschap, geloof, ongeloof, strijd en overwinning elkaar af. Dit is de meest voorkomende vorm van bekering. Denk bij ‘langzamerhand’ overigens niet dat je dan langzaamaan een levende wordt. Je wordt in één moment van dood levend. Daar zit geen seconde tussen. Het proces van de bekering kan echter van jouw kant gezien wel langzaam gaan. Wees trouwens niet verdrietig als je merkt dat jouw weg niet overeenkomt met die van anderen. De Heere gaat Zijn eigen weg met elk van Zijn kinderen. De ene gelovige kan iets ondervinden waar de ander geen weet van heeft. Het gaat er niet om hoe je bekeerd bent, maar dát je het bent.


Ds. J. de Kok

• Functie: predikant

• Gezin: getrouwd, 6 kinderen

• Hobby’s: lezen, vissen, archeologie (metaaldetector)

• Favoriet leesboek: boeken van B. Nijenhuis

• Favoriet boek (theologie): boeken van Abraham Hellenbroek en Thomas Watson

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024

Daniel | 40 Pagina's

In de Steenrots

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024

Daniel | 40 Pagina's