God de HEERE regeert
Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend (Handelingen 15 vers 18).
Heb jij dat nu ook wel eens: dat je je vertwijfeld afvraagt waarom bepaalde heel verdrietige dingen gebeuren? In de wereld of in je omgeving of misschien wel in je eigen persoonlijke leven?
Dat je ten enenmale niet het nut ergens van inziet! Een pandemie, een oorlog, natuurrampen? En dan zoveel vluchtelingen? Waarom laat de HEERE soms goddeloze mensen regeren? En worden soms eenvoudige arme kinderen Gods verjaagd, vervolgd en gedood? En dat je piekert: ‘Waarom moet dit nu toch zo gebeuren’? En dat je denkt: ‘Waarom laat de HEERE dit nu toch alles toe?’ Ach, jongens en meisjes, dat komt omdat we ze ontzettend blind zijn geworden in onze diep val in Adam. Blind voor een oneindig heerlijk, majesteitelijk God, Die ook rechtvaardig en goedertieren is. En genadig. En alwijs.
En hoe zou nu toch een blinde worm die ergens in de modder kruipt de schoonheid en de loop van de zon kunnen verklaren? Hoe kan een klein kind met een emmertje alle wateren van de oceanen daarin sluiten? Maar, wat zijn we ook blind voor het verschrikkelijke karakter van de zonde tegen een oneindig Heilig God begaan. Wat zouden we graag een antwoord hebben op allerlei vragen die met het Godsbestaan en Gods wegen en het alwijs Godsbestuur te maken hebben.
Maar weten jullie dat nu alles, ten diepste al vast staat? En dat niets, maar dan ook niets, Zijn hoog besluit ooit zal kunnen keren? En dat Zijn voorzienig bestel oneindig wijs is en over alles gaat? Van het fladderen van een vlinder tot het uitbreken van een wereldoorlog toe.
Vraag maar of je het door ’s HEEREN Geest leren mag, dat, waren er geen zonden, er ook geen wonden waren. En dat de HEERE door alles heen toch Zijn wijze Raad volvoert, Zijn eer zoekt, ook in de gang van dit wereldgebeuren maar ook in jullie en mijn persoonlijke leven. Tot in de kleinste dingen! En dat alles uiteindelijk uitloopt op de verheerlijking van Zijn Naam, op de zaligheid van Zijn Kerk, maar ook op de rechtvaardige ondergang van alle goddelozen en hen Die Hem in de genadetijd verworpen hebben en hebben laten nodigen en roepen. Verschrikkelijk toch?
Wat groot, jonge vrienden, als je niet alleen Gods voorzienig bestel mag belijden, maar als je er uit genade ook iets van mag gaan verstáán, zoals onze Heidelbergse Catechismus daar in zondag 10 naar vraagt. Als in je hart iets mag gaan doorleven van je diepe verlorenheid en schuld en onmacht en vijandschap. En dat je naar recht verloren moet gaan. En dat je daaronder mag buigen. Echt. Dat is genade! Maar ook dat God al in de eeuwig heid een Weg uitdacht om zulke schuldige dwazen zalig te maken in en door het Bloed van zijn Zoon, van Christus. Smeek maar om de Heilige Geest. En als je Hem mag leren kennen, door genade, mag je van Hem ook alle goeds verwachten.
Hij wil dit op het gebed schenken. Dat kan dan toch bewaren voor allerlei krampachtigheid om je tegen alles en alles in te dekken, overal voor te beschermen, overal op te leunen en steunen. En wat wordt je dan ook zeer bang voor allerlei afgoden van deze tijd, ja van je eigen afgodische hart. De HEERE zij ons genadig.
Waar kun je om bidden?
Wat leert dit over de Heere?
Wat is de boodschap voor jou?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 2021
Daniel | 36 Pagina's