Leid mij in Uw waarheid…
Hoe kun je nu weten of je een kind van God bent? Die vraag herken je vast wel. Wat zou je daar graag een antwoord op krijgen. Dominee Karels zegt over deze vraag: “Ten diepste kun je dat weten als de Heere daar licht over geeft door Zijn Geest en de kracht van het Woord. En je gaat het altijd aan de vruchten zien.” Zelfonderzoek is de sleutel om antwoord te krijgen.
Kunt u uitleggen wat zelfonderzoek is?
“In zelfonderzoek zit het woord ‘onderzoeken’. Bij zelfonderzoek onderzoek je hoe het ligt tussen de Heere en je ziel. Zelfonderzoek kan alleen met het licht van Gods Geest en moet getoetst worden aan Gods Woord. Het doel van zelfonderzoek is in de eerste plaats de eer van God. In de tweede plaats moet het een wederkeren geven tot de Heere. En in de derde plaats is het nodig, opdat we onszelf niet bedriegen voor de eeuwigheid. Daarom blijft zelfonderzoek ook nodig tot op de dag van ons sterven.”
Is er een Bijbeltekst waarin het heel duidelijk gaat over zelf onderzoek?
“De Bijbel roept op tot zelfonderzoek. Bij de zondeval in het Paradijs zijn we de duivel toegevallen en hij is de vader der leugenen. Sindsdien is ons hart bedrieglijk. Dit lezen we bijvoorbeeld in Jesaja 17 vers 9: Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het; wie zal het kennen? In Klaagliederen 3:40 wordt opgeroepen tot zelfonderzoek: Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den HEERE.
In het Nieuwe Testament lezen we ook over zelfonderzoek. Maar de mens beproeve zichzelven (1 Kor. 11:28) en onderzoekt uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven (2 Kor. 13:5). Hoor je de oproep hierin? Niet óf je gelooft, maar of je ín het zaligmakende geloof bent.”
Hoe moet je jezelf onderzoeken als je het zaligmakende geloof niet kent?
“Als je dan bij eigen licht jezelf gaat onderzoeken, valt dat doorgaans positief uit. Dan denk je: ‘Het valt nog wel mee met me’ en ‘ik bedoel het toch wel oprecht’. Maar Job zegt: Zal het goed zijn als Híj u zal onderzoeken (Job 13:9)? Dan blijft er niet veel van ons over. Daarom is het zelfonderzoek zo nodig. Als we dat nu niet door genade leren, zal ons dat voor eeuwig opbreken.”
Hoe kun je weten of de Heere in je leven begonnen is of dat jezelf begonnen bent?
“Dat is een tere vraag. Ten diepste kun je dat weten als de Heere daar licht over geeft door Zijn Geest en de kracht van het Woord. En je gaat het altijd aan de vruchten zien. Daarbij kun je denken aan een vluchten voor de zonden, een liefde tot een God Die Zich verborgen houdt, een jaloersheid op Gods volk en een honger in je ziel. Die honger kun je niet verklaren, maar je kunt er ook niet mee leven. Als de Heere begint, kom je in de armoede en in het gemis terecht. En dat is een belangrijk verschil, want als je zelf begonnen bent, word je er wat mee. Het ware werk zoekt en hunkert ook altijd naar de kennis van de Middelaar. En als die kennis er mag komen, dan valt er vaak ook licht over het voorgaande.”
Is zelfonderzoek voor Gods kinderen nog wel nodig?
“Als je jezelf iets inbeeldt, schuw je zelfonderzoek. Maar als de Heere werkt, vertrouw je jezelf niet meer en ben je voor niemand zo bang als voor jezelf. Dan begeer je eerlijk en oprecht behandeld te worden. Dat betekent niet dat je altijd alles moet verdenken. Maar dan wil je eerlijk zijn ten opzichte van jezelf en van de Heere. Wat krijgt Christus, Die ook de Waarheid is, dan een onuitsprekelijke waarde. Dat wordt een wonder voor iemand die zichzelf als bedrieger voor God heeft leren kennen.”
Kan zelfonderzoek leiden tot meer zekerheid bij Gods kinderen?
“Vaak wordt er gezegd: ‘Is dat nu wel nodig, al dat wroeten in jezelf…’ Maar de Heere geeft de duidelijkste zekerheid in een weg van afsnijding. Dat is misschien moeilijk om te begrijpen. Lees dan Romeinen 7 maar eens. Paulus schrijft daar eerst: Ik ellendig mens. Van Paulus blijft er niets over. Daar is zelfonderzoek, hemels onderwijs en ontdekking voor nodig. En dan gaat hij spreken over Christus: Ik dank God, door Jezus Christus. Het is nodig om door Gods Geest afgebracht te worden van alle gronden in jezelf, ook van je godsdienst, om je ankergrond in Jezus Christus te vinden. En in een verdere weg zul je door Gods Geest gaan leren dat je alleen kunt rusten in Zijn Bloed. Hellenbroek vraagt in zijn bekende vragenboekje: ‘Kunnen en moeten de gelovigen verzekerd zijn van de oprechtheid van hun geloof?’ En dan zegt hij: ‘Zij kunnen (Want ik weet, Wien ik geloofd heb, 2 Tim. 1:12b) en moeten daarnaar staan (Onderzoekt u zelven of gij in het geloof zijt, beproeft u zelven, 2 Kor. 13:5)’.”
Gods kinderen moeten zich in het bijzonder voor het Heilig Avondmaal onderzoeken. Hoe?
“Gods kinderen kunnen het niet, ze begeren het wel en daarom smeken ze of de Heere het wil doen. Er staat ook niet voor niets Léid mij in Uw waarheid (Psalm 25:5). Telkens moet je weer ten dis geleid worden. Dan kan het zo zijn dat de Heere in je leven gesproken heeft, maar dat je daar geen licht meer over hebt. Denk maar aan de discipelen. Telkens moesten ze weer indachtig gemaakt worden alles wat ze geleerd hadden. Daarom hebben Gods kinderen altijd, maar zeker in een voorbereidingsweek het licht van Gods Geest nodig om zichzelf te beproeven. Wat ze moeten onderzoeken lees je zo mooi in kanttekening 73 bij 1 Korinthe 11 vers 28: ‘Dat is: onderzoeke of hij ook in zijn hart gevoelt een recht leedwezen en droefheid over zijn zonden, alsook een vast geloof en vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, en daarenboven een ongeveinsd voornemen om de zonden meer en meer af te sterven, en in een nieuw godzalig leven voor God te wandelen’.”
Is het gevaar van zelfonderzoek niet dat je maar naar jezelf blijft kijken, terwijl de Bijbel oproept om naar de Heere Jezus te kijken?
“Het is waar, de Bijbel roept op om naar de Heere Jezus te kijken. Denk maar aan Johannes de Doper: Zie het Lam Gods (Joh. 1:29). Maar hier ging wel een boeteprediking aan vooraf. Je kunt het over Jezus gaan hebben, maar er moet wel eerst plaats voor Hem gemaakt worden. Daar is ogenzalf voor nodig, zodat je ogen geopend worden. Dan ga je zien Wie God is in Zijn heiligheid en wie je zelf bent in je vloekwaardigheid. Maar dan wil de Heere ook op Zijn tijd, altijd in de weg van het wonder, ogen des geloofs geven om op Christus te zien. Denk maar aan de moordenaar aan het kruis (Luk. 23:41).”
Heeft u tips rondom het doen van zelfonderzoek?
“Drie dingen. Allereerst smeken om licht en waarheid in het binnenste. Ten tweede, jezelf altijd toetsen aan Gods Woord. En ten derde, lees boeken van oudvaders en puriteinen. Ook boeken met ontdekkende stof, zoals De Toetsteen der ware genade van Van der Groe of de preek van Erskine over Spreuken 30 vers 12.”
Op welke manier doet u zelfonderzoek?
“Ik ben altijd maar weer aan het bedelen bij de Heere om waarheid en licht.
In mijn leven moest en zou ik ook oprecht zijn. Kijk, dat m’n bestaan niet deugde, dat gaf ik wel toe. Maar als ik nu vijfennegentig procent verkeerd, zelfbedoelend en goddeloos ben, dan is er nog wel vijf procent wat de Heere zoekt en oprecht is. Maar toen is er toch een ogenblik gekomen dat ik voor honderd procent huichelaar voor God werd. En toen mocht ik er iets van zien, wat een wonder toch: En Ik zal geven dat hun werk in der waarheid zal zijn (Jes. 61:8). Toen hoefde ík het niet meer te doen. Ik was een volkomen huichelaar voor God. Maar dan krijgt Christus waarde, niet alleen als de Weg, maar ook als de Waarheid.”
Heeft u verder nog een aanvulling?
“Lieve jonge mensen, laten we dit stukje afsluiten met de bede uit psalm 139 vers 14. Dan zal het toch het grootste wonder zijn, als we onszelf niet hebben bedrogen voor de eeuwigheid. Door Hem, door Hem alleen, om het eeuwig welbehagen.”
Christen: “Wel, hoe is het zo met je? Hoe staat het tussen God en je ziel?” Onkunde: “Al goed, hoop ik. Want ik voel dat ik vol ben van goede gedachten. Al wandelende schieten ze mij te binnen en ik word er door getroost.”
Uit: De Christenreis, gesprek tussen Christen en Onkunde
Christen: “Is Christus uit de hemel aan je geopenbaard?” Onkunde: “Wat geopenbaard? Zijn jullie ook al van die mensen die geloven in openbaringen? Zulke dingen komen voort uit een ziek hoofd.” Christen: “Wat zeg je me nu? Weet jij dan niet wat openbaring betekent?” Onkunde: “Het zegt me niets.”
Uit: De Christenreis, gesprek tussen Christen en Onkunde
Christen: “Maar je bent niet door de Enge Poort gekomen, want die staat aan het begin van deze weg. Je bent hier gekomen over dat kromme laantje.” Onkunde: “Nou en….?” Christen: “Ik ben bang dat ze je daarom straks niet binnen zullen laten.” Onkunde: “Ik geloof op mijn manier. Hopelijk gaat dat ook goed.”
Uit: De Christenreis, gesprek tussen Christen en Onkunde
Als Onkunde bij de poort komt, begint hij meteen op de poort te kloppen. Een paar mannen vragen hem: “Waar kom je vandaan en wat wil je?” Onkunde: “Ik heb bij de Koning gegeten en Hij heeft ook op onze straten geleerd.” “Geef je bewijs maar”, zeggen ze. Maar hoe Onkunde ook zoekt, hij vindt er geen. Dan klinkt het bevel van de Koning: “Bindt hem aan handen en voeten en werp hem uit.”
Uit: De Christenreis
Verder praten
Op JV, thuis of met je vrienden:
ʾ “De Heere geeft de duidelijkste zekerheid in een weg van afsnijding”. Leg dit aan de hand van Romeinen 7 uit. Waarom geeft dit meer zekerheid dan door te rusten op je gevoel?
ʾ Hoe kun je weten of het de stem van de Heere is? Vroeger zeiden ze dat je jezelf dan deze vragen moet stellen: hoe was het ervoor? Hoe was het eronder? Hoe was het erna? Probeer eens antwoord op deze vragen te geven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021
Daniel | 36 Pagina's