Gebruik je talent!
Heb jij weleens van Aholiab en Bezaleël gehoord? Deze twee mannen waren door God geroepen om hun gaven te gebruiken voor de bouw van de tabernakel en alles wat daarbij hoorde. Ze gebruikten hun talenten tot Zijn eer. Maak hieronder kennis met de twee kunstenaars: Bezaleël en Aholiab.
Bezaleël
Ik kom uit de stam van Juda, mijn vader heet Uri en mijn grootvaders naam is Hur, die Mozes arm omhoog gehouden had tijdens de strijd tegen Amalek (Ex. 17). Mijn naam betekent ‘in de schaduw van God’. Samen met Aholiab werd ik door God geroepen om de tabernakel te bedenken en te maken (Ex. 31:2). We werkten samen met nog anderen en gebruikten de gaven die God ons gegeven had. Op die manier konden we de tabernakel precies zo maken als God het bedoeld had (Ex. 36:1). God gaf mij wijsheid, inzicht en kennis. Zo kon ik mijn vakmanschap op het gebied van metaal-, hout- en edelsteenbewerking inzetten tot Zijn eer!
De Bijbel erbij
God riep Bezaleël en Aholiab in het bijzonder om voor Hem te werken, om hun gaven in te zetten voor Hem. Hoe zit dat nu met de rest van de mensen, die misschien niet zo duidelijk geroepen zijn? Alle gaven zijn van God, dat lees je ook in Exodus 31:6: In het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheid gegeven. De Heere is soeverein en deelt Zijn gaven uit aan de mensen: de één is goed in het bedenken en bouwen, zoals Bezaleël en zal een vooraanstaande positie bekleden. Anderen zijn als Aholiab en kunnen goed met hun handen werken, maar vergeet niet dat er nog veel meer getalenteerde mannen meewerkten aan de bouw van de tabernakel (Ex. 36:1). Ieder van hen werkte met zijn eigen gaven en talenten, ijverig tot Gods eer. Iedereen krijgt naar Gods wil andere talenten, maar een iegelijk, gelijk hij gave ontvangen heeft, alzo bediene hij dezelve aan de anderen, als goede uitdelers der menigerlei genade Gods (1 Petr. 4:10). De Heere wil dat je je gaven inzet voor Hem, net als Bezaleël, Aholiab en al de mannen die werkten aan de tabernakel. Gebruik je talent tot Gods eer!
Aholiab
Ik ben Aholiab, een kunstenaar. Mijn naam betekent ‘tent van de vader’. Mijn meester heet Bezaleël, de architect naast mij op deze pagina. Mijn vader heet Ahisamach en ik kom uit de stam van Dan (Ex. 31:6). Ik heb van God talenten ontvangen om met mijn handen te werken. God gaf mij de vaardigheid om te graveren en te borduren met blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol. Ook werk ik met fijn linnen (Ex. 38:23). Al deze gaven mag ik gebruiken tot Gods eer!
Nu jij!
Wie ben jij? Welke gaven heeft God jou gegeven? Hoe kun je die gebruiken tot Zijn eer?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2019
Daniel | 32 Pagina's