JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Een blindgeborene genezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een blindgeborene genezen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat in het evangelie van Johannes weinig beschrijvingen voorkomen van door de Heere Jezus verrichte wonderen. Bij het schrijven van zijn evangelie, heeft Johannes (onder de drijving van de Heilige Geest) vooral voor ogen gestaan het bewijs te leveren, dat Jezus de Christus, de Zoon Gods, de beloofde en verwachte Messias is. Lees Joh. 20:30-31. Eén van de namen, die Gods Zoon draagt is de naam: Het Licht der wereld. Het wonder verricht aan de blinddgeborene heeft volgens het eerste vers van Johannes 9 (aansluitend op Joh. 8:59) plaats gevonden, nadat de Heere Jezus de tempel verlaten had. In die tempel had Hij tot de Joden gezegd: „Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben." Men geloofde echter niet, dat Hij het „Licht der wereld" was. Om het bewijs te leveren, dat Hij inderdaad het Licht der wereld is, verrichtte Hij een wonder aan een blindgeborene. Evenals alle door de Heere Jezus verrichte wonderen,

Evenals alle door de Heere Jezus verrichte wonderen, was dit wonder niet slechts een daad van barmhartigheid, het was een téken. Een waarschuwend teken, een bemoedigend teken en een uitlokkend teken (voor wie?).

Het feit, dat Hij een blindgeborene van zijn blindheid genas, snijdt alle uitvluchten om het wonder te verkleinen of te „verklaren" af. Niets had hij tot op die dag gezien van de grootheid, wijsheid en goedheid Gods. Hij miste het vermógen om te zien. Zijn leven was één en al donkerheid, onzekerheid en hulpeloosheid. Zo tekent ons de bijbel de toestand van de onwedergeboren mens. Al hebben we twee goede ogen in ons hoofd . . . geestelijk zijn we van onze geboorte af aan . . . blind. Wij kunnen het koninkrijk Gods niet „zien". Wij kunnen de schoonheid, de aantrekkelijkheid en zaligheid van 's Heeren Heil en dienst niet zien. Al horen wij er veel van ... al maken wij er voorstellingen van ... wij zien het niet. Een groot verschil met de blindgeborene is echter, dat hij er niets aan doen kon, dat hij blind bleef ... wij echter blijven willens blind, wanneer wij onder de verkondiging van het evangelie leven en het aanbod van licht verwerpen, omdat wij menen „ziende" te zijn, omdat wij menen het beter te weten dan het „Licht". De komst van de Heere Jezus was niet alleen om als het „licht der wereld" een zegen te zijn, maar Hij kwam ook tot een oordeel in deze wereld, opdat degenen, die niet zien, zien mogen en die zien, blind worden. Lees vs. 40 en 41.

Siloam

Hoewel de Heere Jezus het vermogen had om onmiddellijk d.w.z. zonder hulpmiddel en zonder enige aktiviteit van de blindgeborene de genezing van de blindheid te doen intreden . .. toch maakte Hij uit speeksel en aarde slijk, streek dat slijk op de ogen van de blinde en beval hem zich in het badwater Siloam te wassen. Het schijnt een dwaze handeling en een dwaze opdracht te zijn. Toch ging de man, en waste zich in het badwater. Blijkbaar zonder te weten, waarom hij zich wassen moest in het badwater, deed hij het, met het wonderlijke resultaat, dat hij ziende werd. Het bassin Siloam (waarvoor gebruikt?) werd voor deze man tot een ware vreugdebron. Het bassin Siloam (= uitgezonden) dat de bron van zijn vreugde werd, wees hem heen naar Hem, die de ware bron Siloam = gezondene, uitgezondene, is, waaruit de weldaden der goddelijke genade voor lichaam en ziel, voor tijd en eeuwigheid vloeien. Hij stelt door Woord en Geest in staat om te zien, wat men nimmer zag nl. dat men ziende — blind was. Tevens leert Hij door Zijn Woord en Geest de weg om de welverdiende straf der zonde te ontgaan en wederom tot genade te komen door Hem, die sprak: Ik ben het Licht der wereld, die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben. Het volgen, aanhangen, al zijn kracht en hulp van Hem verwachten is de weg waarin het licht opgaat in de duisternis. Onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan Zijn Woord eist en werkt de Heere, zoals bij de blindgeborene, waarvan het gevolg zal zijn: Vrolijkheid en licht door het zien der dingen in Gods licht.

De weg naar het Licht

Vanzelfsprekend ontstond er door dat wonder grote beroering. Buren en bekenden vroegen zichzelf en elkander af, of hij die ze rond zagen lopen, wel degene was die van jongsaf blind geweest was. Allerlei vragen werden hem gesteld naar het hóé van zijn genezing. En wonderlijk .. . juist die vragen-stellerij, eerst door buren en bekenden en later door de Farizeeën, werd er de oorzaak van, dat de blindgeborene langzaam maar zeker tot de rechte kennis van Zijn Weldoener kwam. Aanvankelijk noemde hij zijn weldoener: De méns, genaamd Jezus. Later kwam de blindgeborene tot de uitspraak: Hij is een profeet. De blindgeborene is er eigenlijk goed mee, dat hij zo aan de tand gevoeld wordt, want daardoor wordt hij gedwongen zich rekenschap te geven van het „hoe" en „waardoor" van zijn genezing. Hij krijgt daardoor ook meer „licht' over hetgeen zich kortgeleden aan hem en in hem voltrok. Zo moeten alle dingen, ook bestrijdingen en aanvechtingen, medewerken ten goede degenen, die de Heere naar Zijn voornemen wilde roepen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht. Hij zei nog niet: de profeet d.w.z. de Christus, maar ook dat zal nog komen. Dat moet nog komen, opdat de Heere aan Zijn Eer zal komen voor de gave van Zijn Zoon, de Christus. Na het kruisverhoor van de ouders van de blindgeborene, volgt een nieuw verhoor van de genezene, hetwelk uitloopt in de belijdenis: •Indien deze van God niet ware, Hij zou niets kunnen doen. De genezene wordt steeds stoutmoediger in zijn antwoorden. Hoe meer de vijanden van Christus de heerlijkheid van Christus probeerden te verduisteren, hoe meer hij Christus' heerlijkheid zag. Duidelijk zien we hier in vervulling gaan de profetie van Simeon (hoe dan?). Door de woorden en wonderen van hét Licht komt aan het licht, wat in veler harten verborgen is nl. óf bittere haat óf ootmoedige verwondering.

Uitgeworpen

Op de vrijmoedige verwerping van de lastertaal, dat de Heere Jezus een zondaar zou zijn en de uitspraak: Indien deze van God niet ware, Hij zou niets kunnen „doen", volgde de uitwerping van de genezene uit de synagoge. Vreselijk ... de kerk werpt in zelfhandhaving uit, niet slechts het Licht der wereld, maar ook degenen, die goed van dat Licht spreken. Een feit, dat zich in de kerkgeschiedenis van alle eeuwen meermalen heeft herhaald en wat nog steeds tot grote voorzichtigheid maant. Daar staat de uitgeworpene . .. buiten het heilsinstituut van de kerk, die als draagster van het profetische woord licht, leiding en onderwijs moet geven aan de dwalenden. Wat dat betreft staat de genezene in het „donker", maar het Licht der wereld zoekt Hem op om Zichzelf aan hem te openbaren. En wanneer de Heere Jezus hem zegt, dat Hij de Zoon van God is, dan roept de genezene uit: „Ik geloof, Heere". En hij aanbad Hem. Eerst was het: De mens Jezus .. . toen werd het: Een profeet... ten slotte werd het: Gods Zoon, de Christus. Toen kende Hij Zijn Weldoener door het geloof, als Gods gave. Nu zag hij, zowel met zijn lichamelijke ogen als met zijn zielsogen de Christus Gods. De sabbath, door God ingesteld en gegeven tot een feestdag om zich in God te verblijden ... door de zonde ontluisterd en veranderd in zijn tegendeel, werd door Christus' werk in volle glorie hersteld en door de genezene benut tot aanbidding. Zo voert het Licht, gedaald van 's hemels troon, óp tot 's hemels troon, want uit Hem, en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.

Vragen:

1. Bestaat er verband tussen zonde en lichaamsgebreken? Hoe moeten wij het tweede gebod verstaan over het bezoeken van de zonde tot in het derde en vierde gelid? Johannes 9 VS. 2-3.

2. Welk verband is er tussen vergeving en gezondheid? Moet er op vergeving altijd genezing volgen?

3. Waarin bestaat het echte „sabbat-houden"? Joh. 9 vs. 16.

4. Was het bestrijken van de ogen van de blindgeborene een geneesmiddel of een beproeving?

5. Wat is de les, die opgesloten ligt in het bevel om heen te gaan naar het badwater Siloam? Is het heil des Heeren dan toch uit de werken?

6. Is het juist, om een onderzoek in te stellen naar het „hoe" van iemands „bevindingen" op godsdienstig gebied? Is het nodig en/of nuttig? Welke maatstaven moet men eventueel daarbij aanleggen ?

7. Wat betekent: „Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben, maar nu gij zegt: Wij zien, zo blijft Uw zonde" (Joh. 9:41) ?

8. Zie je verband tussen de „dwaasheid" der prediking en de bevelen uit Joh. 9:7 ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's

Een blindgeborene genezen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

Salvo | 236 Pagina's