JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

3. Oog voor elkaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Oog voor elkaar

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit hoofdstuk zijn drie stellingen aan enkele personen voorgelegd. De vraag was of zij daarop wilden reageren. Ieder reageert vanuit zijn of haar ervaring en werkveld. De eerste stelling was de volgende:

Jongeren zijn vaak zo met zichzelf bezig dat er geen ruimte is om oog te hebben voor leeftijdsgenoten.

Een jongere die zelf te maken heeft met gevoelens van depressiviteit en het liefst anoniem wil blijven, zei: "Zelf heb ik ervaren dat een deel van de jongeren oog heeft voor andermans problemen. Toch heb ik ook, in tijden van problemen en depressiviteit, ervaren dat er jongeren zijn die dit niet begrijpen. Dat voel ik heel duidelijk. Er is geen plaats voor mijn problemen. Natuurlijk is dit de ene keer sterker aanwezig dan de andere keer. Dit hangt, denk ik, ook af van de mate van depessiviteit. Wat ik erger vind is, dat er ook jongeren zijn die bepaalde idealen hebben en dit graag willen verwezenlijken. Daardoor zijn ze zo sterk op zichzelf gericht dat ze anderen zelfs niet eens zien. Ze hebben het niet eens door dat een leeftijdsgenoot met problemen zit".

Een 22-jarige kliënt van De Vluchtheuvel is het niet met die stelling eens. "Ik denk dat er best wel jongeren zijn die oog hebben voor elkaar, vooral de wat 'oudere jongeren' ".

En hoe denkt dhr. R. van Groningen, maatschappelijk werker bij De Vluchtheuvel, hierover?

"Inderdaad zijn jongeren vaak met zichzelf bezig. Ten aanzien van vele zaken moet een standpunt ingenomen worden: er wordt gezocht naar een eigen levenskoers. Veel vragen kunnen hierbij bovenkomen. Hoewel iedere jongere uniek is, lopen veel jongeren met dezelfde soort vragen. Jongeren, zeker de wat oudere, kunnen hierover met elkaar praten. Gelukkig gebeurt dit ook. De ontdekking dat je niet de enigste bent die met vragen loopt, kan al een gevoel van opluchting geven".

De direkteur op het bondscentrum, dhr. J.H. Mauritz, is het maar ten dele met de stelling eens. "Het kan natuurlijk wel zijn dat jongeren zo bezet zijn met studie, gezin, catechisatie en jeugdvereniging dat er weinig tijd overblijft om concreet iets te doen. Daarbij komt dat het toch wel moeilijk is om aanknopingspunten te vinden. Wat kun je nu eigenlijk doen voor een vriend of vriendin, voor een klasgenoot of jongere van de kerk? Ik denk dat ouders, onderwijsgevenden en jeugdwerkers hierop in moeten gaan. De praktijk leert dat er dan best iets gedaan kan worden".

Joke, een verenigingslid, meent dat "dit soort egoïsme" in alle leeftijdsgroepen voorkomt. "Als je zelf aandacht geeft aan leeftijdsgenoten, geloof ik dat ze ook oog voor jou zullen hebben. Nodig is om zo te leven dat je iets betekent voor die jongen, dat meisje wat aandacht nodig heeft of in problemen zit".

 

Kunnen jongeren elkaar helpen als het gaat over persoonlijke problemen en vragen? Hier ging de tweede stelling over:

De praktijk wijst uit dat jongeren elkaar niet kunnen helpen als het gaat over persoonlijke problemen en vragen.

Joke is het met de stelling niet eens. "Zelf ga ik het liefst naar leeftijdsgenoten met problemen. Maar dan wel naar degenen met wie je speciaal bevriend bent. Soms is het moeilijk om iemand te vinden met wie je vertrouwelijk kunt zijn, daar ben ik het wel mee eens".

Dhr. Mauritz zegt dat het omgekeerde waar is. "Je kunt als jongeren elkaar zeker wel helpen. Ik bedoel dan uiteraard niet de specifieke problemen waarbij de hulp van een maatschappelijk werker of andere hulpverlener nodig is. Maar juist op het terrein van persoonlijke problemen en levensvragen kun je elkaar tot steun zijn. Meestal ga je als jongere niet direkt met je persoonlijke vragen naar je ouders of naar een ambtsdrager. Wat is het dan van belang om daar met een vriend of vriendin over te kunnen praten. Je kunt soms zo zitten met vragen over kerk en geloof. Is onze kerk de enige goede kerk? En waarom zijn er dan ook bij ons zulke verdrietige dingen? En wat kunnen er bij jongeren zelf een problemen en zorgen zijn. Jongeren kunnen tobben met ziekte, een handicap, rouw, of problemen thuis. Je kunt als jongere moeite hebben met je studie. Je kunt als jongere met jezelf in de knoop zitten. Je hebt moeite om jezelf te accepteren zoals je bent. Je kunt eigenlijk moeilijk kontakten leggen of vriendschap opbouwen. Wat is het dan van belang dat er om jou heen jongeren zijn die daar nog oog voor hebben. Jongeren die elkaar willen helpen."

De kliënten van De Vluchtheuvel reageren als volgt. De één zegt: "Ik vindt het moeilijk om dat te stellen. Kijk, in de regel is het zo dat ouderen meer levenswijsheid hebben. Zij kunnen de problemen waar je mee loopt beter begrijpen. Puur omdat ze meer levenservaring hebben en mogelijk de vragen waar je zelf mee loopt herkennen. Zelf hebben ze deze vragen misschien ook wel gehad, maar hebben daar afstand van genomen. Ze kunnen dus veel objektiever tegen het probleem aankijken dan jongeren."

De reaktie van de ander is: "Als je zelf de problemen niet kent, kun je je moeilijk verplaatsen in de vragen en problemen van een ander. Het enige wat je kunt doen is luisteren, en wat praten!"

Dhr. R. van Groningen meent dat de praktijk in veel gevallen gelukkig anders uitwijst. "Ais jongeren met elkaar in gesprek raken over hun vragen en problemen, vindt er vaak een stuk herkenning plaats: Ik sta niet alleen met mijn vragen en problemen. Een luisterend oor (en hart) kan al zo helpend zijn. Waarom zouden jongeren onder elkaar dit niet kunnen? De praktijk wijst wel uit dat jongeren bij grote problemen en levensvragen liever naar een wat ouder iemand toegaan."

 

De derde stelling richt zich wat meer op het verenigingsleven:

De vereniging is geen vergadering van hulpverleners. Daarom is het niet mogelijk om als vereniging iets te doen voor jongeren in nood.

Dhr. Van Groningen is tevens voorzitter van een plaatselijke jeugdvereniging. "Het hoofddoel van de jeugdvereniging is het onderzoeken van en het samenkomen rondom het Woord van God," zo begint hij. "In dit opzicht kan het bestaan van een vereniging al een hulp in nood zijn. Immers, in de Bijbel vinden we antwoord op levensvragen. Daar wordt ook aangewezen de oorzaak van alle nood (de zonde), maar ook de weg tot verlossing (het evangelie van Jezus Christus)."

Van Groningen vind het belangrijk dat jongeren oog hebben voor elkaar. "Niet alleen voor eigen genoegens, eigen vrienden en vriendinnen, maar ook voor die jongen of dat meisje dat buiten de groep dreigt te vallen. Laten we in ieder geval proberen zoveel mogelijk jongeren bij de jeugdvereniging te betrekken. Juist de jongeren die van de kerk dreigen te vervreemden. Hiertoe is nodig, naast alle aktiviteiten die worden ondernomen, gebed. Ook voor elkaar."

"Als het goed is, is de vereniging echter wel een vergadering van christenen, die als opdracht hebben hun naaste lief te hebben zoals zichzelf" zo meent Joke. "Ik denk dat je als jongeren in de problemen het wel moeilijk vind om hulp te vragen op de vereniging. Ik denk dat je veel hebt aan een persoonlijk gesprek, bijvoorbeeld met de voorzitter van de vereniging. Als vereniging is het wel onze taak om open ogen te hebben voor jongeren die eenzaam zijn en het moeilijk hebben."

En de kliënten van De Vluchtheuvel? Hoe zien zij de stelling?

"Natuurlijk is de vereniging geen vergadering van hulpverleners. Toch kunnen er jongeren op de vereniging zitten die in staat zijn om hulp te verlenen. Bovendien moet je niet vergeten dat het niet in grote dingen zit. Voor mij kan een kaartje van iemand veel meer betekenen dan een ellenlang gesprek. Zo zijn er nog wel meer zaken te noemen, bijvoorbeeld een bloemetje of een kleine bemoediging. Echt, het zit 'm niet in de grote dingen. Ik waardeer het ontzettend wanneer er een leeftijdsgenoot van me belangstelling toont. Niet door te vragen wat er met mij precies aan de hand is, maar wel door zo nu en dan eens iets van zich te laten horen."

"Als vereniging kun je best wat doen voor jongeren in nood. Wel moet eerst gezien worden welke nood er kan zijn bij jongeren, en dan hoe te helpen! Daarna kan ieder wel wat doen, bidden, ook als vereniging!"

Dhr. J.H. Mauritz wijst op vrienden die een verlamde bij de Heere Jezus brengen. "Daar wordt niet gesproken over een team van hulpverleners. In dit bijbelgedeelte gaat het over mensen die een vriend bij de Heere brengen. En dat is de beste hulp die we kunnen bieden. Soms is het niet mogelijk om konkreet iets te doen voor een jongere in nood. Laten we elkaar dan op de Heere wijzen. Hij is een Toevlucht, en Sterkte en krachtiglijk bevonden een Hulp in benauwdheden (Psalm 46). Op de vereniging mogen we ook in het gebed aan elkaar denken. En vergeet ook de ander in je persoonlijke gebed niet."

 


Jong zijn... met vallen en opstaan

Jongeren kunnen vaak met vragen rondlopen waar niet makkelijk over gesproken wordt met anderen. Vaak wordt er een eenzame strijd gestreden...

"Een eenzame strijd...". Dat is de titel van het verhaal van mevr. A. den Uil - van Golen.

Het verhaal gaat over een jongen die worstelt met zijn homofiele geneigdheid. Een strijd die hij alleen moet voeren... Met wie kan hij hier over spreken? Duidelijk blijkt ook in het verhaal dat er Iemand is bij wie hij terecht kan.

Het verhaal is op aanvraag verkrijgbaar op het bondsbureau, Postbus 79, 3440 AB  Woerden, tel. 03480-18587.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

Mivo +16 | 28 Pagina's

3. Oog voor elkaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

Mivo +16 | 28 Pagina's