1. Door de eeuwen heen
Crematie is één van de vier vormen van lijkbezorging. Deze vier vormen worden aangeduid naar de vier elementen aarde, water, lucht en vuur.
1. De eerste vorm is voor iedereen bekend: het begraven of het ter-aarde bestellen. Het lichaam van de overledene wordt in een kist geplaatst en op een kerkhof begraven.
2. In sommige kulturen kent men een vorm van lijkbezorging waarbij men het lichaam laat afdrijven op de zee of op een rivier. Men meent dan dat het lichaam in de onbekende en verre streken een bestemming zal krijgen.
3. Een minder bekende vorm is het aan de lucht blootstellen van het lijk. Het dode lichaam is een prooi voor de roofdieren en roofvogels. Om te voorkomen dat de roofdieren het gehele lichaam nemen, wordt dit soms op hoge stellages neergelegd. Door de invloed van de natuur zullen uiteindelijk alleen de beenderen overblijven. Deze ontvangen vaak een plaats in het huis van de nabestaanden.
4. Lijkverbranding komt vooral voor in Japan en India (onder invloed van het Boeddhisme) en op Bali (onder invloed van het Hindoeïsme). Van de Melanesiërs is bekend dat ze de as van het verbrande lijk mengen met een soort kokosmelk, waardoor een soort brij ontstaat. Met deze brij smeren de rouwenden zich daarna van top tot teen in.
Wat is crematie?
Crematie is het ver-assen van een lichaam bij zeer hoge temperaturen.
Vroeger werd het lichaam rechtstreeks aan de vlammen blootgesteld. In de moderne crematoria is dit niet meer het geval. Het lichaam wordt in gloeiend hete lucht (± 800 tot 1000°C) geplaatst.
Het ver-assings-proces duurt ongeveer een uur. Daarna wordt de as, al of niet in het bijzijn van de nabestaanden, uitgestrooid of in een urn, een soort kruik gedaan. Deze urn wordt dan op een begraafplaats of met naamplaatjes in een urnenmuur (columbarium) geplaatst.
Lijkbezorging in de oudheid
De oudste vorm van lijkbezorging is het begraven. De "vader" van de moderne lijkverbranding, Jacob Ludwig Grimm, stemt dit toe als hij zegt: "... dat de oudste vorm van ter aarde bestelling bij álle volken het begraven is geweest". Archeologisch onderzoek bevestigt dit. Vondsten uit de zogenaamde prehistorie laten lichamen in een bepaalde houding zien; door stenen omgeven, dus ingegraven.
In Egypte werd het lichaam eerst gebalsemd en daarna begraven. De Egyptenaars geloofden namelijk in het voortbestaan na de dood. De prachtige "dodesteden" waarvoor kosten noch moeite gespaard werden (in tegenstelling tot de armoedige omstandigheden, waaronder de meeste Egyptenaars leefden) maken duidelijk dat voor deze mensen het leven na de dood een belangrijke rol speelde. Vandaar dat zij het balsemen, mummificeren en begraven verkozen boven het verbranden. Wanneer we de geschiedenis doornemen, valt het op dat naarmate het geloof in het voortbestaan na de dood afneemt, de bereidheid tot crematie toeneemt.
Voorstanders van crematie beweren dat, naarmate de volken in de oudheid beschaafder werden, zij de lijkverbranding boven de begrafenis verkozen. Hierbij beroepen zij zich op de geschiedenis van de Romeinen en de Grieken. Nu is het zo dat de geschiedenis meldt dat van oudsher in Griekenland werd begraven. Pas later lezen we van verbranding. Nog later, toen Griekenland aan de top van zijn beschaving stond, was lijkverbranding al weer afgeschaft. De soldaten die in het buitenland sneuvelden, werden niet verast, maar zij werden in het vaderland begraven.
Ook de Romeinen begroeven hun doden in oude tijden. Crematie kwam onder hen pas in zwang, nadat een zekere generaal besloot zich na zijn dood te laten verbranden. Deze man was namelijk bang voor ontering van zijn lijk als gevolg van de wraakzucht van zijn vijanden.
Het beroep van voorstanders van crematie op Grieken en Romeinen onder het motto "hogere beschaving" gaat dus niet op. Het is zelfs zo dat het romeinse rijk in die tijd bekend stond om de grote zedeloosheid. Het tegenovergestelde is vaak waar dat met de komst van het christendom heidense gebieden beschaafder worden en dat crematie vervangen wordt door begraving. En in onze tijd zien we het tegenovergestelde gebeuren: kerken lopen leeg en het aantal crematies neemt toe.
Zie PDF voor foto. Graf met sluitsteen; de ronde steen, in de vorm van een molensteen, kan in een gleuf worden gerold. Als men de steen naar rechts rolt, wordt het graf afgesloten. Overgenomen uit: Christelijke Encyclopedie, pag. 28.
Rol van het christendom
De rol van het christendom blijkt heel duidelijk uit de geschiedenis. De kerk heeft van meet af aan de lijkverbranding afgewezen. Waar het christendom zijn intrede deed in de heidenwereld, moest de lijkverbranding ter plaatse verdwijnen. Typerend is in dit verband het optreden van Karel de Grote. Op het concilie van Paderborn in 785 liet hij een verbod tot lijkverbranding uitgaan voor alle volken in Germanië. Hij verbood bijzetting van de as in de heuvels van de heidenen en verbond daar de doodstraf aan: "Wie het lichaam van een gestorven mens, naar de rite (= wijze) der heidenen, door de vlammen doet verteren en beenderen verbrandt tot as, die zal onthoofd worden. Wij bevelen dat de lijken zullen gebracht worden naar de kerkhoven en niet naar de grafheuvels der heidenen".
Alleen rond de Oostzee (Estland en Letland) bleef gedurende al die jaren tot aan de reformatie de lijkverbranding bestaan.
Opvallend is het tijdstip waarop de lijkverbranding weer zijn intrede deed. Dit gebeurde 1000 jaar na het concilie van Paderborn. Het was de tijd van de Franse revolutie. De tijd van "geen God en geen meester". De tijd, waarin men bewust breken wilde met alles waaraan men voorheen zo'n grote waarde hechtte. Ook met de christelijk waarden werd gebroken.
Er gingen weer stemmen op die pleitten voor invoering van crematie. In 1849 verscheen het boek van Jacob Ludwig Grimm "Über das Verbrennen der Leichen". Hij wordt wel de "vader van de moderne lijkverbranding" genoemd. Toch was hij geen pleitbezorger voor crematie. Wel heeft hij door zijn boek anderen aan het denken gezet. Iemand die duidelijk propaganda heeft gemaakt voor de lijkverbranding was Jacobus Moleschott, een Nederlandse professor te Heidelberg. Van die tijd af kwam in heel Europa de lijkverbranding in de schijnwerpers te staan.
Tegen de zin van het Vaticaan, werd vooral in Italië reklame gemaakt voor het cremeren van lijken. Het eerste crematorium werd in 1873 in Milaan gebouwd. Het tweede volgde in 1878 te Gotha (Duitsland). In dit crematorium werd Multatuli gecremeerd!
Crematie in Nederland
In 1913 werd in Velzen het eerste crematorium gebouwd. Op 1 april van het jaar 1914 werd hier als eerste dr. C.J. Vaillant gecremeerd. Hij was het oudste lid van de Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding.
In Nederland was het cremeren verboden. Na de eerste crematie werd dan ook in opdracht van de autoriteiten een proces-verbaal opgemaakt. Het kwam echter niet tot strafvervolging, omdat er een tekort in de Wet uit 1869 bleek te zitten. In het eerste artikel van deze wet stond dat elke overledene in een behoorlijk gesloten kist op een begraafplaats diende begraven te worden. In die wet stond echter niet, wie er voor dat begraven verantwoordelijk was. Bij de eerste crematie werd deze wet overtreden. Het probleem lag echter daarin dat men niemand verantwoordelijk kon stellen. In feite betekende dit een open deur voor crematie.
Het duurde tot 1955 voordat de crematie mogelijk gemaakt werd op wettige wijze. Wel moest er aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. In het jaar 1968 volgde de volledige gelijkstelling van begraven en cremeren.
Zie PDF voor foto. De as van de gecremeerde wordt in een urn gedaan en vervolgens in een columbarium (urnenmuur) geplaatst. Foto: dhr. B. de Jong.
Prof. dr. J. Douma noemt in zijn "Christelijke ethiek" (Capita Selecta I) de volgende vier veelgehoorde zakelijke motieven vóór crematie:
Argument 1. Cremeren is hygiënisch. Een kerkhof kan gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De as van de gecremeerden bederft het milieu daarentegen in geen enkel opzicht.
Antwoord. De tegenwoordige kerkhoven leveren geen enkel bezwaar op voor de gezondheid. De Wet op de Lijkbezorging bepaalt nauwkeurig dat een begraafplaats tenminste 50 meter van elke bebouwde kom moet liggen en tenminste 2500 meter van waterwinningsbedrijven.
Argument 2. Cremeren is economisch. Het is voordeliger dan begraven. Je hoeft geen dure grond, dure kist, dure steen en langdurig onderhoud te betalen.
Antwoord. Cremeren is (of wordt) goedkoper dan begraven. Maar niemand zal, wanneer hij zijn laatste verplichting tegenover de overledene nakomt vanuit een gevoel van liefde, uitsluitend op grond van het kostenaspekt kiezen voor cremeren boven begraven. Alleen mensen die de keus voor crematie reeds gemaakt hebben, zullen zich hierdoor aangesproken voelen.
Argument 3. Ons land is al zo dichtbevolkt, we hebben weinig grond beschikbaar. Waarom dan grote en uitgegestrekte begraafplaatsen, als cremeren zoveel minder ruimte vraagt?
Antwoord. In Nederland kampt geen enkele gemeente met een tekort aan grond voor kerkhoven.
Argument 4. Het aesthetisch argument: Begraven betekent ontbinding. Tijdens het crematieproces wordt het gehele lichaam binnen een enkel uur teruggebracht tot ongeveer 2 tot 4 kg. van de fijnste poedervormige as.
Antwoord. Het langzame proces in het graf wordt in het crematorium versneld. In het graf kijken is inderdaad moeilijk, maar zou in de oven kijken zoveel anders zijn ...? Met aesthetische argumenten (aesthethica = schoonheidsleer) kunnen we beter bij de dood en onze doden wegblijven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1985
Mivo +16 | 24 Pagina's
