8. Visueel gehandicapten
Visueel gehandicapt, wat houdt dat eigenlijk in?
"Visueel" is afgeleid van het latijnse werkwoord "videre", dat "zien" betekent, terwijl een ander woord voor "handicap" "belemmering" is.
Iemand die visueel gehandicapt is, is dus belemmerd in zijn gezichtsvermogen. Het hoeft niet altijd zo te zijn, dat een visueel gehandicapte totaal blind is. Dikwijls heeft hij nog wat gezichtsresten. We leggen het begrip "visueel gehandicapt" eerst uit omdat het soms verkeerd wordt begrepen. Dit blijkt uit het volgende voorval.
Op zekere dag belde iemand naar Schiphol met de vraag of men gehandicapte mensen helpt met het gaan naar het vliegtuig. Het antwoord was positief. Toen de persoon vertelde dat hij visueel gehandicapt was, werd er gevraagd: "Brengt u uw rolstoel mee of moeten wij er voor een zorgen?" Daarom gebruiken we liever het woord "blind" dan "visueel gehandicapt".
Als ouders een blind kindje krijgen
Ouders, die een blind kind hebben, kunnen tegenwoordig vanaf de geboorte van dit kind begeleid worden door een maatschappelijk werker of werkster, die verbonden is aan het blindeninstituut. Vroeger was er weinig of geen sprake van begeleiding en moesten onze ouders zelf maar zoeken naar een antwoord op de vragen die bij hen opkwamen. Het kontakt met het instituut bestond slechts uit enkele bezoeken, waarbij de ouders de volgende adviezen kregen:
- Laat uw kind alles zoveel mogelijk zelf doen.
- Probeer uw kind geplaatst te krijgen op een kleuterschool voor ziende kinderen. Zo leert het kind dan al heel jong om te gaan met andere kinderen.
- Trek het blinde kind niet voor boven uw ziende kinderen.
Wanneer ouders een blind kind gekregen hebben, verwerkt ieder ouderpaar dit anders. Onze ouders gingen er van uit dat elk kind dat geboren wordt, een geschenk van God is. Zo hebben zij steeds kunnen zien dat ook onze opvoeding een taak is die de Heere hen op de schouders legde.
Zij leerden ons - en hielden dat zichzelf steeds voor ogen - om niet te kijken naar anderen, die het beter hebben dan wij.
Het leren van bepaalde handelingen aan het blinde kind gaat spelenderwijs, maar wel is er meer geduld voor nodig dan bij ziende kinderen. Dit komt doordat het ziende kind kijkt naar de bewegingen van de ander en deze gaat nadoen, terwijl bij het blinde kind iedere beweging met het kind gemaakt moet worden, zodat het voelt wat de ander doet.
Zowel voor ziende als voor blinde kinderen geldt, dat er vroeger geen aandacht werd besteed aan het nut van speelgoed. Tegenwoordig is dit anders. Bij speelgoed voor zienden let men in eerste instantie op felle kleuren en eventuele plaatjes, terwijl het blinde kind speelgoed gebruikt, dat duidelijk voelbare vormen heeft en geluid maakt.
Hoe ervaren wij onze blindheid?
Het is erg moeilijk om, wanneer je vanaf je geboorte blind bent, precies te beschrijven hoe je je blindheid ervaart. Waarschijnlijk is het voor jullie even moeilijk te zeggen hoe je het beleeft om te kunnen zien.
Zoa ls het voor iedere handicap geldt, levert het blind zijn nogal wat belemmeringen op. Deze belemmeringen bestaan op allerlei gebied en ze worden pas gemerkt bij het omgaan met zienden. Een blinde kan zich nu eenmaal niet zo vrij en gemakkelijk bewegen als een ziende.
Dit komt, doordat een blinde altijd bedacht moet zijn op in de weg staande voorwerpen. Daarom zal hij op straat behoedzamer wandelen dan een ziende.
Het verrichten van alledaagse handelingen kost ons meer tijd dan jullie. Soms is het moeilijk om dit te aksepteren. Het is belangrijk dat de ziende niet ongeduldig wordt als hij/zij de blinde iets leert.
Als dit geduld niet aanwezig is, krijgt de blinde heel gauw een houding van: "Ik kan dat niet", met alle nare gevolgen van dien. Hij denkt dat hij veel minder kan dan in werkelijkheid het geval is en zo ontstaat dan een minderwaardigheids-kompleks. Nu wordt het meteen ook duidelijk, dat een lichamelijk gebrek ook pijnlijke sociale gevolgen kan hebben. Het is zelfs zo, dat de sociale gevolgen van de handicap vaak veel meer verdriet veroorzaken dan de handicap zelf.
Op eigen benen staan
Veel ouders zijn te bezorgd voor hun blinde kinderen. Ze kunnen ze moeilijker loslaten dan hun ziende broers of zusters. Toch is het voor een blinde even belangrijk als voor een ziende, dat hij later voor zichzelf kan zorgen. Het "op eigen benen" staan, geeft de blinde het gevoel van zelfvertrouwen en zelfstandigheid.
Dit is immers datgene, waar ouders met hun kinderen naar proberen te streven. Het is heel goed mogelijk om als blinde normaal te funktioneren in het leven van alle dag. In de periode dat je op het instituut verblijft, bestaat er een voortdurend kontakt tussen ouders, internaatsleiding en onderwijzend personeel over de vorderingen van hun kind op weg naar de zelfstandigheid.
Er zijn in ons land drie blindeninstituten: in Zeist, Bussum en Nijmegen. Op het terrein van het instituut staan verscheidene internaten, een braille- en een slechtziendenschool en een medische dienst. Die internaten zijn er, omdat er kinderen uit het hele land naar het instituut komen. Op de slechtziendenschool leren de kinderen "zwartschrift" lezen; in het begin met grote letter. Later worden die letters kleiner, totdat ze op normale grootte zijn. (Onder "zwartschrift" verstaan we de letters, zoals jullie die lezen).
Het brailleschrift
Het onderwijs op de brailleschool kun je vergelijken met het onderwijs op een gewone basisschool. In de eerste klas van de basisschool leren de kinderen het brailleschrift. Dit bestaat uit zes punten: drie links en drie rechts onder elkaar. Met deze zes punten kunnen alle lettertekens en cijfers in alle talen en in de wiskunde worden gemaakt. Zes punten lijkt weinig, maar bij het brailleschrift gaat het niet om de hoeveelheid punten, maar om de manier, waarop deze punten ten opzichte van elkaar geplaatst zijn. Eén punt linksboven en één rechtsboven is de letter "c", terwijl een "b" gemaakt wordt door één punt linksboven en één linksmidden. (Zie PDF pagina 44).
Gymnastiek en stoklopen
Ook de gymnastieklessen zijn voor blinde kinderen veel belangrijker dan voor ziende kinderen. De houding van een blinde is namelijk veel stijver dan die van een ziende. Dit komt, doordat een ziende weet waar hij loopt en niet bang hoeft te zijn ergens tegenop te lopen. Dit is wel het geval bij blinden.
Op de basisschool wordt een apart vak geleerd, het zogenaamde "stoklopen". We leren, hoe we ons zelfstandig moeten bewegen in het verkeer, met behulp van de witte stok. Tegelijkertijd beschermen we onszelf met deze stok tegen eventueel in de weg staande obstakels (auto's die half op de stoep geparkeerd staan etc.).
Tegenwoordig probeert men blinde kinderen te plaatsen op basisscholen voor zienden. Ze worden dan wel speciaal begeleid door leerkrachten van het blindeninstituut bij het leren van het brailleschrift en bij aanpassingsproblemen, die zich kunnen voordoen. Deze kunnen worden veroorzaakt doordat blinde kinderen thuis teveel aandacht krijgen en zodoende graag in het middelpunt van de belangstelling staan.
Studie, werk en vrije tijd
Er zijn heel wat studiemogelijkheden voor een blinde. Het is echter wel de vraag wat de afgestudeerde in de praktijk met zijn kennis kan doen. Het is bijvoorbeeld gemakkelijker voor een blinde om leraar te worden dan fysiotherapeut. De fysiotherapeut heeft bij zijn werk zijn ogen meer nodig dan een leraar. Om te studeren moet een gehandicapte wel veel initiatief en doorzettingsvermogen hebben om de problemen, die zich aan hem voordoen, op te lossen. Als een gehandicapte niet in staat is om te studeren, dan kan hij een beroepsgerichte opleiding volgen, zoals voor telefoniste, typiste, metaalbewerker, bezigheidstherapeute. Omdat de automatisering in de maatschappij steeds groter wordt en de werkloosheid daardoor toeneemt, wordt het voor de blinde steeds moeilijker om een passende werkkring te vinden. Al heel gauw komt hij terecht op een sociale werkplaats. Als een werkgever een blinde niet aanneemt, heeft dit niet alleen te maken met de gedachte dat de blinde hulpeloos en onkundig zou zijn. Ook wijken de uiterlijke verzorging en de algehele presentatie van de blinde nogal eens af van wat de werkgever redelijkerwijze meent te mogen verwachten. Als aan deze belangrijke aspekten de nodige aandacht wordt besteed, dan blijkt, hoe bepaalde vooroordelen uit de weg kunnen worden geruimd. Omdat de werkgelegenheid steeds schaarser wordt, verdient ook de vrijetijdsbesteding van de blinde de nodige zorg. Gelukkig zijn er op dit gebied veel mogelijkheden zoals: muziek, sport, spel en handwerken.
De blindenbibliotheken bezitten een grote hoeveelheid brailleboeken. Daarnaast hebben ze ook boeken, die ingelezen zijn op kassettes. Er zijn ook veel gezelschapsspelen in braille. Hierbij is het erg fijn, dat ook zienden mee kunnen spelen: tekens en letters zijn zowel aangebracht in braille- als in zwartschrift. Dit "samenspel" bevordert de integratie van de blinde in de samenleving. Dit is voor de blinde heel belangrijk. Hoeveel situaties zijn er niet, waarbij het kontakt tussen mensen onderling een rol speelt? Het leggen van kontakten met zienden valt voor blinden niet altijd mee. Toch hadden wij tijdens onze vakantie in een zomerkamp van de Jeugdbond een fijn kontakt met de groep. We werden geaksepteerd zoals iedere andere deelnemer en bij het uitgaan kregen we spontaan hulp. Het is zaak dat wij, of we nu blind zijn of zien, op de juiste manier tegenover elkaar staan. Hoe dan? Niet opdringerig, niet te zelfverzekerd, niet achterdochtig, maar ook niet terughoudend. Het is van groot belang om open en eerlijk met elkaar om te gaan. Als we dit ook in de kerkelijke gemeente en op verenigingen in praktijk brengen, neemt de blinde eenzelfde plaats in als de ziende.
Misschien klinkt het jullie vreemd in de oren, maar het kan soms juist positief zijn als je de mensen niet kunt zien. Vooroordelen hebben we immers al gauw, alleen al bij het zien van iemand. Iemands uiterlijk of manier van doen spelen daarbij een heel belangrijke rol. Als je bij iemand op bezoek komt, bekijk je de gastheer of -vrouw in één oogopslag van top tot teen. Zo vormen jullie je dan een beeld van die persoon. Bij ons ligt dit anders. Wij zijn helemaal gericht op wat iemand zegt. Daaruit leiden wij af, hoe hij of zij op ons overkomt.
Wij hopen, dat het bovenstaande jullie een idee geeft, hoe wij als blinden leven.
Hoewel er zich in ieders leven telkens weer moeilijkheden voordoen, weten we, dat de Heere boven alles staat. Als we aan onszelf zouden zijn overgelaten, zouden we steeds maar weer opstandig zijn. Maar als we zien op de vele zegeningen die we elke dag weer van de Heere krijgen, kunnen we alleen maar zeggen:
Laat Hem besturen, waken, 't is wijsheid wat Hij doet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981
Mivo +16 | 83 Pagina's