2. Gehandicapten - mensen zoals wij
Is het waar dat gehandicapten mensen zijn zoals wij? Ze zijn toch anders? In dit boekje gaat het toch over verschillende wijzen waarop mensen gehandicapt - en dus anders - kunnen zijn?
In ons land is ongeveer een miljoen mensen op een of andere manier lichamelijk of verstandelijk gehandicapt.
Er zijn inderdaad gehandicapten die er niet "anders" uitzien, omdat hun handicap niet zichtbaar is. Denk maar eens aan de vele mensen die tengevolge van een hartgebrek niet meer kunnen leven zoals zij graag zouden willen. Bij enige inspanning voelen zij hun krachten wijken en moeten ze stoppen om erger te voorkomen. Zij moeten er op attent zijn dat ze voldoende nachtrust krijgen en al het "zware" werk, zoals het tillen van boodschappen en koffers, moeten ze aan anderen overlaten.
Juist omdat hun handicap niet zichtbaar is, zal er vaak teveel van hen verwacht worden.
Ook onder de verstandelijk gehandicapten zijn er van wie te veel verwacht wordt, omdat zij er niet "anders" uitzien... Verreweg de meeste gehandicapten hebben echter een zichtbaar gebrek. Zij kunnen bijvoorbeeld hun ledematen niet gebruiken of hun spieren niet beheersen, waardoor ze in ons oog zinloze bewegingen maken of vreemde gelaatsuitdrukkingen tonen. Dit wekt bij velen de indruk dat zij behalve lichamelijk ook verstandelijk gehandicapt zijn. En het is voor een lichamelijk gehandicapte pijnlijk te moeten ervaren als een verstandelijk gehandicapte behandeld te worden.
Veel verstandelijk gehandicapte medemensen hebben zulke ernstige afwijkingen dat we niet of nauwelijks kontakt met hen kunnen hebben. Zij zijn bedlegerig, kunnen meestal niet spreken en kauwen, waardoor ze als een baby verzorgd moeten worden. En zijn zij dan toch mensen zoals wij?
Om daar een antwoord op te geven, werken we de begrippen "mensen", "wijzelf" en "gehandicapten" verder uit.
Mensen
In een plaatselijk blad in de Vechtstreek beantwoordde een dierenarts in ieder nummer ingezonden vragen. Zo was er eens van een jeugdvereniging een vraag binnengekomen: "Is het waar dat de mens van een aap afstamt?"
Zijn antwoord was: "Best mogelijk dat jullie er van afstammen, maar ik gelukkig niet. Ik weet op grond van Genesis 1 dat ik door God geschapen ben". De jongelui konden het er mee doen.
En ook wij weten gelukkig dat wij, mensen, door God zijn geschapen en niet op één of andere duistere wijze zijn ontstaan. Bovendien weten we dat de Heere volmaakt is, ook in wijsheid. Hij vergist Zich nooit. Dat zou ook niet kunnen, want dan zouden er gebreken, tekorten zijn in het Goddelijk Wezen.
De oneindige wijsheid van God komt ook openbaar in het feit dat alle mensen verschillend zijn. Het kan zijn dat er, zoals bijvoorbeeld bij tweelingen, veel overeenkomsten zijn, maar twee totaal eendere mensen komen niet voor. De verschillen zijn niet alleen lichamelijk zichtbaar maar ook merkbaar in karakter en begaafdheid. Ieder mens is een uniek wezen, met wijsheid zó gemaakt als de Heere dat wil.
Ze zijn echter wel allen geschapen met hetzelfde doel: tot eer van God. Daarom heeft elk mensenleven zin, ook het leven van hen die zelf niet weten dat ze leven. Als we dat ontkennen, zeggen we daarmee dat de Heere fouten maakt, ja dat er bij de Allerhoogste sprake zou zijn van "on-zin".
Bij het maken, scheppen, doen geboren worden van mensen heeft de Heere gaven uitgedeeld. Onverdiende gaven. Alle gaven die we bezitten, hebben we dus ontvangen uit Gods hand en niet zelf verworven. Wel is er verscheidenheid in gaven en verschil in de mate waarin de Heere deze geeft. En zoals de Heere met Zijn schepping kan doen wat Hij wil, zo heeft Hij ook het recht van ons, Zijn schepselen, te vragen dat wij werken met onze van Hem ontvangen gaven en ze te gebruiken tot Zijn eer.
God heeft ons dus een opdracht gegeven, die afgestemd is op onze persoonlijke gaven. (Zie Matth. 25: de gelijkenis van de talenten). De Heere vraagt geen tien talenten terug van hen die er maar één ontvingen.
Alle mensen, hoe verschillend ook, hebben toch een belangrijke overeenkomst. Dat is dat zij uit zichzelf niets goeds kunnen doen, dat zij in alles afhankelijk zijn van God hun Schepper.
Een andere overeenkomst is dat ieder mens "van nature" hoogmoedig is, boven de ander wil staan en als God wil zijn. Iedereen heeft ook behoefte aan aandacht en liefde, een behoefte om geaksepteerd te worden, erbij te horen, iets te betekenen.
Wijzelf
Laten we nu eens naar onszelf kijken.
Hoe zien wij onszelf? Beoordelen we onszelf wel juist, of leggen we andere maatstaven aan dan bij anderen?
Herkennen we de belemmeringen bij onszelf? (Het woord handicap betekent belemmering). Of proberen we ons altijd groot te houden. Willen we sterker, begaafder, rijker en beter lijken dan we zijn?
In dat geval aksepteren we onszelf ook niet zoals we zijn. In wezen vinden we dan dat de Heere ons te weinig gaven heeft gegeven. En dat terwijl we niets verdiend hebben!
Het kan ook zijn dat het ons onverschillig laat en dat we niet werken (woekeren) met de gaven (talenten).
Anderen zien neer op hen die minder hebben, die niet zo hard (of heel niet) kunnen lopen; die niet zo goed (of heel niet) kunnen leren.
Hebben wij wel respekt voor hen die "anders" zijn, of scheppen wij op over ons mooie rapport, over onze spierkracht? Doen we alsof we alles dat we hebben gekregen, zelf verdiend hebben?
Wij hebben er behoefte aan er bij te horen en willen geen buitenbeentjes zijn.
We willen geaksepteerd worden met onze fouten en gebreken; liever nog willen we uitblinken en boven anderen uitsteken. We vinden het prettiger anderen te helpen dan geholpen te worden. Misschien hebben we onszelf nog nooit zo goed bekeken, en houden we de ogen gesloten voor onze eigen fouten.
Dan is het hoog tijd eens bij onszelf naar binnen te zien om te ontdekken wie we zijn en hoe we zijn. Dan schrikken we misschien van onszelf, maar het is pas mogelijk een ander te begrijpen als we onszelf kennen. Dan pas kunnen we respekt voor een ander hebben en hem op de juiste wijze zien. Het is pas mogelijk een appèl op een ander te doen, als we zelf verantwoordelijkheid op ons durven nemen. Als we onszelf aksepteren zoals we zijn, kunnen we ook een ander daarmee helpen.
Zelfakseptatie houdt in dat we oog hebben voor de gaven die we hebben ontvangen en dat we die ook waarderen. Het houdt ook in dat we ons niet blind staren op hetgeen ons is onthouden. Het betekent "dank U, Heere!" zeggen voor de wijze waarop we gemaakt zijn. Het is een goedkeuren van wat de Heere met ons doet.
Pas als we ervaren hoe hoogmoedig we zijn, ondanks de strijd die we er wellicht tegen voeren, zullen we het de ander niet kwalijk nemen als hij zichzelf iedere keer weer probeert te handhaven. Het heeft geen zin weg te kruipen achter onmacht en te zeggen: "Ik ben nu eenmaal zó", want ieder mens is verplicht te strijden tegen eigen zonden en tekortkomingen. Als ons de macht ontbreekt ons te bekeren, dan zegt de Heere: "Mij is gegeven alle macht!" Wanneer ons de wijsheid ontbreekt, dan wil de Heere die mildelijk geven en Hij zal niet verwijten! Ja, al wat ons ontbreekt, schenkt Hij mild en overvloedig aan hen die er om smeken. Smeken is meer dan vragen. Het is geen dwingend eisen, maar het is in het besef van onwaardigheid ootmoedig bidden om het uit genade te mogen ontvangen.
Gehandicapt - zijn
Wat betekent het gehandicapt te zijn?
Het stellen van deze vraag is gemakkelijker dan het beantwoorden ervan. Gehandicapten zijn immers mensen die net als niet-gehandicapten ook allemaal verschillend zijn. Ook zij hebben hun eigen achtergrond, opvoeding en karakter. Dit zijn belangrijke faktoren die meespelen bij de wijze waarop een handicap wordt ervaren. Er is echter nog veel dat hierbij genoemd kan worden. We kennen allen het spreekwoord "wat niet weet, dat niet deert". Dat is ook van toepassing op hen die op een zeer laag verstandelijk niveau funktioneren. Zij weten niet dat zij "anders" zijn. De begrippen meer en minder kennen zij niet en zij weten ook niet wat verstand is. Velen van hen zijn blij met alle kleine dingen en merken die ook op. Hun "anders-zijn" is dus voor hen zelf niet moeilijk.
Dit wil echter niet zeggen dat alleen de mate van intelligentie bepalend is voor de manier waarop een gehandicapte zijn belemmering ervaart. Het is ook de wijze waarop het verstand gebruikt wordt, en waarop ze hun gevoelens de baas kunnen blijven. Verder is erg belangrijk welke eisen ze zichzelf stellen en de verwachtingen die ze hebben gekoesterd ten aanzien van de toekomst. Deze kunnen immers van het ene ogenblik op het andere de bodem ingeslagen zijn, als de invaliditeit door een ongeluk werd veroorzaakt, omdat er dan geen voorbereiding was. Weer heel anders zullen de ervaringen zijn van iemand die tengevolge van een slopende ziekte langzaam maar zeker het gebruik van de ledematen moet missen. Vanzelfsprekend zal ook de leeftijd een rol spelen. Een achttienjarige jongen zal heel wat meer toekomstplannen hebben dan een tachtigjarige vrouw. En iemand die met een handicap geboren is, zal dit weer op een andere wijze verwerken.
Een van de oorzaken dat een lichamelijke handicap zo moeilijk aanvaard wordt, is het feit dat prestaties in onze tijd zo hoog gewaardeerd worden! Gelukkig dat de Heere andere maatstaven aanlegt!
Het beroep dat wordt uitgeoefend kan ook een rol spelen. Het zal bijvoorbeeld voor een horlogemaker veel moeilijker te aksepteren zijn om het gebruik van zijn ogen te moeten missen, dan voor een telefoniste. En een metselaar zal zich meer gehandicapt voelen als hij in een rolstoel terechtkomt dan een kantoorbediende. De een zal blij zijn dat zijn handicap niet zichtbaar is, terwijl de ander dat juist als een extra belasting ervaart. Daar speelt ook het karakter in mee.
Wij en de ander
We hebben nu naar onszelf gekeken èn naar hen die gehandicapt zijn, zowel in hun anders zijn als in hun overeenkomsten met niet-gehandicapten. Een belangrijke vraag is nu hoe we met elkaar omgaan.
Daarbij zien we drie houdingen.
— Op hen neerzien
Velen van ons zien neer op hen die in ons oog minder zijn, omdat ze minder begaafd, minder sterk, minder lenig zijn, kortom minder mogelijkheden hebben. We willen dan zo min mogelijk met hen te maken hebben en lopen met een boog om hen heen. We zijn er inmiddels wel achter gekomen dat dit fout is. Toch zullen we ondanks dat we het weten steeds weer in diezelfde fout vervallen.
— Tegen hen opzien
Het kan ook dat we tot die groep behoren die de neiging heeft tegen gehandicapten op te zien, hen te verwennen, in de watten te leggen, naar de ogen te zien. Dan voert ons medelijden de boventoon. Maar daarmee is de ander ook niet geholpen. Sommigen zullen er gebruik van maken, maar anderen zullen er boos om worden of zich bezeerd voelen.
— Tussen ons innemen
We kunnen onze medemensen, wie het dan ook zijn, maar vooral die gehandicapt zijn, het beste helpen, door hen tussen ons in te nemen, en er naast te gaan staan. Zij zijn immers mensen zoals wij, die ook zo veel mogelijk zelf willen doen, die er ook bij willen horen. Die, zoals wij, ook graag willen dat anderen uitgaan van wat ze kunnen en niet van wat ze niet kunnen. Zo kunnen wij hen helpen zichzelf te aksepteren. En dat is uiterst belangrijk. Wanneer gehandicapten zich laten verwennen, dan zijn zij er mee geholpen als we er hen ook op wijzen dat hun plaats tussen ons in is, omdat zij mensen zijn zoals wij.
Als mens zien
Mensen met een handicap klagen nog al eens dat er meer aandacht is voor hun handicap dan voor hen zelf.
Als zij verdrietig, humeurig of boos zijn, wordt dit vaak met hun handicap in verband gebracht, terwijl vergeten wordt dat zij mensen zoals wij zijn en dat wij allemaal weleens uit ons evenwicht zijn.
De mens achter de (lichamelijke) handicap heeft ook behoefte aan aandacht voor zichzelf, meer dan voor hetgeen hij moet missen. Laten we dan ons best doen om die anderen te leren kennen zoals zij zijn.
Dan pas zullen we ontdekken dat zij mensen zijn zoals wij.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 1981
Mivo +16 | 83 Pagina's