JBGG cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van JBGG te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van JBGG.

Bekijk het origineel

Jerobeam en zijn zoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jerobeam en zijn zoon

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zonde van Salomo

Op de berg Moria staat de prachtige tempel, die de Koning Salomo gebouwd heeft. Daar woont de Heere in het midden van Zijn volk. De tempel in Jeruzalem roept het volk toe: 'Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben!'
Het gaat goed met het volk Israël onder de regering van koning Salomo. Ze hebben een wijze koning, die zijn volk voorgaat in de dienst van de Heere. De Heere zegent Salomo met rijkdom. In zijn voorspoed volhardt hij echter niet de Heere te volgen. In Deuteronomium 17 heeft de Heere verboden veel vrouwen te hebben. Salomo slaat het verbod in de wind en heeft vele vrouwen lief. De vreemde vrouwen, die hij naar zijn paleis brengt, verleiden hem tot het kwaad. Elke heidense vrouw brengt haar eigen afgoden en priesters mee naar Jeruzalem. Op de heuvels, dicht bij de tempel van de Heere, verrijzen hoogten voor de heidense afgoden. Salomo wil zijn vrouwen ter wille zijn en hun de gelegenheid geven hun godsdienst uit te oefenen. Op deze eerste stap volgt spoedig een tweede. Salomo neemt ook deel aan de offerplechtigheden van de heidense afgoden. Zo vertoornt hij de Heere, Die hem twee keer verschenen is en hem toen gezegd heeft geen andere goden na te wandelen. Salomo is van God afgeweken, daarom zal de Heere het Koninkrijk van hem afscheuren. Zijn zoon zal één stam krijgen. De Heere blijft trouw aan Zijn woord, dat Hij gesproken heeft tot David.

Ahia en Jerobeam

Door de poort van Jeruzalem loopt een jonge man. Het is Jerobeam. Hij is door koning Salomo aangesteld tot opzichter over de stammen Efraïm en Manasse. Er nadert in de verte nog een man. Het is de profeet Ahia, die uit Silo komt. Als Ahia Jerobeam ziet, blijft hij staan op de weg. Hij heeft voor Jerobeam een heel belangrijke boodschap van de Heere. Ahia trekt zijn nieuwe mantel uit. Voor het oog van de verbaasde Jerobeam scheurt hij hem in twaalf stukken. Dan spreekt hij de woorden van de Heere: 'Neem u tien stukken, want alzo zegt de Heere, de God Israëls: 'Zie, Ik zal het koninkrijk van de hand van Salomo scheuren en u tien stammen geven'. Eén stam zal voor het huis van David zijn. Dit is de grote straf van de Heere, omdat het volk zich neergebogen heeft voor de afgoden van de heidense volken die rondom hen wonen. De Heere heeft Jerobeam uitgekozen om koning te zijn over de tien stammen. Hij zal koning mogen blijven als hij Gods geboden houdt. Dan zal het koningschap ook in zijn familie blijven. Jerobeam moet over de ontmoeting met de profeet Ahia zwijgen. Dan loopt Ahia verder en Jerobeam vervolgt ook zijn weg. Toch heeft hij niet kunnen zwijgen, want Salomo komt het te weten. Hij wil Jerobeam doden. Jerobeam moet vluchten naar Egypte.

Jerobeam wordt koning over tien stammen

Nadat Salomo gestorven is, wordt Rehabeam te Jeruzalem tot koning gekroond door de mannen van Juda. De andere stammen van Israël erkennen niet zonder meer Rehabeam als koning, maar willen eerst met hem onderhandelen. Men belegt een vergadering te Sichem, waar de oudsten van de stammen samenkomen om met Rehabeam te onderhandelen. Een bode wordt naar Jerobeam gestuurd in Egypte. Hij komt terug in Israël en is de woordvoerder van de tien stammen. Het volk beklaagt zich bij Rehabeam over de zware lasten, die hen door Salomo zijn opgelegd. Ze willen hem wel tot koning maken, maar eisen dan vermindering van de lasten. Rehabeam vraagt het volk drie dagen tijd om zich te beraden. Hij raadpleegt eerst de oude wijze raadslieden van zijn vader. Zij geven hem het advies te voldoen aan de wensen van het volk en hun lasten te verlichten. Daarna wendt hij zich tot de jonge raadslieden van zijn leeftijd. Hun raad is het tegenovergestelde. 'Geef niet toe aan het volk, zeg hun dat gij het eerder erger dan beter zult maken.' Nu blijkt dat Rehabeam de wijsheid van zijn vader niet heeft geërfd. Hij volgt de slechte raad van de jonge raadslieden op. Dit antwoord heeft grote gevolgen. Het volk trekt zich terug en wil Rehabeam niet als koning erkennen. Rehabeam waagt nog een poging. Hij zendt Adoram, die de belasting regelt, om met het volk nog een keer te onderhandelen. Hij is erg gehaat en wordt gestenigd. De scheuring van het rijk is een feit. Slechts de stam van Juda en en een gedeelte van de stam van Benjamin blijven Rehabeam trouw. In Jeruzalem aangekomen, vergadert Rehabeam een leger om de opstandige stammen te bedwingen. De Heere verbiedt echter de koning de broederoorlog te gaan voeren. Hij stuurt de profeet Semaja naar hem toe. 'Deze zaak is van Mij geschied.' Dat wil zeggen: de Heere heeft het zo bestuurd dat het rijk scheuren zou. Zo wordt Jerobeam de eerste koning van het tienstammenrijk. Het eerste, wat hij doet is de stad Sichem versterken. Dit wordt de hoofdstad van zijn nieuwe rijk. In het Over-Jordaanse versterkt hij de stad Pniël, om zich te beveiligen tegen aanvallen van die zijde. Niet alleen in politiek opzicht, maar ook in godsdienstig opzicht wil hij zich losmaken van Juda. Dit is tegen de wil van de Heere. Hij wil dat Juda en het tienstammenrijk godsdienstig één blijft. Elk jaar trekt het hele volk met de grote feesten naar het centrale heiligdom, de tempel in Jeruzalem. Jerobeam is bang, dat als het volk Israël jaarlijks met grote feesten naar Jeruzalem trekt, zij zich weer zullen aansluiten bij het huis van David en hem zullen verlaten. Hij vergeet dat God Zelf hem tot koning geroepen heeft. Hij wantrouwt Gods belofte, die hij uit de mond van Ahia hoorde: als hij Gods geboden zou houden, dan zal hij koning mogen blijven. Hij komt eindelijk tot een besluit; hij zal de eredienst veranderen. In deze zelfingestelde eredienst wijkt hij af van de goddelijke inzetting. Hij gaat de Heere dienen op zijn manier. Hij zegt tegen het volk dat het te moeilijk voor hen is telkens naar Jeruzalem te trekken om daar de Heere te aanbidden. Jerobeam laat twee tempels bouwen, één te Bethel in het zuiden van het land en één in Dan, in het noorden. In de nieuwe tempel worden beelden neergezet. Het zijn gouden kalveren als afbeelding van de Heere. De trouwe Levieten wonen niet meer in het tienstammenrijk. Ze zijn gevlucht naar Jeruzalem. De stam van Levi is door de Heere aangewezen voor het priesterambt. Maar daaraan stoort Jerobeam zich niet. leder, die het wil, kan priester worden. Dit is in strijd met Gods wet. De datum van het Loofhuttenfeest wordt ook een maand verschoven. Het instellen van een kalverendienst te Dan en Bethel zal grote gevolgen hebben. Vele koningen na Jerobeam maken zich schuldig aan 'de zonde van Jerobeam'.

De Heere waarschuwt Jerobeam

In de stad Bethel wordt het inwijdingsfeest van de nieuwe tempel gevierd. Veel Israëlieten zijn gekomen om dit mee te maken. In zijn prachtige koninklijke kleren staat Jerobeam bij het altaar om een offer te brengen. Plotseling wordt de inwijdingsplechtigheid verstoord. Er komt een man uit de menigte naar voren; hij staat stil voor het nieuwe altaar. Die man is een profeet uit Juda. Hij spreekt het Woord des Heeren. Hij vreest de koning niet. Zijn boodschap wordt door iedereen gehoord. 'Altaar, altaar, zo zegt de HEERE, uit het huis van David zal een koning geboren worden, Josia zal zijn naam zijn. Die koning zal de beenderen van de priesters op u offeren.' De Heere geeft zelfs een teken bij Zijn woord. Het nieuwe altaar scheurt in tweeën. Het is een duidelijk bewijs voor iedereen dat de profeet door God gezonden is. Het hart van koning Jerobeam wordt echter niet verbroken. Hij roept het uit: 'Grijpt hem!' Nu volgt een tweede waarschuwing voor de Koning. Zijn arm blijft stijf, onbeweegbaar, uitgestrekt staan. Jerobeam schrikt geweldig, Hij vraagt de profeet ernstig voor hem te bidden. Hij vraagt niet te bidden om vergeving van zijn zonde en verandering van zijn hart. Hij smeekt om de genezing van zijn arm. De man Gods bidt tot de Heere en de Heere verhoort dit gebed. De arm van Jerobeam wordt genezen. Jerobeam is heel blij. Hij vraagt of de profeet met hem mee wil gaan naar zijn paleis, daar zal hij hem een geschenk geven. De profeet weigert dit. De Heere heeft hem dit verboden. Gods goedheid heeft Jerobeam niet gebracht tot het inzicht dat zijn (eigen) zelfbedachte manier om de Heere te dienen verkeerd is. Hij herstelt het kapotte altaar weer. De kalverendienst te Dan en Bethel gaat gewoon door... alsof er niets gebeurd is.

Abia, de zoon van Jerobeam

Er is zorg en verdriet gekomen in het paleis van Jerobeam. De oudste zoon van de koning, Abia, is heel erg ziek. Jerobeam stuurt geen bode naar het heiligdom te Dan of Bethel. Eén is er die hem alleen raad kan geven en dat is de profeet Ahia. Zelf durft koning Jerobeam niet naar Ahia te gaan. Hij heeft immers altijd zijn waarschuwingen in de wind geslagen. Zijn huisvrouw zal gaan. Niemand mag het weten, daarom heeft zij zich verkleed. Zij neemt een geschenk voor de profeet mee: tien broden en koeken en een kruik honing. De profeet Ahia woont te Silo. Hij is al erg oud en kan niet zo goed meer zien. Koning Jerobeam vergeet dat Ahia, de knecht is van een alwetend God voor wie je je niet vermommen kunt. Voordat de huisvrouw van Jerobeam in het huis van Ahia komt, vertelt de Heere alles aan Zijn knecht. De Heere zegt tegen Ahia, wat hij tegen haar zeggen moet. Ahia hoort de voetstappen van de koningin. Hij begroet haar. 'Kom in, gij huisvrouw van Jerobeam, waarom hebt u zich verkleed?' Jerobeams vrouw kijkt heel verbaasd. Ahia weet wie zij is, ze hoeft niets te verbergen. Ze hoeft niets te vertellen over hun zieke zoon. Stil luistert ze naar de boodschap van Ahia. Het is de boodschap van de Heere! Ondanks dat Israël Hem verlaten heeft, noemt de Heere zich nog Israëls God! De boodschap is eigenlijk bedoeld voor de koning Jerobeam. De Heere herinnert Jerobeam eraan dat Hij hem zo gezegend heeft door hem uit te kiezen om koning te worden over Zijn volk. Wat heeft Jerobeam met die zegeningen gedaan? Hij heeft de Heere niet gediend met zijn hele hart net als koning David. Jerobeam diende de Heere op zijn eigen manier. Hij doet alsof hij de kalveren opgericht heeft tot eer van God, maar God noemt ze andere goden. Jerobeam heeft de Heere verlaten. De straf van de Heere zal vreselijk zijn. Zijn hele koninklijke familie zal uitgeroeid worden. Ze zullen zelfs geen begrafenis krijgen. De profeet Ahia vertelt de koningin wat er met haar zoon zal gebeuren. Voordat de straf van de Heere over het huis van Jerobeam zal komen, zal deze prins sterven. Dit sterven op jonge leeftijd van Abia is geen straf van God. Abia is een prins die de Heere liefheeft. Een Godvrezende kroonprins temidden van een familie die van de Heere afwijkt. Een voorbeeld van Gods rijke genade! God neemt hem weg, opdat hij het kwaad niet zien zou dat over het huis van Jerobeam zal komen. Hij zal nog begraven worden, zijn familie niet, omdat in hem wat goeds voor de Heere, de God Israëls gevonden is. Dat goede heeft de Heere Zelf in het hart gewerkt. Aan het einde van de boodschap profeteert Ahia wat er met het tienstammenrijk gebeuren zal. Door het invoeren van de kalverendienst heeft de koning Jerobeam het volk Israël gebracht op het pad dat van de Heere afvoert. Ze zullen op het ingeslagen pad blijven voortgaan. Het oordeel zal over Israël komen. Het koningschap zal nooit lang binnen één familie blijven. Het rijk zal beroerd worden door de vele twisten en burgeroorlogen. Tenslotte zal de Heere hen uitrukken uit het goede land en hen verstrooien in het land van Assyrië, Medië en Mesopotamië. Stil heeft Jerobeams huisvrouw deze ontzettende boodschap aangehoord. Doodsbleek verlaat ze even later het huis van de profeet. Haar moederhart krimpt in elkaar van verdriet. Haar oudste zoon Abia zal sterven. Het gebeurt precies zoals de profeet Ahia het heeft gezegd. Als zij haar voeten op de drempel van het paleis te Thirza zet, sterft haar zoon. De Heere brengt hem uit het leven vol van moeite en ellende in Zijn zalige hemel. Het hele volk is bedroefd als het hoort dat de kroonprins is gestorven. Hij krijgt een koninklijke begrafenis. Dit sterven is ook een roepstem van de Heere voor koning Jerobeam. Deze waarschuwing slaat hij ook in de wind. We lezen wel twintig keer in de Bijbel dat Jerobeam Israël heeft doen zondigen. De straf in zijn leven is al gekomen. Er komt een vreselijke oorlog met het tweestammenrijk onder leiding van koning Abia. Het volk van Juda roept tot de Heere in het heetst van de strijd. God slaat Israël. Er sterven vijfhonderdduizend mannen. Zelfs de stad Bethel wordt door koning Abia ingenomen. Na deze oorlog slaat de Heere Jerobeam. Hij sterft na een ziekte. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997

Mivo +12 | 51 Pagina's

Jerobeam en zijn zoon

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 1997

Mivo +12 | 51 Pagina's