De roeping van Jesaja

Pagina 1

1. Jesaja 1: 17 - De wees en de weduwe werden verdrukt.
Jesaja 1: 23 - De rechters spraken geen recht, maar namen geschenken aan van mensen die daarmee hun recht kochten.
Jesaja 2: 8 - Er werd afgoderij bedreven.
Jesaja 5: 11 - Er was veel dronkenschap.

2. Hun offers en hun feesten konden de Heere niet behagen, want het volk Israël was tweeslachtig. Het wilde aan de ene kant de Heere dienen, maar dan wel aan de andere kant de zonde aan de hand houden. Daarom walgde de Heere van hun offers, omdat die niet met een oprecht hart gebracht werden. Ze moesten zich bekeren.

3. Als de Israëlieten de Heere zouden dienen, zou het goed gaan met hen en zouden ze in hun land mogen blijven wonen, maar als ze de Heere zouden verlaten en de afgoden zouden gaan dienen, zou de straf komen.

Pagina 2

1. Ezechiël, Daniël, Zacharia en Petrus zijn voorbeelden van mensen die ook een visioen kregen. Toen de Bijbel er nog niet was, sprak de Heere door gezichten, dromen en visioenen. Maar de Heere sprak ook regelrecht tot mensen: Samuël. Mozes zag de Heere zelfs van aangezicht tot aangezicht.
Nu spreekt de Heere door Zijn Woord, dat is de gewone weg waardoor de Heere Zich wil openbaren. Wanneer wij echter ziek worden, of er sterft iemand in onze omgeving dan spreekt de Heere ook tot ons. Het zijn roepstemmen om ons stil te zetten op onze levensweg.

2. Jesaja had gezien hoe zijn zonden vergeven werden. Zijn hart was zo vol dankbaarheid, dat hij de Heere wilde dienen met zijn hele leven.

3. Je moet wel weten door de Heere geroepen te zijn als predikant, zendeling of evangelist. Maar we hebben allemaal de roeping om in en door ons leven een goed getuigenis van de Heere te geven. Wij hebben de taak om anderen die onwetend zijn te vertellen van het Evangelie. Onze eerste roeping is echter dat we ons moeten bekeren.

4. * Wij moeten er inderdaad blij mee zijn dat we het Woord hebben. Wij hebben daarin veel voor op mensen die nooit van God horen. Wij weten de weg, maar het maakt onze verantwoordelijkheid wel groter. Want als wij de weg geweten en niet bewandeld hebben, zullen wij met dubbele slagen geslagen worden. Misschien volgt een pessimistische reactie: "Dan konden we beter het Woord niet hebben, want nu kunnen we alleen maar erger gestraft worden." Het is daarom nodig om te benadrukken dat God geen lust heeft in onze dood, maar daarin dat wij ons bekeren en leven.
* Alleen door het Evangelie kun je de waarachtige God leren kennen. Ons is de weg der zaligheid geopenbaard. Wanneer je het Woord niet hebt, betekent dat niet dat je vrij uit gaat. Het neemt de schuld niet weg, want de heidenen hebben Gods Wet in hun geweten ontvangen (Romeinen 2: 14 en 15). Daar zullen ze naar geoordeeld worden. Maar wij, die het Woord wel hebben gekregen, zullen met dubbele slagen geslagen worden, wanneer wij het naast ons neer leggen. Wees erop bedacht dat de volgende vraag gesteld kan worden: "Gaan alle mensen dus verloren die het Woord nooit gehoord hebben?" Niet wij maar de Heere oordeelt. Het wijst wel op de noodzaak om het Woord te verkondigen, zending te bedrijven.

Pagina 3

1. De Heere Jezus haalt de woorden van Jesaja aan. De Heere Jezus spreekt door gelijkenissen, opdat niet alle mensen Hem zullen begrijpen en zich bekeren tot God. Het lijkt wel alsof de Heere er helemaal niet op zit te wachten dat een zondaar zich bekeert tot God. Toch is dit niet waar. De Heere klopt op de deur van het hart van een zondaar, opdat hij open doet. Maar Israël heeft de boodschap nu al zo vaak gehoord en ze hebben zich verhard. Ze luisteren niet. En dan komt er een tijd, na zo vaak gewaarschuwd te zijn, dat de Heere hen overgeeft aan de verharding. De schuld ligt dus niet bij de Heere! Er staat zelfs dat Hij weent over Jeruzalem, opdat zij zich zou bekeren. Hoe vaak had de Heere hen geprobeerd bijeen te vergaderen, net als een hen haar kuikens, maar zij hebben niet gewild!

2. Als je niet tot bekering komt, is dat je eigen schuld.

3. Dat iemand het Evangelie gaat geloven, vindt zijn oorzaak niet in de mens, maar de oorzaak ligt in God die een zondaar bekeert. (D.L. Hfst 3 en 4, par 10)

4. Je kunt jezelf niet bekeren in de zin van de wedergeboorte. Maar wie nat wil worden, moet in de regen gaan staan. Wie bekeerd wil worden, moet komen onder de prediking van het Woord en moet het Woord onderzoeken door er biddend mee bezig te zijn.

Pagina 4

1. Het doel van de oordeelsprediking van Jesaja is dat de Israëlieten de afgoden wegdoen en alleen de Heere dienen. Dat is ook het doel van de terugkeer: het gaat erom dat ze de Heere alleen vertrouwen.

2. In Jesaja 53 staat wat Christus moest lijden om zo de zonden van Zijn kinderen weg te kunnen nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen